Samenvatting Nevi I belangrijkste punten
Inkoop: Alles waar een factuur van een derde tegenover staat. Alle activiteiten die in een organisatie
moeten worden vervuld om van externe partijen de goederen, diensten en werken te verkrijgen die
nodig zijn om de beleids- en bedrijfsvoering op een goede manier uit te voeren.
Missie: Bestaansrecht van inkoop (langere termijn).
Visie: Geeft aan waar inkoop voor gaat: Wat willen we bereiken en wat zijn onze kernwaarden.
Traditionele waarde inkoop: Het zo efficiënt en effectief mogelijk inkopen van leveringen, diensten en
werken voor de organisatie waarvoor je werkt.
Inkooppakket: Inkoop van gelijksoortige producten of diensten (homogene groep van producten).
Inkoopstrategie: De manier waarop inkoop de inkoopdoelen uit het inkoop- en aanbestedingsbeleid
wil realiseren, waarmee inkoop een bijdrage levert aan het bereiken van organisatiedoelen.
Wettelijk kader: Procedureregels zijn vastgelegd in een wettelijk kader. Het geheel van rechtsregels
dat het gedrag van overheidsopdrachtgevers rond de uitgifte van opdrachten in onderlinge
concurrentie normeert voor het uitvoeren van werken, het leveren van producten of het verrichten
van diensten.
Inkoopfunctie: Omvat alle werkzaamheden die tijdens het inkoopproces moeten worden uitgevoerd.
Er zijn vier inkoopniveaus: strategische, tactische en operationele inkoop en ondersteunende
activiteiten. Op ieder niveau worden randvoorwaarden gecreëerd voor het onderliggende niveau.
Onderliggende niveau levert noodzakelijke gegevens voor de niveaus daarboven.
Inkoop- en aanbestedingsbeleid: Vertaling van de inkoopmissie en -visie. Algemene uitgangspunten
en doelstellingen met betrekking tot inkoop die door de organisatie zijn vastgesteld.
Inkoopdiagnose: Een handig instrument om voor een specifieke organisatie te toetsen in hoeverre het
inkoopbeleid met succes wordt uitgevoerd en om vast te stellen welke verbeterpunten er zijn. Kan
zowel kwantitatief als kwalitatief zijn. Kwantitatief wil zeggen: cijfermatig; hoe ziet het totale
inkoopvolume (de spend) eruit? Kwalitatief is beschouwend; hoe is inkoop georganiseerd en hoe
wordt ingekocht?
Inkoopsamenwerking: Het samen bundelen en/of delen van informatie en expertise, hulpmiddelen
en/of volume op het gebied van inkoop met als doel het behalen van voordelen voor alle
deelnemende organisaties.
Integriteit: Betrokkenen laten zich niet leiden door oneigenlijke belangen.
Gedragscode: Kan een hulpmiddel zijn voor het stimuleren van integer gedrag.
Model K-verklaring: Kan bij werken naar worden gevraagd. Hiermee verklaart de inschrijver dat zijn
inschrijving niet tot stand is gekomen onder invloed van een overeenkomst, besluit of gedraging in
strijd met het NL of EU mededingingsrecht.
Publiekrecht: Alle rechtsregels met betrekking tot de inrichting van de Staat (de overheid), verhouding
tussen overheden onderling, en de relatie tussen overheid en ‘burgers en bedrijven’.
Privaatrecht: Het recht dat de juridische betrekkingen regelt tussen burgers en bedrijven. De regels
staan beschreven in het Burgerlijk Wetboek (BW).
GPA: Agreement on Government Procurement. Verdrag dat is gesloten in het kader van de
Wereldhandelsorganisatie. Doel: Grotere vrijmaking van de markt voor overheidsopdrachten. Landen
moeten elkaar toelaten op hun markten voor overheidsopdrachten onder voorwaarden die onderling
kunnen verschillen. Heeft geen directe werking op Europese en Nederlandse rechtsorde.
Special Drawing Rights (SDR’s): Vertegenwoordigt een financiële waarde welke gebaseerd is op een
mandje valuta welke door de Europese Commissie geëvalueerd en vertaald worden naar
drempelwaarden in euro’s.
Directe werking: Bepalingen uit internationale wetten en verdragen zijn zonder omzetting in
Nederlandse wetgeving toch van kracht.
VwEU: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie = ook wel het verdrag van Lissabon. Dit
is het primaire gemeenschapsrecht en heeft een directe werking in de Nederlandse rechtsorde. Bevat
het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen (EG-Verdrag).
Aanbestedingswet 2012: 4 Europese richtlijnen op het gebied van aanbesteden in Nederland = deel 1:
algemene bepalingen, deel 2: overheidsopdrachten, deel 2a: concessieopdrachten, deel 3: speciale-
sectoropdrachten, deel 4: overige bepalingen.
