Homeostase: het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu van
organismen.
- Een regelkring bestaat uit een sensor, een controlecentrum en een effector.
- Via regelkringen worden bepaalde normwaarden gehandhaafd. Hierdoor is er een
dynamisch evenwicht.
- Bij negatieve terugkoppeling heeft het resultaat van een proces een remmend
invloed op het proces.
- Bij positieve terugkoppeling versterkt een toename van het resultaat het proces.
Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie op het organisatieniveau van organisme.
Bij homeostase in meercellige organismen vindt communicatie tussen cellen plaats met
signaalmoleculen, zoals hormonen en neurotransmitters.
Basisstof 2: hormonale regulatie.
Hormoonklieren (endocriene klieren) geven hormonen af aan het bloed (secretie).
Exocriene klieren (zweet-/ speekselklieren) geven hun product af via een afvoerbuis.
Hormonen regelen de werking van doelwitorganen waarvan de cellen receptoren bezitten
waaraan het hormoon kan binden.
- De binding kan in deze cellen een reactie in gang zetten of een reactie stoppen.
- Een hormoon kan processen in meerdere doelwitorganen regelen.
- De mate van de reactie van doelwitorganen wordt onder andere bepaald door de
hormoonspiegel (hormoonconcentratie) van een hormoon en het aantal receptoren
op de celmembranen van de cellen.
- Hormonen reguleren vooral geleidelijke processen, zoals groei en voortplanting.
De hypothalamus regelt de secretie van hormonen door de hypofyse.
De hypofyse produceert o.a. hormonen die de werking van andere hormoonklieren
beïnvloeden.
De hypofyseachterkwab geeft ADH en oxytocine af.
- Oxytocine: stimuleert het ontstaan van weeën aan het einde van de zwangerschap
en tijdens de geboorte.
- ADH: regelt de resorptie van water in de nieren bij de vorming van urine.
De hypofysevoorkwab produceert:
- Groeihormoon: regelt de groei en ontwikkeling.;
- Thyreoidstimulerend hormoon (TSH): reguleert de schildklier;
- FSH en LH reguleren processen in de eierstokken (ovaria) en teelballen (testes).
De schildklier produceert thyroxine.
- Thyrocine stimuleert de stofwisseling en de groei en ontwikkeling bij kinderen.
- TSH stimuleert de opname van jodium door de schilkliercellen en de productie van
thyroxine.
- Thyroxine remt de productie van TSH (negatieve terugkoppeling).
Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier produceren insuline en glucagon.
- Insuline en glucagon regelen de glucoseconcentratie in het bloed.
- Insuline verlaagt de glucoseconcentratie in het bloed doordat het de opname van
glucose in lichaamscellen stimuleert en ervoor zorgt dat in cellen van de lever en
spieren glucose wordt omgezet in glycogeen.
, Biologie Havo 4
Thema 5: regeling
- Glucagon verhoogt de glucoseconcentratie in het bloed doordat het in cellen van
lever en spieren de omzetting stimuleert van glycogeen in glucose. Glucose wordt
afgegeven aan het bloed.
De nieren produceren epo (erytropoëtine) dat de productie van rode bloedcellen in het rode
beenmerg stimuleert.
Het bijniermerg produceert bij stressvolle situaties adrenaline dat een snelle, kortdurende
werking heeft.
- Adrenaline bevordert de stofwisseling, de omzetting van glycogeen in glucose en de
afgifte van glucose aan het bloed en zorgt dat het lichaam in staat is snel te handelen
in stresssituaties.
Basisstof 3: het zenuwstelsel.
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam met een kern en bevat cytoplasma met ribosomen
en endoplasmatisch reticulum
Uitlopers:
- Dendrieten: uitlopers die impulsen naar het cellichaam toe geleiden.
- Axonen: uitlopers die impulsen van de cellichaam af geleiden.
Myelineschede: isolerende laag om veel axonen die wordt gevormd door cellen van
Schwann. Tussen de cellen bevinden zich insnoeringen. De witte kleur van de witte stof in de
hersenen en in het ruggenmerg wordt veroorzaakt dor de myelineschede om de uitlopers.
Een axon van een bewegingszenuwcel geleidt impulsen en geeft neurotransmitters af.
- Communicatie via impulsen en neurotransmitters is snel.
Gevoelszenuwcellen (sensorische zenuwcellen):
- Geleiden impulsen van zintuigcellen (receptoren) naar het centrale zenuwstelsel.
- De cellichamen liggen meestal vlak bij het centrale zenuwstelsel,
ruggenmergzenuwknopen en hebben één lange dendriet.
Bewegingszenuwcellen (motorische zenuwcellen):
- Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar effectoren (spieren of klieren).
- De cellichamen liggen in het centrale zenuwstelsel en hebben één lang axon.
Schakelcellen:
- Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel.
- Liggen geheel binnen het centrale zenuwstelsel (in ruggenmerg, hersenstam, grote
hersenen en kleine hersenen).
Afbeelding 1: typen zenuwcellen.
Indeling zenuwstelsel op grond van de bouw:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper SophiaV. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.