1.1 Communicatie en massacommunicatie
Indeling op basis van doelpubliek:
- Interpersoonlijke communicatie à 1 of enkele ontvangers.
- Massacommunicatie à je probeert zo een groot mogelijke groep te bereiken, de boodschap is
afgestemd op de doorsnee-ontvanger en de communicatie verloopt indirect.
Burgerjournalistiek à nieuws dat buiten de gevestigde media verzameld, geschreven en gepubliceerd
wordt, door niet vakmatige journalisten. Bv; berichten ivm opstanden, natuurrampen, aanslagen
De ontvangers van op specifieke doelgroepen gerichte massamedia worden in de vakliteratuur
aangeduid met de term ‘nichepubliek’
1.2 Visies op de macht van media
• Almachtstheorieën: tot ongeveer 1945 gingen wetenschappers ervan uit dat de macht van de
media heel ver ging en dat het publiek heel sterk werd beïnvloed. Het gaat daarbij telkens om
afzonderlijke boodschappen.
• Relativeringstheorieën: vanaf 1945 tot 1965 probeerden wetenschappers aan te tonen dat er
weinig tot zelfs geen invloed en effect was van de media op het denken en het gedrag van het
publiek.
• Machtstheorieën: vanaf ongeveer 1965 groeit opnieuw het geloof in de macht van de media.
Het gaat daarbij niet om afzonderlijke, maar om het geheel van de boodschappen.
1.2.1 Almachtstheorieën (tot 1945)
• De injectienaaldtheorie: (of magic bullet theory)
- Mens wordt beschouwd als een soort holle ruimte (spons)
- Boodschappen worden als kogels afgevuurd op een willoos, passief publiek.
- De ontvangers hebben geen kritiek t.o.v. de boodschap, dus is deze methode heel
gevaarlijk.
- Iemand zonder eigen mening of voorkeur neemt alles over wat via de media wordt
aangeboden.
Vb; Hitler en zijn minister van Propaganda, Joseph Goebbels monopoliseerden de massamedia om
het Duitse volk achter de nazipartij te scharen. Het publiek kreeg 1 boodschap waar het niet
onderuit kon. De visie werd versterkt door de gevolgen van Hitlers beleid.
1.2.2 Relativeringstheorieën (1945 – 1965)
Meer aandacht aan de ontvanger en de actieve rol van het publiek. Het publiek is geen passieve
ontvanger meer maar actief en in zekere zin kritisch.
• Uses and gratifications benadering:
- Bepaalde behoeften (uses) die bevredigd (gratification) moeten worden.
- Wanneer massamedia aan de behoeften voldoen, gaan mensen er actief naar
opzoek en stellen ze zich er dus aan bloot.
- De inhoud van de media is multifunctioneel; er kunnen meerdere behoeften
tegelijkertijd worden vervuld:
§ Cognitieve behoeften: kennis + informatie
§ Affectieve behoeften: wegnemen van eenzaamheid
§ Persoonlijke integratieve behoeften + sociale integratieve behoeften:
versterken van zelfvertrouwen (persoonlijke status verbeteren en versterken
van de contacten met de omgeving
§ Spanningsverminderende behoeften: ontsnappen van de werkelijkheid
, Vb; Herta Herzorg (sociaal wetenschapper 1910 – 2010)
à Kwalitatief onderzoek via diepte interview bij huisvrouwen en soapseries. 3 categorieën van
gratifications:
- Emotionele ontlading: door luisteren naar problemen van anderen, ondervonden de
huisvrouwen bij zichzelf een emotionele opluchting en rust.
- Wishful thinking: via het gedrag van de personages voelden ze plaatsvervangende
bevrediging.
- Advies: luisteraars leerden uit de ervaringen van de personages en hoe ze
gelijkaardig in situaties kunnen reageren.
Kritieken:
- Elke onderzoeker stelde bij zijn studie een eigen lijst van behoeften of motieven
samen.
- Critici vonden dat de uses and gratifications – benadering subjectief en
individualistisch was, omdat ze de ontvangers voorstelde als mensen die bewust en
autonoom handelen en selecteren uit het media – aanbod.
- Uit het onderzoek bleek dat het publiek helemaal niet zo actief was als de
benadering voorstelde.
- De benadering ging over een unidirectionele oorzaak – gevolg – visie, maar in
omgekeerde richting in vergelijking met de almachtstheorieën.
• Balanstheorie:
1957 Leon Festinger à cognitieve dissonantietheorie
Opinies, attitudes en gedrag komen niet overeen à cognitieve dissonantie
Dit kan voor een onaangename mentale spanning zorgen.
Je kan bv je attitude aanpassen aan je gedrag of andersom.
Mensen streven naar een zekere mate van evenwicht waarin hun opinies en attitudes
overeenkomen met hun gedrag à cognitieve consistentie
Kritieken:
- De mate van dissonantie is moeilijk vast te stellen en je kunt je afvragen of die
überhaupt meetbaar is.
- De theorie is te weinig gericht op longitudinaal onderzoek en zoomt te veel in op
onmiddellijke reacties op basis van bepaalde boodschappen. Op die manier gaat hij
voorbij aan het gegeven dat mensen reageren op een complex geheel van stimuli.
- De uitgevoerde experimenten die de theorie moesten bevestigen, waren niet
realistisch genoeg. De proefpersonen kregen immers min of meer gedwongen
keuzes opgelegd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisevervloet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.