Samenvatting vak: Inleiding in de orthopedagogiek
Samenvatting probleem 1: Orthopedagogiek
L1: Wat is orthopedagogiek? Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen ortopedagogiek,
psychologie en psychiatrie?
Orthopedagogiek: promblematische opvoedingssituaties. De orthopedagogiek richt zich op de
beschrijvende aard en de achtergronden van problemen bij het opvoeden met het oog op
onderkenning, behandeling en prevenentie. De orthopedagogiek houdt rekeking met
contextfactoren, zoals gezin, buurt, school en samenleving voor het ontstaan en het verlopen van
opvoedingsproblemen. Het kan gaan om een fysieke / verstandelijke beperking,
ontwikkelingsstoornissen, leerproblemen, gezinsproblemen of de jeugdhulpverlening.
Orthopedagogiek hecht veel waarde aan experimenteel hypothese-toetsend onderzoek naar
behandelingseffecten -> praktische behandelingswetenschap.
Orthopedagoog: als wetenschappelijk gevormde beroepsbeoefenaar ('scientist practitioner') moet je
in het professioneel handelen steunen op de best mogelijke kennis die in de discipline aantoonbaar
voorhanden is ('evidence based') en waarvan de feiten zijn verzameld op een manier die binnen de
discipline als betrouwbaar en valide gelden. Een orthopedagoog neemt ook de niet-objectief
meetbare factoren, zoals de emotionele aspecten, in beschouwing.
→ Doel van orthopedagoog: het optimaliseren van de opvoeding en onderwijssituaties.
Werkvelden orthopedagoog:
• Gezondheidszorg -> medische oriëntatie
o Gehandicapten zorg
o Geestelijke gezondheidszorg
• Onderwijs -> onderwijsdoelstellingen en overwegingen uit de schoolorganisatie
• Jeugdzorg -> maatschappelijk werk
In de orthopedagogiek zijn drie inhoudelijke aandachtsgebieden herkenbaar:
• Ontwikkelingsstoornissen, lichamelijke / zintuiglijke beperkingen
• Ernstige emotionele en gedragsproblemen
• Leerproblemen en -stoornissen
Overeenkomsten tussen ortopedagogiek, psychologie en psychiatrie:
• De klinische praktijk van diagnostiek en interventie van kinderen met
ontwikkelingsproblemen. (psychiater / orthopedagoog / psycholoog)
• Een sterke behoefte om het wetenschappelijk onderzoek te laten aansluiten op vragen die
leven in de praktijk van hulpverlening en begeleiding. -> Het is noodzakelijk je werk te
baseren op resultaten van effectonderzoeken. (psychiater / orthopedagoog)
• Interesse in transactionele modellen.
• Gedeelde zorg voor kinderen met problemen.
, Verschillen tussen orthopedagogiek, psychologie en psychiatrie:
Orthopedagiek Psychologie Psychiatrie
Normatieve visie: een visie of idee over wat De opleiding tot De kinderpsychiatrie richt zich op het
wenselijk/haalbaar is in de opvoeding. Dat ontwikkelingspsycholoog is sterker begrijpen en verklaren van
hoeft geen 'strak' vastliggende norm te zijn, gericht op kennis van theorieën en de emotionele en gedragsproblemen
maar zal over het algemeen wel minstens toepassing van methodisch empirisch van een kind of jeugdige in een bio-
berusten op onderlinge overeenstemming onderzoek, wat de directe psychosociaal model, om vanuit die
tussen verschillende betrokkenen. inzetbaarheid in de hulpverlening niet verklaring te kunnen behandelen of
altijd eenvoudig maakt. adviseren.
De nadruk ligt op behandeling en Op grond van bekende De kinderpsychiater denkt sterk
begeleiding naast diagnostiek. wetmatigheden en de vanuit classificaties als ADHD,
wetenschappelijke, objectieve autisme of depressie, vaak verwoord
psychodiagnostiek is een individueel in een beschrijvende diagnose, om
persoonsbeeld te beschrijven, een van daaruit behandeling of advies
diagnose te stellen vorm te geven.
Pedagogisch omgevingsperspectief Focus op beschrijven en verklaren De kinderpsychiatrie als wetenschap
vanuit empirisch onderzoek. richt zich meer op het herkennen,
begrijpen en leren beinvloeden van
individuele psychopathologie.
Binnen de orthopedagogiek vormen Een kinderpsychiater is wettelijk
problematische opvoedings- en bevoegd om medicatie voor te
onderwijsleersituaties het centrale thema schrijven en mag antwoord geven op
van onderzoek. vragen over het gebruik van
medicatie. Het zelfde geldt voor
suïcidaliteit en situaties waarin de
uitvoering van de Wet Bijzondere
Opnemingen Psychiatrische
Ziekenhuizen (BOPZ) noodzakelijk is.
