Soorten onderzoek
1. Cross-sectioneel / Dwarsdoorsnede onderzoek → op een bepaald moment in de tijd wil je
antwoord op je vraag vinden, maar daarvoor gebruik je mensen die op verschillende periodes in
hun leven zitten (leeftijdsverschillen!)
2. Interventie-onderzoek → op willekeurige (random) manier wordt een groep mensen gekozen
voor het onderzoek. Er is onderscheid tussen een experimentele groep (ondergaan pre-test,
interventie en post-test) en een controlegroep (ondergaan alleen de pre-test en post-test). Als
de post-test een significant verschil laat zien, kan dit worden toegeschreven aan de interventie.
3. Longitudinaal cohort onderzoek → een groep mensen wordt door de tijd gevolgd. Er is
onderscheid tussen een groep die wel en een groep die niet wordt blootgesteld aan een
bepaalde factor. Door de tijd wordt dan gekeken of er een effect optreedt bij beide groepen.
a. Prospectief → blootstelling aan variabelen wordt nu gemeten → volgen in de tijd en
afwachten tot ziekte/aandoening ontstaat
b. Retrospectief → van huidig zieke personen kijken welke variabelen ze in het verleden
hebben gehad
Pyramide van Evidentie Soorten artikelen
Review = overzichtsartikel van de literatuur
samengesteld door experts
Systematic review = systematisch
opgesteld overzichtsartikel van de literatuur
samengesteld door experts (hoogste
bewijsvorm)
Originele / Oorspronkelijke artikelen =
wetenschappelijke studies naar 1 of meer
patiënten
Risico en prognostische factoren
Een risicofactor is elke eigenschap, karakteristiek of blootstelling van een individu die de kans op het
ontwikkelen van een ziekte of aandoening verhoogt. Soms is hier sprake van een gezondheids
beïnvloedende factor (zoals teveel zout leidt tot een hogere bloeddruk). Er zijn altijd meerdere
risicofactoren (variabelen) die de oorzaak zijn van een ziekte of aandoening.
De ernst van een risicofactor = aanwezigheid van de risicofactor * blootstelling aan de risicofactor
Een prognostische factor is een factor die van invloed is op het verloop van de ziekte/aandoening nadat
deze al gestart is. Er zijn 2 vormen:
- prognostische factor → invloed op het ‘natuurlijk verloop’
- predictieve factor → invloed op het verloop door therapie of medicijnen
Screening
Er zijn 2 vormen van screening. De eerste vorm is DTF, waarbij gekeken wordt of de persoon terecht bij
de fysiotherapeut is omdat deze persoon zonder verwijzing hier terecht is gekomen. Daarnaast is er
screening op gezondheidsrisico’s, wat toegepast wordt om te bepalen of er risico is op ziektes of
aandoeningen. Er wordt dan gekeken naar of onderzoek en behandeling anders moeten verlopen.
,Preventie
Preventie is het voorkomen van het krijgen van een ziekte of aandoening. Er zijn 4 vormen:
1. Universeel (collectief) = verbeteren/beschermen van de gezondheid van de hele bevolking
→ je kijkt naar risicofactoren
2. Selectief (collectief) = voorkomen dat de aanwezigheid van risicofactoren daadwerkelijk leidt tot
het krijgen van een ziekte bij grote groepen mensen met 1 of meerdere risicofactoren
→ je kijkt naar risicofactoren
3. Geïndiceerd (individueel) = voorkomen dat klachten zich uitbreiden tot een ziekte of aandoening
bij 1 persoon → je kijkt naar prognostische factoren
4. Zorggerelateerd (individueel) = voorkomen van een slechtere kwaliteit van leven bij 1 persoon
→ je kijkt naar prognostische factoren
Meten van risicofactoren
Het meten van risicofactoren kan met behulp van gesloten vragen van een lijst met gesloten vragen: de
PAR-Q lijst (Physical Activity Readiness Questionnaire). Als er op 1 of meer vragen ja wordt geantwoord
moet er eerst contact gezocht worden met een arts, waar als op alle vragen nee wordt geantwoord veilig
gestart kan worden met het onderzoek.
,Praktijklab 1
De dorsale schoudergordel De ventrale schoudergordel
Tuberculum majus humeri = 2
= laterale knobbel van de humerus
Sulcus intertubercularis = groeve
tussen tuberculum majus humeri (2) en
tuberculum minus humeri (3)
Tuberculum minus humeri = 3
= mediale knobbel van de humerus
epicondylus lateralis/medialis humeri
, Ligamenten van de schouder - ventraal
Het coracoclaviculare
ligament bestaat uit een
trapezoïde ligament (nummer
5) en een coracoid ligament
(ligament rechts van nummer
5). Het gewrichtskapsel bestaat
uit superieure, intermediaire en
inferieure glenohumerale
ligamenten.
Bewegingen van de scapula (schouderblad)
1. Elevatie = schouders naar boven bewegen → schouderblad gaat omhoog
2. Depressie = schouders naar beneden bewegen → schouderblad gaat omlaag
3. Protractie = schouders naar voren brengen → schouderblad gaat naar voren
4. Retractie = schouders naar achter brengen → schouderblad gaat naar achter
5. Laterorotatie → schouderblad draait naar de zijkant (bijv. als je de arm > 100° naar boven brengt)
6. Mediorotatie → schouderblad draait naar binnen (bijv. bij retroflexie)
7. Anterior tilt = schouders eerst omhoog en dan naar voren brengen → schouderblad kantelt naar voren
8. Posterior tilt = schouders eerst omhoog en dan naar achter brengen → schouderblad kantelt naar achteren
De schouder en schoudergordel
De schouder bestaat enkel uit het art. humeri en staat bewegingen toe tot ongeveer 110°. Bewegingen
daarboven worden mogelijk gemaakt door de schoudergordel. Dit bestaat uit:
● SC-gewricht → art. sternoclavicularis
● AC-gewricht → art. acromioclavicularis
● schoudergewricht → art. humeri
● spier-gewricht → art. scapulothoracale (geen echt gewricht, beweging komt door spieren)
● CTO → cervicothoracale overgang (C6-T4)
Daarnaast is er onderscheid tussen 2 systemen:
1. Glenohumerale systeem
a. art. humeri
b. junctura subacromialis
c. bicipitale glijmechanisme: het schouderblad beweegt mee bij beweging van de armen
2. Scapulothoracale systeem
a. primair
i. art. acromioclavicularis
ii. art. sternoclavicularis
iii. junctura scapulothoracale
b. secundair
i. artt. costovertebrales (T1-T9)
ii. artt. costotransversariae (T1-T9)
iii. artt. intervertebrales (C4-T9)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper larsklomp. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.