, Besluit tot wijziging Aanbestedingsbesluit: Algemene maatregel van bestuur die onderwerpen bevat
die zodanig technisch en gedetailleerd van aard zijn dat ze zich er niet voor lenen om in de
Aanbestedingswet zelf te worden opgenomen.
Gids Proportionaliteit: Richtsnoer waarin de onderwerpen waarop het proportionaliteitsbeginsel van
toepassing is nader worden uitgewerkt. Bevat voorschriften waarvoor geldt ‘pas toe of leg uit’.
Verplicht om toe te passen, behalve bij enkelvoudig onderhandse aanbestedingen.
Alcatelarrest: Een niet juiste toepassing van de Rechtsbeschermingsrichtlijn. In dit arrest is bepaald
dat het mogelijk moet zijn beroep in te stellen tegen het besluit om een overheidsopdracht te gunnen.
Dit beroep moet kunnen leiden tot nietigverklaring van het gunningsbesluit en tot gunning van de
opdracht aan een ander dan de oorspronkelijk beoogde opdrachtnemer. In het arrest is bepaald dat
de opdrachtgever een periode van 15 dagen moet wachten met de definitieve gunning van een
opdracht. Ook wel stand-stilltermijn.
Succhi di Frutta-norm: Transparantiebeginsel. Doel te waarborgen dat elk risico van favoritisme door
de aanbestedende dienst wordt uitgebannen. Alle voorwaarden van de gunningsprocedure moeten op
een duidelijke, precieze, ondubbelzinnige wijze worden geformuleerd zodat iedereen het begrijpt.
Flankerend beleid: Aanvullende maatregelen die voor zowel aanbestedende diensten als speciale-
sectorbedrijven niet bindend zijn. Bestaat uit klachtenafhandeling bij aanbestedingen doel: gang
naar de rechter voorkomen. Eerst zelf afhandelen, dan CvA.
ARW 2016: Aanbestedingsregelment Werken. Richtsnoer dat verplicht moet worden toegepast bij
overheidsopdrachten voor werken onder de Europese drempel. Pas toe of leg uit principe. Boven de
Europese drempel kan het facultatief worden toegepast.
Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA): Ter vermindering van de administratieve lasten bij
wordt een model eigen verklaring gebruikt. Ondernemer verklaart dat hij niet voldoet aan de
gevraagde uitsluitingsgronden, en wel voldoet aan de geschiktheidseisen en/of selectiecriteria.
Verplicht bij aanbestedingen boven de Europese drempel. Onder de drempel alleen verplicht als de
aanbestedende dienst uitsluitingsgronden en/of geschiktheidseisen en/of selectiecriteria gebruikt.
Algemene wet bestuursrecht (awb): Regelt de verhouding tussen overheid en burgers en bedrijven.
Regelt bescherming tegen willekeurig (machts)gebruik overheidshandelen. In het Awb zijn normen
voor overheidshandelen neergelegd: de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb).
Natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen een beroep doen op deze abbb als zij menen dat hun
belangen zijn geschaad.
Bestuursorgaan: Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of een
ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Wet openbaarheid bestuur (wob): Deze wet regelt het recht op informatie van de overheid. Deze wet
zorgt ervoor dat inzage in het overheidshandelen mogelijk is. De aanbestedende dienst maakt geen
informatie openbaar die:
- Hem vertrouwelijk is verstrekt.
- Gebruikt kan worden om de mededinging te vervalsen.
- In strijd is met een wettelijk voorschrift, het openbaar belang, de commerciële belangen van
ondernemers en afbreuk kan doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers.
Absolute afwijzingsgronden: Als een verzoek tot openbaarmaking zich voordoet en het
bestuursorgaan wenst de betreffende informatie niet openbaar te maken, dan kan het Wob-verzoek
worden afgewezen.
Relatieve afwijzingsgronden: Bij deze gronden wordt een afweging gemaakt tussen het specifieke
belang (van de partij die het Wob-verzoek indient) en het algemene belang.
Archiefwet: Bevat voorschriften voor het bewaren en vernietigen van informatiedocumenten die bij
de overheid berusten. Vormt ook de basis voor de bewaarplicht van inkoopbescheiden voor
overheidsinkopers. De archiefwet bevat echter geen termijnen. Bewaarplicht:
o Aanbestedingsprocedure: Tot tenminste 3 jaar na de datum van gunning van de opdracht.
o Gesloten overeenkomsten met een waarde van ten minste 10 miljoen euro voor werken en 1
miljoen euro voor leveringen en diensten: Gedurende de looptijd van de overeenkomst.
o Inkoopdossiers: Tot tenminste 7 jaar na definitieve gunning van de aanbesteding.
Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG): Privacywetgeving. Persoonsgegevens worden
niet onnodig gedeeld en als er wel informatie moet worden gedeeld wordt er steeds om toestemming
gevraagd.
