Kennisclips verpleegkundige kennis en medische kennis periode 3
Week 3
Kennisclip pijn:
Definitie:
“een onplezierige sensorische en emotionele ervaring, veroorzaakt door of beschreven in
termen van daadwerkelijke of potentiële weefselschade”.
International Association fort he Study of Pain (IASP)
Pijn is wat degene die pijn heeft, zegt dat het is. Pijn bestaat telkens als hij zegt dat het
bestaat.
Mc. Caffery
Pijn ervaren is van levensbelang!!: het waarschuwt ons voor gevaar.
pijn wordt ervaren als je ook bewust bent van de pijn en de pijn ook interpreteert.
Inclusief bewustwordign en interpretatie.
Nociceptie – perceptie: het gewaarworden van pijn:
Weefselschade ontstaat door trauma, er ontstaat een wond en hierin komen
ontstekingsmediatoren in vrij, zoals prostaglandines. Deze stoffen zorgen ervoor dat de
zenuwuiteinden in het gebied een signaal afgeven. Met behulp van de neurotransmitters
wordt het signaal via de perifere zenuwbanen via het ruggenmerg naar de hersenen
gestuurd. Er wordt alarm geslagen.
Hoe verloopt die pijnroute precies?
- Er is sprake van weefselschade, waardoor er hormoonachtige stoffen vrijkomen die
de zenuwuiteinden prikkelen. Die noemen we de nociceptoren.
- De route van de sensorische zenuw heeft een afferente baan, oftewel een
aanvoerende baan van perifeer naar het CZS. Daar wordt de pijn geïnterpreteerd.
- De motorische zenuwbaan, is de efferente baan, deze gaat vanuit CZS naar perifeer
en stuurt de spieren aan.
- De snelle alta-delta vezels en de langzame C-vezels transporteren de pijnprikkels.
De hoeveelheid pijn die je voelt is niet alleen afhankelijk van hoe erg je lichaam beschadigd
is. Er spelen meer factoren mee. Bijvoorbeeld moe, of gestressed.
Cirkel van Loeser:
Meneer Loeser, een Amerikaanse ontwikkelde een model over
pijn en pijnbeleving.
- Eerste cirkel presenteert de verwonding die wordt
omgezet in een zenuwsignaal. Dit is dus een lichamelijk
proces, je bent nog niet bewust van de pijn en dit
wordt nociceptie genoemd.
- Tweede cirkel: dit is de resultaat van de verwerking van
de prikkel in de hersenen.
- Derde cirkel: hier geef je betekenis aan de pijn. Door
eerdere ervaringen wordt de pijnbeleving beïnvloed.
KENNISCLIPS VPK/MK PERIODE 3 ILSE DRAGT
, Als je heel erg neerslachtig bent kan het de pijn verergeren. Daarnaast kan afleiding
de pijn verminderen.
- Vierde cirkel: pijn kenbaar maken aan de omgeving. Zowel verbaal als non-verbaal.
Pijn is dus een multifactorieel gezondheidsprobleem, waarbij lichamelijk, psychische en
sociale factoren bijdragen aan pijnbeleving en pijngedrag. Er kan sprake zijn van beperkingen
in het dagelijks functioneren en het ervaren van minder kwaliteit van leven.
Indeling soorten pijn:
Nociceptieve pijn:
- Bij weefselschade komen er stoffen vrij, de prostaglandines, deze hormonen
prikkelen de pijnreceptoren waardoor er een actiepotentiaal optreedt. Via de
achterhoorn kruist de prikkel naar de tweede zenuwcel om vervolgens in het
ruggenmerg omhoog te gaan. Via de thalamus gaat de prikkel naar het centrale deel
in de hersenen. Dat is de plek waarmee je voelt, de sensorische schors.
pijn aan de rechterzijde wordt links (cerebraal) verwerkt.
oorzaak: is vaak te achterhalen waardoor behandeling makkelijk is.
iedereen kent deze pijn, het wordt veroorzaakt door weefselschade, maar niet
door weefsels van het centraal of perifeer zenuwstelsel. Door weefselschade
ontstaat er activatie van pijnreceptoren die nociceptieve pijn ervaart.
Weefsel of somatische pijn: pijn die uitgaat van de huid, de spieren of het
bot. Is vaak erg gelokaliseerd en voelt als pijn, stekend en soms kloppend.
Viscerale pijn: gaat uit van de organen in de borstholte of buikholte. Is vaak
niet duidelijk gelokaliseerd en wordt over een groot gebied aangegeven. De
pijn wordt vaak als drukkend of krampend ervaren. De pijn wordt vaak links in
de onderbuik aangegeven als gevolg van een ontstoken blinde darm, maar de
pijn kan ook links bovenin de buik ervaren worden door galstenen.
soms wordt de pijn op een andere plek gevoeld dan waar weefselschade
plaats vindt (referred pain, oftewel uitstralende pijn).
een sensorische zenuwcel ontvangt namelijk van meerdere structuren in
ons lichaam signalen. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen
oppervlakkige structuren, maar ook diep gelegen structuren zoals organen.
Deze zenuwcel geeft informatie door aan de hersenen. Het is voor de
hersenen lastig om onderscheid te maken of de prikkel uit het oppervlakkig
gelegen structuur komt of de dieper gelegen structuur.
DUS:
- Veroorzaakt door (dreigende) weefsel schade in huid, bindweefsel, spieren, bot of
viscera
- Weefselschade door o.a. stoten, ontsteking, zuurstofgebrek, hitte of chemische
stoffen.
- Bij weefselschade komen ontstekingsmediatoren vrij, o.a. prostaglandines. Deze
prikkelen de sensorische zenuwcel waardoor de prikkel naar de hersenen wordt
geleid en wordt waargenomen.
