Dit document bevat aantekeningen van alle hoorcolleges van het van Forensische behandel- en zorgprogramma’s. Enkel hoorcollege 5 ontbreekt, omdat dit een soort werkcollege was met info uit eerdere colleges. Dit hoorcollege bevat dus geen nieuwe tentamenstof.
Hoorcollege 1, Forensische behandel- en zorgprogramma’s
Algemene uitgangsprincipes forensische behandeling
- Nodig voor het starten van een behandeling:
1) Intakefase -> uitzoeken wat er aan de hand is -> eigenlijk altijd een delict
-> wat is er bekend qua psychopathologie (needs)
2) Testen afnemen
3) Risicotaxatie afnemen
4) Welke risicofactoren zijn delict-
gerelateerd
5) Welke beschermende factoren
kunnen het risico bufferen ->
zoeken naar associaties tussen
risico- en beschermende
factoren, anders kunnen
beschermende factoren ook niet
als buffer werken tegen de
risicofactoren
Responsiviteit
- Specifiek -> eigenschappen vd dader die invloed hebben op het effect vd behandeling
-> bijv. intelligentie, leervermogen, bepaalde psychiatrische ziektebeelden die het niet toelaten dat
behandeling effect heeft op een dader en de taal die de patiënt spreekt
- Algemeen -> eigenschappen vd behandeling die het effect van behandeling minimaliseren
-> bijv. agressieve reacties vd behandelaar
- Ook statistische factoren zijn responsiviteitsfactoren -> bijv. leeftijd, geslacht en etniciteit -> kunnen invloed
hebben op de motivatie vd patiënt om een behandeling aan te gaan en hoe ze tegen behandeling aankijken
- Ook de motivatie vd patiënt is een belangrijke responsiviteitsfactor -> je moet onderscheid maken tussen
intrinsieke en extrinsieke motivatie -> je moet continu checken of de motivatie nog aanwezig is bij de patiënt
- Factoren die invloed kunnen hebben op overdracht en tegenoverdracht:
1) Verliefdheid
2) Gebrek aan motivatie bij de patiënt -> daardoor zelf minder gemotiveerd raken voor deze patiënt en
afglijden tijdens de behandeling -> dit moet je bespreken en indien nodig overdragen naar een collega
- Dadereigenschappen die het therapie-effect generen:
1) Gedachten -> hier zijn ze vaak heel sterk en stellig in
2) Gedrag -> dit lukt niet altijd, ook al zijn de gedachten en gevoelens wel positief veranderd
3) Gevoelens -> vaak hebben ze moeite om dit te bewerken
4) Gebeurtenis
En vooral de interactie hiertussen
- Je kunt het therapie-effect meten met RCT --------->
- Je gaat kijken of je verschillen vindt tussen de random
gemaakte controle en experimentele groep -> er
moet een significant verschil zijn tussen de twee
groepen wat betreft de effectiviteit vd behandeling
- De controle groep krijgt uiteindelijk ook de
behandeling, omdat het ethisch gezien verplicht is
,Effectiviteit interventies
- Een interventie heeft geen effectiviteit zonder werkbaar mechanisme
- Een RCT geeft weer welke behandelvorm wel of niet werkt, maar geeft niet weer waarom bepaalde
behandelingen wel of niet werken
-> doel vd interventie is vermindering van recidive
-> het mechanisme heeft invloed op deze relatie
-> het mechanisme is de reden waarom een bepaalde
interventie een positief effect heeft op de uitkomst
Voorbeeld:
-> interventie = hoofdpijn
-> mechanisme = stofje uit paracetamol
-> uitkomst = hoofdpijn weg
- Het werkbare mechanisme (WM) werkt niet Voorbeeld:
voor elke patiënt -> interventie = trauma
- Het WM is essentieel voor gedragsverandering -> mechanisme = een onderdeel van EMDR
-> uitkomst = trauma verwerken
Single case experimental design (SCED)
- Bedoeld om uitspraken te doen of er verandering plaatsvindt in gedrag, cognitie, emoties etc.
- Voordeel -> het kan individueel toegepast worden op een specifieke patiënt -> je kunt zo uitzoeken of jouw
specifieke patiënt een responder is of niet
- Een non-responder reageert niet op een bepaalde therapievorm -> voor diegene moet een andere
behandelvorm worden bedacht
- Responder staat niet gelijk aan responsiviteit!!!
- Slide 16 -> aangeleerd gedrag dooft vaak uit wanneer de interventie een tijdje stopt -> dus het lijkt te werken (B),
maar dooft weer uit als de interventie uitblijft (A)
Werken in de forensische praktijk
- Hypothese -> mensen die hoger scoren op beschermende factoren
hebben minder last van stress door werk -> is verworpen
- Dus factoren vanuit de positieve psychologie, zoals veerkracht en
wellbeing, zijn niet of nauwelijks geassocieerd met werk-gerelateerde
stress (al kan het nooit kwaad om hier hoog op te scoren)
, Hoorcollege 2, Forensische behandel- en zorgprogramma’s
Kernwaarden vd therapeutische relatie
- Responsvormen -> luisteren -> bijv. doorvragen
-> verruimen ->
-> confronteren-> bijv. grenzen stellen over gedrag en uitspraken
-> transparant -> bijv. dingen bij naam noemen en eerlijk zijn over je gevoelens
- Positie van zowel de behandelaar als de cliënt in de Roos van Leary
-> heeft invloed op de relatie tussen behandelaar en cliënt
-> als psycholoog moet je soms bewust overstappen op een
andere
interactiestijl ten behoeve vd behandeling voor een
specifieke cliënt
- Basishouding behandelaar
1) Not knowing stand -> oprecht willen begrijpen wat er aan de hand is, hoe iets werkt, hoe je iets moet
toepassen etc.
2) Bewust zijn van eigen communicatiestijl en indien nodig aanpassen
3) Bewust zijn van je eigen allergieën en wat dit voor invloed heeft in je contact met een cliënt
Cognitieve gedragstherapie
- Gaat ervan uit dat problemen worden beïnvloed en in stand worden gehouden door iemands gedachten en
gedrag
- Door het onderzoeken, bespreken en veranderen van dat gedrag en die gedachten nemen de psychische
klachten af
- Altijd klachtgericht en resultaatgericht
- Gericht op leergeschiedenis van disfunctionele interpersoonlijke ervaringen vd cliënt
- Als therapeut:
1) Heb je inzicht in dysfunctionele interpersoonlijke patronen
2) Begrijp je wat de instandhoudende factoren zijn van het probleemgedrag -> welke factoren worden door de
cliënt bewust in het leven gehouden en blijven maar voortbestaan
- Richt zich ook op hoe een patiënt probleemgedrag heeft aangeleerd -> onder welke omstandigheden, wat was
de coping / probleemoplossend vermogen en wat levert het iemand op
- Je moet prioriteiten stellen :
1) Klachten de duur ervan inventariseren
2) Waar heeft de cliënt het meeste last van? Stel de wondervraag (wat is de ideale wereld vd cliënt)
3) Klachten clusteren
4) Rond de 2-3 klachten selecteren
- Het gaat om principes (en niet om procedures) -> het gaat om de leerprocessen (en niet om de techniek)
Functieanalyse (FA)
- Het is een verklarende hypothese over de factoren die problematisch gedrag in stand houden
-> de verklaring wordt gezocht in de cognitieve representaties van positieve consequenties die (volgens de
patiënt) zijn verbonden aan het problematische gedrag
- Allereerst moet je vaststellen wat het probleemgedrag is -> soms vindt jij iets probleemgedrag en ziet de cliënt
dit anders
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper hmschakel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.