Pseudonimisering: Gebruik maken van anonimiseren en/of het gebruik van metadata bij informatie.
, Het Europese Hof van Justitie (EHvJ): Is een instelling van de Europese Unie. Het hof ziet erop toe dat
de Europese wetgeving in alle landen van de Europese Unie op dezelfde manier wordt geïnterpreteerd
en toegepast. Hieronder vallen drie rechtsprekende instanties: het Hof van Justitie, het Gerecht en het
Gerecht voor ambtenaren.
Commissie van Aanbestedingsexperts (CvA): Voor geschillen die voortvloeien uit de
Aanbestedingswet 2012. Adviezen zijn niet bindend.
Raad van arbitrage voor de bouw (RvA): Lost geschillen op bij werken. Deze uitspraken
(scheidsrechterlijk vonnis) zijn bindend.
Civielrechter: Handelt geschillen in het kader van inkoop en aanbesteden af.
Aanbestedende dienst: De staat, een provincie, gemeente, waterschap of publiekrechtelijke instelling
dan wel een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijk instellingen.
Territoriale lichamen: Provincies, gemeenten, waterschappen, koepelorganisaties of verenigingen van
deze aanbestedende diensten.
Publiekrechtelijke instellingen: Specifiek ten doel te voorzien in behoeften van algemeen belang +
bezitten rechtspersoonlijkheid + activiteiten worden in hoofdzaak door publiekrechtelijke instellingen
gefinancierd.
Aankoopcentrale: Verricht aankoopactiviteiten ten behoeve van andere aanbestedende diensten met
betrekking tot opdrachten voor werken, leveringen of diensten. 2 varianten: groothandel (voor grote
aantallen producten zonder voorafgaande opdracht van een aanbestedende dienst) en tussenpersoon
(de aanbestedende dienst geeft de aankoopcentrale instructies en de opdracht over te gaan tot een
aanbestedingsprocedure).
Overheidsopdracht: Een overheidsopdracht voor werken, leveringen, diensten of een
raamovereenkomst. Het gaat om een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is
afgesloten tussen een of meer aanbestedende diensten en een of meer opdrachtnemers.
Onder bezwarende titel: Tegenprestatie moet op geld waardeerbaar zijn.
Werk: De uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk. Het product van het geheel van
bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of
technische functie te vervullen. Zijn opdrachten beginnend met CPV-code 45. Aanbestedingsreglement
Werken 2016 (ARW 2016) van toepassing beneden de Europese drempel.
Leveringen: Aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie van producten.
Raamovereenkomst: Schriftelijke overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten en een
of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te
plaatsen overheidsopdrachten vast te leggen. Looptijd is 4 jaar. Bij speciale-sectorbedrijven is dit 8
jaar. Langere looptijd kan bij goed motiveren. Het naderhand uitbreiden van het aantal
aanbestedende diensten en ondernemers is niet toegestaan. Op voorhand moet duidelijk zijn wat de
maximale, opgetelde waarde is van de opdrachten die onder de raamovereenkomst zullen worden
gegund. Als de maximale waarde is bereikt, kan de raamovereenkomst niet langer worden gebruikt.
Een aanbestedende dienst kan niet zomaar opdrachten die tot het voorwerp van de
raamovereenkomst behoren bij een derde inkopen.
- Concessieopdrachten: Geen financiële vergoeding maar een recht van exploitatie (+ betaling). Het
exploitatierisico ligt volledig bij de exploitant. Voor opdrachten met een geraamde waarde van
> 5.350.000 euro. De aanbestedende dienst mag de procedure voor het aanbesteden van een
concessieopdracht naar eigen inzicht organiseren, mits de algemene beginselen van
aanbestedingsrecht in acht worden genomen. De looptijd van een concessieopdracht is maximaal vijf
jaar. Langer mag alleen als dat noodzakelijk is op grond van het terugverdienmodel van de
ondernemer en als dat transparant is onderbouwd.
Prijsvraag: Procedure met het doel een plan of ontwerp te verschaffen dat na een aankondiging van
opdracht door een jury wordt geselecteerd.
DAS: Dynamisch aankoopsysteem. Een elektronisch proces voor het doen van gangbare aankopen
waarvan de kenmerken, wegens de algemene beschikbaarheid op de markt, voldoen aan de behoefte
van de aanbestedende dienst.
Voorbehouden opdrachten: Wel een Europese aanbestedingsplicht, maar de aanbestedende dienst
kan na gunning voorbehouden aan een bepaalde doelgroep.
CPV code = common procurement vocabulary: Met als doel een enkel referentiesysteem gebruiken,
zodat producten, diensten, en werken in alle officiële talen van de gemeenschap op dezelfde manier
worden omschreven, eenzelfde alfanumerieke code hebben en taalbarrières worden opgeheven. Bij