SV Actoren in de rechtshandhaving o De paradox van de criminele notabele of notabele Niet direct toepasbaar op NL à enkele kanttekeningen
Probleem 1 – Strafrechtelijke actoren crimineel: crimi gedrag van WC eerder gedefinieerd als § Geen universeel verschijnsel: aard politiewerk is overal ongeveer
Met welke maatschappelijke ontwikkelingen en organisatorische administratief dan strafrechtelijk hetzelfde
kenmerken hebben de actoren in de praktijk te maken? § Selectiviteit in oplossing van misdrijven § Onterecht uitgaan dat politiecultuur binnen landen homogeen is;
(a)Hoe gaan de actoren met deze ontwikkelingen en kenmerken om? o De recherche: reactief; met te weinig binnen politiecultuur bestaan subculturen
(b)Wat zijn hiervan de bedoelde en onbedoelde gevolgen? aanknopingspunten wordt zaak niet behandeld § Onderzoek richt zich vooral op meest zichtbare + traditionele deel
Hoe presenteren de actoren zich en hoe verantwoorden zij hun o Ongelijke kansen op opheldering: sommige misdrijven van politiewerk, terwijl cultuur van beleidsmakers, analisten en
optreden/resultaten? opsporingsindicaties; Deze misdrijven zijn ‘self-detecting’ leidinggevende geen/minder aandacht krijgen.
omdat dader is geïdentificeerd (incest, rijden onder invloed,
Hoe zelf onderzoek doen? winkeldiefstal). Stresscoping model van politiecultuur = waarom bestaat politiecultuur
2-Politie en justitie als ‘people processing’ organisaties en kent deze cultuur van verschillende locaties overeenkomsten?
Leerdoel 1: Maatschappelijke ontwik + organi kenmerken. § Doel politie = criminaliteit bestrijden
Van de Bunt (1992). Selectiviteit in strafrechtelijke organisaties. § Er wordt uitgegaan dat politiecultuur begrepen moet worden
§ Doelverplaatsing (goal displacement) = niet primair gedreven vanuit de pogingen van politiemensen om antwoorden te vinden
De strafrechtspleging is een filter (zie W3): de strafrechtsplegers door officiële doelen van organisatie (rechtsbescherming, <crimi)
maken keuzes tussen diverse beslissingsmogelijkheden (vrijlaten, op de spanningen die hun werk met zich meebrengt, zowel
maar informele doelen (efficiëntie); resultaat = moeilijke zaken extern (gevaren + risico’s op straat) als intern (=leidinggevende en
berechting, onvoorwaardelijke gevangenisstraf etc.) Aan de beslissers vermijden
wordt daarnaast een grote discretionaire bevoegdheid toegekend sturing van hun werk).
o Gunstige condities doelverplaatsing: doelen van § Statische benadering
strafrecht zijn vaag; discretionaire bevoegdheid is Kantinecultuur = onderzoek naar politiecultuur is vooral gebaseerd op
Er is sprake van ongelijkheid in de strafrechtspleging: kans om berecht groot en weinig organisatorische controle à ook wij
te worden voor een gepleegd misdrijf is ongelijk verdeeld over de wat politieagenten elkaar of een onderzoeker vertellen à roddeltantes
merken er niet veel van wat daar gebeurt § De verhalen die politiemensen elkaar vertellen moeten worden
bevolking (etnische minderheden zijn vertegenwoordigd itt fraude) 3-Organisatieculturen
à rechter moet beslissen zonder aanziens des persoons; iedere burger gezien als een reactie op de frustraties die zij in hun werk
§ Politiecultuur (Hulst)= gekenmerkt door combinatie van ontwikkelen. Zij hebben vaak een (wens)beeld van politiewerk als
is gelijk voor de wet, maar: (onvoorspelbaar) gevaarrisico en van gezagsuitoefening +
§ Discriminatie: beslissers hanteren welbewust irrelevante spannend en vol actie maar in de sleur van alledag komt daar
aanwezigheid van een sterke onderlinge solidariteit met grote weinig van terecht (verveling) (Waddington). In de kantine staan
criteria sociale afstand tot (vijandige) buitenwereld.
§ Selectiviteit (onbedoeld en onbewust): belangrijk geachte gebeurtenissen centraal; geen opvolging
§ Er bestaat een verband tussen organisatiecultuur en wijzen van informele regels maar constante productie en reproductie van
Þ Vb. Marokkaanse jongeren plegen vaker opzichtige straatcrime itt
belastingfraude
politieoptreden wat leidt tot selectiviteit: betekenis
o Verdenking obs stereotypen misdaad en criminelen § Dynamische benadering
Er is selectiviteit in het strafrecht, dit is terug te zien bij 3 domeinen: o Incidenten op straat (vandalisme, inbraak) vallen § Statische benadering à verzet Shearing & Ericson (1991) à
1-Reactiviteit eerder binnen strafrechtelijke termen dan incidenten dynamische benadering
§ Opsporing en berechting worden bepaald door achter muur van organisatie (corruptie, milieu) of
aangiftebereidheid à ongelijkheid aangiftebereidheid werken gezin (mishandeling) Oude vragen en nieuwe wegen: waarom blijft het op de agenda staan?