, Orthopedagogiek Kinderpsychologie Kinder- en
jeugdpsychiatrie
Niveau van Integratief Microniveau Microniveau
onderzoeksvragen
Type Problemen beschrijven, verklaren Beschrijving en verklaring van de Herkennen, begrijpen
onderzoeksvragen en concepten toepassen. ontwikkeling. en leren beïnvloeden
van patronen van
verschijnselen.
Soort wetenschap Behandelingswetenschap. Gedragswetenschap Gedragswetenschap
Empirische wetenschap. Positieve wetenschap met nadruk Positieve wetenschap
op diagnostiek. met nadruk op
diagnostiek.
Empirische oriëntatie.
Referentiekader Bio-psychosociaal model. Psychologische nadruk Bio-psychosociaal
-> Nadruk op sociaal model
Sociaalecologisch model. -> Biologische en
(Bronfenbrennen) psychische nadruk
Oorsprong Antropologisch/wijsbegeerte Empirisch Empirisch
(uiteindelijk empirisch geworden)
Behandeling Mogen geen medicatie Mogen geen medicatie Mogen medicatie
voorschrijven. voorschrijven. voorschrijven.
Wetenschappelijk Problematische opvoedings- en Bestuderen en beschrijven van de Verklaren van
onderzoek – onderwijssituaties normale ontwikkeling. Verklaren emotionele en
onderwerp van een verstoorde ontwikkeling. gedragsproblemen.
Werkveld Gezondheidszorg, onderwijs, GGZ Medisch
jeugdzorg
L2: Hoe heeft de orthopedagogiek zich in de afgelopen eeuw ontwikkeld? Hoe is de
orthopedagogiek ontstaan?
Middeleeuwen: caritatieve zorg (Godshuizen) -> hulpbehoevenden werden hier opgenomen, er werd
geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten (mentale) problematiek.
17e eeuw:
• Comenius was de eerste die de kindertijd testte en kwam met een pedagogische methode.
• Orthopedagogen behandelden mensen met een verstandelijke beperking.
• Er kwam een groeiende belangstelling voor opvoedbaarheid.
19e eeuw:
• Reformbeweging: het kind komt centraal te staan.
• De Haagse Idiotenschool (1855-1920): in school ging het om ‘genezing door opvoeding’.
Begin 20e eeuw:
• 1905: kinderwetten -> deze wetten maakten het mogelijk dat de overheid ingrijpt als ouders
hun taak als opvoeder verwaarlozen. Het belang van het kind werd voorop gesteld.
• Nieuwe discipline: heilpedagogiek -> opvoedingsmaatregelen vanuit medische inzichten.
• Ontzegging ouderlijke macht.
Halverwege 20e eeuw:
• 1949: pedagogiek wordt een eigen studie.
• 1965: orthopedagogiek ontwikkelt zich als een eigen academische discipline.
, L3: Hoe is de jeugdzorg georganiseerd en wat is de plaats van de orthopedagogiek?
Ontwikkeling jeugdhulp door de jaren heen:
• 1901: Kinderwetten -> begin van de jeugdhulpverlening en opvoedingsplicht.
• 1905: Ontzegging ouderlijke macht.
• 1921: Ondertoezichtstelling
• 1989: Wet op Jeugdhulpverlening
o Zo-zo-zo beleid: kinderen, jongeren en hun ouders moeten zo dicht mogelijk bij huis,
zo kort mogelijk, zo snel mogelijk en zo licht mogelijke hulp krijgen.
• 2005: Wet op Jeugdzorg
o De Wet op de jeugdzorg biedt hulp aan jongeren en ouders bij het oplossen van
opgroei- en opvoedproblemen. Dit was nodig ook, want na de Wet op de
jeugdhulpverlening blijken de beoogde samenwerkingsverbanden en
jeugdhulpadviesteams niet van de grond te zijn gekomen.
o Bureau Jeugdzorg beoordeelt of jeugdzorg nodig is en zorgt voor aansluiting op
jeugdhulpverlening, de jeugd-ggz en justitiële jeugdinrichtingen. Ook behoren de
gezinsvoogdij, jeugdreclassering en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling tot
de taken van Bureau Jeugdzorg.
• 2015: Jeugdwet
o Decentralisatie via gemeente.
o Niet effectief.
Uitgangspunten van de Jeugdzorg
De jeugdzorg is overgeheveld naar de gemeenten die zich in hun beleid moeten richten op:
● Het versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en jongeren, hun ouders
en de sociale omgeving.
● Het bevorderen van de opvoedcapaciteiten van ouders en de sociale omgeving.
● Preventie en vroege signalering.
● Het tijdig bieden van de juiste hulp op maat.
● Effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen.