H4 beeldvorming over de werkelijkheid
Selectieproces en – criteria
Rob Wijnberg: “er gebeurt zoveel in de wereld en er zijn zo onvoorstelbaar veel manieren om die wereld te
beschrijven, dat het eigenlijk iedere dag weer een verrassing zou moeten zijn wat er in de krant staat of op het
journaal komt. Dit is zelden het geval.” à volgens hem komen in het nieuws steeds dezelfde thema’s aan bod.
Inhoudelijke criteria:
Actualiteit Corona, stakingen
Afwijking Aanslag, geboorte, dood, vliegtuig crash
Belangrijke personen Koning, president, bekende persoon
Conflicten Oorlog, ruzie, verkiezingen
Dichtbij Tot provincie, stad
Emotie Bv, beeld aangespoelde jongen
Het nieuws is volgens Wijnberg een zeer specifieke, vaak beperkende en soms misleidende blik. Hij spreekt dan van
een selectieve, conservatieve en repetitieve uitsnede van de wereld.
§ Selectief: uitzonderingen (conflicten, ongevallen, vreemde voorvallen, …) die volgens de media – aandacht
veel groter, belangrijker en problematischer lijken dan ze in werkelijkheid zijn.
§ Conservatief: de nieuwsmedia focussen graag op toenemende agressie en het morele verval in onze
maatschappij. De media doen ons onbewust geloven dat de wereld er vandaag slechter aan toe is dan
vroeger.
§ Repetitief: steeds dezelfde gebeurtenissen worden belicht.
Vb;
Selectieve uitsnede Corona, vluchtelingen, klimaat
Conservatieve uitsnede Diefstallen, kleine criminele misdaden
Repetitieve uitsnede Aanslagen, sport, verkiezingen
Manipulatie
Elke dag word je geconfronteerd met duizenden beelden uit dagbladen, folders, reclame – panelen, films, … een
groot deel van die beelden wordt niet waarheidsgetrouw weergegeven, maar gemanipuleerd.
Ë Vormen van beeldmanipulatie:
§ Ensceneren:
- Op voorhand wordt er afgesproken om een bepaalde situatie in beeld te brengen
- Door keuze van decor, bepaalde achtergrond, het regisseren van de acteurs en het
aanmoedigen van publiek
- Moeilijk te bewijzen een bepaalde situatie geënsceneerd werd
§ Registreren:
- Technische hulpmiddelen (beeldkaders, camerastandpunten met een groothoeklens, filter)
- Er wordt een ander effect gecreëerd door verschillende filters bijvoorbeeld.
§ Bewerken:
- Photoshop (mensen of dingen verwijderen of toevoegen op een beeld)
§ Presenteren:
- Manier waarop een afbeelding wordt gepresenteerd kan de interpretatie van het beeld
beïnvloeden (bv, titel of tekst en de context)
, Ë Motieven van manipulatie:
Verschillende drijfveren of motieven kunnen aan de basis liggen van manipulatie.
§ Humoristisch:
Fotograaf manipuleert de beelden op een speelse manier, zodat de werkelijkheid duidelijk is, maar ook
grappig wordt vervormd.
§ Esthetisch:
Schoonheidsfouten worden weggewerkt (retoucheren), er wordt gewerkt met kleuren en contrasten.
§ Pragmatisch:
Sommige manipulaties gebeuren uit praktische overwegingen.
§ Ethisch:
Fotograaf censureert zichzelf om het publiek niet te choqueren of hij vermijdt onnodige gruwel of inbreuken
op de privacy.
§ Legalistisch:
Fotograaf manipuleert beelden om rechtsvervolging te vermijden
§ Ideologisch:
Beelden worden gemanipuleerd vanwege een bepaalde overtuiging, zodat de interpretatie van de
werkelijkheid gestuurd wordt.
2 bijkomende vragen:
§ Is de manipulatie bewust (intentioneel) of onbewust (spontaan)?
§ Is er spraken van commerciële motieven (lucratieve drijfveren) of gaat het eerder om idealistische motieven
(persoonlijk engagement, zoals beroepseer en artistieke visie)?
Er worden 2 continuüms ontstaan, waarbij de verschillende motieven als volgt worden weergegeven: