In de hedendaagse westerse samenleving wordt veel waarde gehecht aan
zelfbeschikking en keuzevrijheid van het individu. Mensen worden constant
aangemoedigd om hun eigen leven vorm te geven en er een succesverhaal van te
maken, ook in de beroepscodes staat autonomie centraal. Daarbij vergeten we soms
dat mensen altijd afhankelijk zijn van elkaar, ook om betekenis te vinden in het leven.
Ze zijn afhankelijk van ouders die al dan niet tijd, competenties en zin hebben om hun
kinderen zorgzaam op te voeden. Ze zijn afhankelijk van medestudenten, docenten,
buren en vrienden maar ook van instituties, zoals de immigratie en naturalisatiedienst,
de sociale dienst, de politie en de vuilnisophaal-dienst. De organisatie van de
samenleving is gerelateerd aan een bepaalde plaats in een bepaalde periode in de
geschiedenis. Het denken van en over mensen wordt gestructureerd binnen deze
context. Als we bijvoorbeeld kijken naar de manier waarop de samenleving omgaat
met waanzin blijkt het in de loop van de geschiedenis sterk veranderd te zijn. Het
denken van individuen wordt gevormd door de maatschappelijke praktijk. Het is,
volgens filosoof foucault, een illusie om te denken dat mensen de
vormgevers van hun eigen leven zijn. Vanaf de 17e eeuw werden gekke mensen
buiten gesloten, ze werden samen met andere onmaatschappelijken zoals armen,
werklozen en criminelen geïnterneerd.
In de 19e eeuw werd waanzin een ziektebeeld. De psychiater deed zijn intrede als
behandelaar. Deze wordt vaak beschreven als een bevrijding van de waanzin, maar
volgens foucault is er eerder sprake van een meer geraffineerde controle. Mensen met
psychische problemen werden gehuisvest in klinieken die ver van een normale
samenleving lagen, waar werd geprobeerd om ze met behulp van allerlei disciplineren
de praktijken weer te vormen tot normale mensen. Deze praktijken worden ook
gebruikt in allerlei andere contexten bijvoorbeeld gevangenissen en scholen. Mensen
worden gevormd door de maatschappij waarvan ze deel uitmaken.
Veel van deze praktijken zijn nog steeds herkenbaar in het sociaal werk:
-A-symmetrische zichtbaarheid: sociaal werkers hebben veel informatie over
hun cliënten bijvoorbeeld in dossiers en in de samenwerking, bijvoorbeeld in
sociale wijkteams wordt veel informatie gedeeld. Aan de andere kant weten
cliënten doorgaans weinig van de hulpverleners.
-Beheersen van de tijd: bij cliënten die opgenomen zijn wordt de tijd
gestructureerd door middel van een rooster met allerlei activiteiten die op
bepaalde tijden worden uitgevoerd.
-Hiërarchisch toezicht: niet alleen die cliënt wordt gecontroleerd maar ook
degene die met hem werkt. Stagiaire gecondoleerd door begeleider,
begeleider door teamleider en de teamleider door de directie etc.
-Normaliserende sancties: mensen worden beloond als ze zich aanpassen en
gestraft als je dat niet doen.
-Internalisering: mensen worden niet alleen gevormd door externe
processen. Een stagiaire houdt zich niet alleen aan de gangbare praktijk een
binnen een instelling om een goede beoordeling te krijgen, maar gaat ook
zelf geloven dat deze manier van werken goed is. Cliënten raken er zelf van
overtuigd dat het goed is om op tijd op te staan en naar het werk te gaan.
Foucualt koppelt het buitensluiten van waanzin en het controleren daarvan door
artsen aan de opkomst van de verlichting, de manier van denken die vanaf de 18e
eeuw opkwam in de filosofie en de wetenschappen. De verlichting benadrukt het
belang van zelfstandige redelijk denken en verzet zich tegen kennis op basis
van overlevering, bijgeloof en autoriteit.
, In de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw werd psychiatrische problematiek vooral
beschouwd als een gevolg van een niet goed geslaagd de opvoeding.
De wereld van het maatschappelijke systeem, de instellingen en structuren
op het gebied van economie, bureaucratie en politiek, wordt door de filosoof
Habermas de systeem wereld genoemd. Deze wereld wordt gereguleerd door
macht en geld en de manier waarop mensen er met elkaar omgaan wordt gekenmerkt
door strategisch handelen.
Habermas stelt de systeemwereld tegen over de leefwereld. Deze bestaat
uit het ervaringsdomein waarin mensen communicatief handelen. In de
leefwereld zijn ze gericht op wederzijds begrip. De basis van de interacties is
hier het communicatief handelen. Mensen nemen elkaar serieus en beschouwen
elkaar als gelijkwaardig. Het probleem volgens Habermas; de systeem wereld
wordt steeds dominanter en steeds medeleven wereld is binnengedrongen.
De sociaal werker heeft hierbij een belangrijke rol, hij verbind de
systeemwereld en de leefwereld.
Voorbeeld: gemeente die wil dat er overlast door een groepje hangjongeren in de wijk
wordt verminderd;
Interventies zoeken = strategisch in de systeemwereld.
Praten met de jongeren en bespreekt wat zij nodig hebben = communicatief in de
leefwereld.
De sociaal werker heeft dus enerzijds de taak om het maatschappelijke systeem in
stand te houden. Anderzijds is het een taak van een sociaal werk om zich kritisch te
verhouden tot een overheersende systeem wereld, door uitwassen zoals
doorgeschoten efficiency of veiligheid denken aan de orde te stellen. Ieder mens heeft
sociale verbanden nodig om in te kunnen leven en de samenleving kan alleen bestaan
door de mensen die er deel van uitmaken, de sociaal werker probeert deze
wederzijdse afhankelijkheid beter te laten verlopen.
H 7.1 Sociale rechtvaardigheid, tot je recht komen als burger:
Als sociaal werker is je kerntaak het bevorderen van de mogelijkheden van mensen
om hun leven in eigen hand te nemen, in wisselwerking met hun omgeving. Van Riet
schrijft hier over dat mensen niet alleen tot hun recht moeten komen als persoon
maar ook als burger. De maatschappij ontwikkelt zich zodanig dat de
verantwoordelijkheid om te kunnen participeren steeds meer bij de individuele burgers
komt te liggen. Van Houten noemt de burger die hiertoe in staat is de
“standaard mens”. Dit is een persoon die gezond is en die in staat is om
betaald werk te verrichten. De mensen die niet op deze manier kunnen of
willen participeren noemt hij de “nieuwe marginalen”.
De filosoof Berlin maakt onderscheid tussen verschillende invullingen van
het begrip maatschappelijke vrijheid, die noemt hij positieve en negatieve
vrijheid.
Negatieve vrijheid: de mate waarin iemand niet door anderen wordt gehinderd in wat
hij wil doen. Die vrijheid is altijd begrensd.
Individuele vrijheid kan materieel (schutting bouwen buurman, uitzicht wordt verpest)
en niet-materieel zijn. (Vrijheid van meningsuiting, hierbij grenzen)
Negatieve vrijheid betekent nog niet dat iedereen ook werkelijk zijn doelen kan
bereiken stel dat iemand een zeer laag inkomen heeft. Negatieve vrijheid betekent
ook dat de hulpverlener geen verantwoordelijkheid van de cliënt overneemt maar
respecteert diens eigen keuzes.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evelienfonk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.