KENNISCLIPS VPK/MK PERIODE 3 ILSE DRAGT
,Neuropathische pijn (zenuwpijn):
- Pijn die veroorzaakt wordt door een beschadiging of een functiestoornis van het
somato-sensorische zenuwstelsel. De pijn ontstaat doordat er een beschadigde
zenuw zelf een prikkel afgeeft. Bijvoorbeeld naar het ruggenmerg doorgeeft, die naar
de hersenen gaat en het pijngevoel geeft. Hierdoor ontstaan pijnprikkels die geen
functie hebben.
- Beschadiging zenuw of ruggenmerg of hersenen.
- Vaak geen oorzaak gevonden, meestal chronische aandoening. De behandeling is
heel lastig.
- Gaat ook wel eens gepaard met sensibiliteitstoornissen, er kan sprake zijn van
verminderde sensibiliteit maar ook kan het zijn dat de pijngewaarwording versterkt
is.
Hyperalgesie: verhoogde gevoeligheid voor pijnlijke prikkels.
Allodynie: normaal niet pijnlijke prikkels worden als pijnlijk ervaren.
aanraking of streling van de huid.
- Onderscheid tussen centrale of perifere zenuwstelsel:
Centrale zenuwstelsel: grote hersenen, hersenstam, ruggenmerg.
Voorbeelden van aandoeningen met deze pijn zijn, pijn na een
hersenbloeding, herseninfarct, maar ook pijn die wordt aangegeven wordt na
een dwarslaesie.
Perifere zenuwstelsel: alle zenuwen die vanuit het ruggenmerg die naar de
armen en benen lopen. Bijvoorbeeld klachten na een hernia, maar ook
fantoompijn na een amputatie.
DUS:
- Veroorzaakt door beschadiging of een functiestoornis van het somato-sensorische
zenuwstelsel.
- Door compressie, irritatie of beschadiging van een perifere zenuw, zenuwplexus,
wortel, ruggenmerg of de hersenen.
- Beschadiging of functiestoornis leidt tot spontane elektrische activiteit
- Pijn is schietend, stekend, brandend of tintelend.
Acute pijn:
- Pijn die plotseling optreedt en aanwijsbare oorzaak namelijk weefselschade met
daarna weefselherstel.
verstuiken van je enkel.
oorzaak meestal duidelijk
pijn neemt af wanneer weefselschade is hersteld.
Chronische pijn (> 3 maanden):
- Geen alarmfunctie meer, weefselschade heeft al plaatsgevonden.
- Vaak is de oorzaak niet of niet meer te achterhalen of is de primaire oorzaak van de
pijn al verdwenen.
- Eigen pijnsysteem is eigen leven gaan leiden: “sensitisatie”, zenuwen reageren
heftiger en anders dan normaal op een pijnprikkel.
KENNISCLIPS VPK/MK PERIODE 3 ILSE DRAGT
, - Kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van leven, kan leiden tot andere klachten en
vermijdingsgedrag. Dit kan leiden tot verergering van de pijn en hierdoor komt de
zorgvrager in een visuele cirkel.
- De behandeling is heel erg lastig
Kennisclip behandeling van pijn:
Soorten pijn:
- Nociceptieve pijn: weefselpijn/ viscerale pijn
- Neuropathische pijn: zenuwpijn o.a. fatoompijn, hyperalgesie
Behandelingsmogelijkheden nociceptieve pijn:
- Wordt veroorzaakt door actieve of dreigende weefselschade die weer lijd tot
activering van de perifere nociceptoren. De oorzaak is vaak eenvoudig te achterhalen
en de behandeling dus ook eenvoudiger.
- Wanneer er sprake is van weefselschade, zal er lokaal een ontstekingsreactie
plaatsvinden. Door die ontstekingsmediatoren worden de nociceptoren geactiveerd.
Deze mediatoren zorgen ook voor vasodilatatie van het bloedvat, hierdoor zal er
meer bloed naar de beschadigde weefsels gaan en treed vocht uit het bloedvat.
Hierbij zien we de 5 bekende ontstekingsfactoren: pijn, warmte, roodheid, zwelling,
functio lesa.
De medicamenteuze behandeling verloopt volgens de WHO ladder: dit behandelschema
wordt tegenwoordig bij de behandeling van alle nociceptieve pijn gevolgd (zowel bij maligne
(kwaadaardige pijn) en benigne (goedaardige pijn) pijn). Dit wordt de WHO pijnladder
genoemd.
Pijnladder:
Je gaat alle stappen na en gaat na of er voldoende
of onvoldoende pijnstilling is. Als er te weinig
pijnstilling is, ga je een stapje hoger.
1. Stap 1: Paracetamol eventueel aangevuld
met een NSAID (ontstekingsremmer) zoals
diclofinac
2. Stap 2: licht werkend opioïd, bijvoorbeeld
tramadol, codeïne, zaldiar. De
meerwaarde van deze stap is overigens niet bewezen bij patiënten met kanker. Deze
stap geeft soms meer bijwerkingen dan een sterk opioïd. Daardoor is men soms
eerder geneigd om te starten met een sterk opioïd met een lagere dosis.
3. Stap 3: sterk werkend opioïd oraal of transdermaal, denk bijvoorbeeld aan Morfine,
Fentanyl of Oxycodon.
4. Stap 4: sterk werkend opioïd, die kunnen bijvoorbeeld intraveneus, subcutaan of
intracutaal worden toegediend. Hierbij kun je denken aan een pijnpompje,
zenuwblokkade of een ruggenprik.
KENNISCLIPS VPK/MK PERIODE 3 ILSE DRAGT