door in politiële opsporingsresultaten o Politie meer aangetrokken tot spanning en actie dan § Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen voor nieuwe problemen
§ Twee typen systemen volgens Black: papierwerk fraude + vraagstukken; massamedia, politiek; etnisch profileren (zoeken
o Reactief: afhankelijk van initiatief burger à systeem § Cultuur van rechterlijke macht: strafrecht ultimum remedium; naar culturele vraagstukken waarom)
reageert op impulsen van buitenaf terughoudendheid; soms eerder bestuursrecht § Klassieke vragen en thema’s blijven van belang; beperkingen
o Proactief: opereren uit eigen beweging à o Hoe leidt dit tot selectiviteit? We straffen recidivisten eerdere onderzoeken & verschillen en overeenkomsten
rechtshandhaving (eigen caseload samenstellen) zwaarder dan mensen met een baan § Door uiteenlopende ontwikkelingen hebben waarden, symbolen
Strafrecht (de politie) werkt niet als proactief maar als reactief en betekenissen veel van hun vanzelfsprekendheid verloren; wat
rechtssysteem à omvang en samenstelling van werkaanbod wordt niet Hulst, Kolthoff & Terpstra (2016). Politiecultuur. is zinvol werk?
door politie en justitie bepaald, maar door anderen; zo werken Kenmerken politiecultuur Reiner
ongelijkheden in aangiftebereidheid door in politiële opsporingsresultaten
§ Gevoel belangrijke missie Kolthoff, Loyens & Verhage (2016). Street level bureaucracy.
§ Selectiviteit in aangifte van misdrijven § Sterke oriëntatie actie en spanning op werk
o Verschillen in darknumber; crimes without victims en Street level bureaucracy paradox: op straat beslissen politiemannen
§ Cynisme en pessimisme over mogelijkheden de wereld te zelf binnen de regels hoe ze optreden, maar op bureaucratisch niveau
misdrijven zonder bewust slachtoffer. Misdrijven proactief
verbeteren en problemen afdoende op te lossen zijn er regels waar agenten zich aan moeten houden (=tegenstrijdig).
politieoptreden hoog dark number.
§ Wantrouwen tegenover mensen buiten politie i.c.m. sociaal Hierdoor kunnen gestelde doelen niet behaald worden, omdat ze op
§ Objectieve zichtbaarheid (ingeslagen ruit)
isolement politiemensen en te veel nadruk onderlinge solidariteit verschillende levels uitgevoerd worden; autoriteit vs. autoritaire regels
§ Subjectieve zichtbaarheid (geweld in gezin; zie
je door blauwe plekken in zwembad) § Cultus rondom ‘mannelijkheid’ § Bureaucratie: het geheel aan autoritaire regels en structuren
o Aangiftebereidheid hangt af van sociale afstand § Politiek en cultureel maatschappelijk conservatisme § Street level: autonomie en improvisatie
slachtoffer en misdadiger § Anti-intellectueel pragmatisme
1
,Frontlijnwerkers/street-level-bureaucrats: mensen die publieke taken § Afstand verkleinen tussen OM en politie deels gelukt, maar OM
uitvoeren (VB: wijkagenten, toezichthouders, handhavers, advocaat). domineert nog steeds Leerdoel 2: Hoe gaan de actoren met deze ontwikkeling om en wat
§ Beperkt in tijd, niet altijd toegang tot bepaalde info/bronnen en 3-Snelheid zijn hierbij de bedoelde en onbedoelde gevolgen?
moeten in die omstandigheden op de juiste manier beslissingen § Snel de zaken afhandelen Kolthoff, Loyens & Verhage (2016). Street level bureaucracy.
nemen § Het gaat heel snel (van 9 maanden naar 1 dag) Dilemma’s
§ Hebben discretionaire ruimte (=vrijheid om zelfstandig te 4-Zorgvuldigheid Het werk is onvoorspelbaar en de frontlijnwerker moet continu
oordelen of te acteren) à deze wordt beperkt door regels + § Snelle procedures hebben negatieve invloed op de zorgvuldigheid afwegingen maken tussen enerzijds voorgeschreven regels en
structuren gemaakt door wetgevers/organisaties; kunnen § Niet compleet en grondig onderzoek procedures en anderzijds de wensen en behoeften van de
sancties aan publiek opleggen § Dingen waar gelet op moet worden bij zorgvuldigheid burgers/cliënt en de gegeven context in een specifieke (steeds unieke)
Maken vaste routines, patronen en simplificaties (reactie op probleem o Niet altijd tijd om volledige rapporten te lezen (dus situatie (richt zich meer op cliënt).
van weinig tijd/bronnen) à people processing systems (Van de Bunt) kans op incomplete informatie) De SLB ontwikkelt daartoe de volgende copingmechanismen (Lipsky):
o Als dader tijdens ondervraging misdaad opbiecht kan § Cutting corners = slordig werk afleveren, gericht op het behalen
Nederlandse term is frontlijnwerker; vanuit 2 narratieven benaderen: dit bij ASAP niet meegenomen worden van de outputbelangstellingen in plaats de kwaliteit van het werk
1) State-agent narrative: overheid gaat er van uit dat o Meer complexe zaken eigenlijk niet met ASAP § Liegen = window dressing = een zaak op zo’n manier registreren
frontlijnwerkers hun ruimte gebruiken om werk gemakkelijker, behandeld worden omdat meer onderzoek + aandacht dat het lijkt alsof je aan je beleidsdoelstellingen voldoet i.p.v. dat
veiliger en aantrekkelijker te maken. Dit is de manier om met nodig is. je daadwerkelijk daaraan hebt bijgedragen.
stress v/h werk om te gaan. Daardoor noodzakelijk dat er 5-Zinvolheid § Sampling bias/creaming = vooral zaken behandelen die
maatregelen zijn om die ruimte te reguleren (overheid wilt dat § Laatste doel van ASAP is ‘zinvolle interventies’ promoten, gemakkelijk zijn, die tot snelle succesvolle afdoeningen kunnen
werker zich streng aan de regels houdt) hiervoor is gedetailleerde informatie nodig. leiden of er goed mee kan scoren.
2) Citizen-agent narrative (frontlijnwerkers zelf): het handelen naar § Het is meestal heel uniform (standaard aanpak) want het Frontlijnwerk kan leiden tot favoritisme, stereotypering,
wat de burger en de samenleving op dat moment vraagt. Het moet zo snel mogelijk lopendebandwerk en creaming (=meer aandacht aan cases waarin
gedrag wordt meer gestuurd door behoeften van burgers dan succes verwacht wordt).
door beleidsregels. Terpstra & Trommel (2009). Police, managerialization and
presentational strategies. Copingsmechanismen, routines en beslissingen van SLB’ers groeien uit
Hoe leidt street level B tot selectiviteit? Verandering plaatsgevonden bij de politie tot beleid. à Als beleidsmakers niet meebewegen, kan de kloof tussen
Dit leidt ertoe omdat mensen de kans hebben om zelf per situatie te § Het volk heeft verhoogde veiligheidsperceptie, druk op politie, het beleid(law) in the books en het beleid in action vergroot worden.
kiezen wat ze in het specifieke geval doen. Als ze dan andere doelen weinig vertrouwen in politie maar wel hoge verwachtingen.
kiezen dan de officiële kan dit leiden tot selectiviteit (VB. Waarom een § Er is een afname legitimiteit (sinds de jaren 80); legt uit aan de Ene actor gaat ermee om door routinematig te werk te gaan (zoals OM)
delict wel of niet opsporen? Doel kan zijn: op tijd thuis zijn) burgers waarom zij zich aan de regels moeten houden & het gaat en andere actoren, zoals reclassering leggen meer nadruk op de cliënt
om het vertrouwen wat de burgers hebben in de politie zelf. Ook binnen en tussen organisaties zelf à is moeilijk
Salet & Terpstra (2019). ASAP + managerialization. o Definitie legitimiteit = of ze hun werk goed doen
Manageralisatie binnen politie + strafproces sinds 1990 § Er zijn ook meer eisen gekomen: we verwachten meer van de Salet & Terpstra (2019). ASAP + managerialization.
(= verbeteren van performance efficiëntie) politie maar ze mogen ons niet lastigvallen met bijvoorbeeld Gevolgen ZSM/ASAP
§ In 2011 is er in Nederland ZSM (ASAP) gekomen (Zo Snel privacy beperking. Criminelen oppakken maar als het in onze Positief
Mogelijk) à een strategie om het verwerken van veel eigen kring gebeurt moeten ze oppassen. Als ze ons een boete § Meer aandacht veelvoorkomende criminaliteit
voorkomende kleine criminaliteit sneller en efficiënter te maken. geven voor door rood rijden zijn het sukkels. § Nauwere samenwerking
Het is gebaseerd op een nauwe samenwerking tussen politie, het § Door middel van nieuw management probeert de politie het § Snellere afhandeling
OM en andere strafrechtelijke instanties vertrouwen terug te winnen, door laten zien effectiviteit en Negatief
§ Efficiëntie kan negatief uitpakken door een te snelle procedure = efficiëntie § Nog steeds veel zaken in de la geschoven
in de knel met de strafrechtelijke waarde § Soms beslissen op basis van incomplete info
Van de Bunt & Van Gelder (2012). The Dutch prosecution service. § Rechtswaarden in geding door nadruk op snelheid en efficiëntie
De ondervonden werking in de praktijk van de doelen van ASAP OM heeft in de laatste jaren veel veranderingen doorstaan: § Grotere afstand tussen dader en OvJ (persoonlijke info wordt
1-Aandacht § Intermediair orgaan ontstaan in strafrechtsysteem; tussen gemist)
§ Voor kleinere criminaliteit onderzoek (politie) en berechting (rechters) in
§ Een beetje gelukt; veel speciale afdelingen bureaus; toch ook nog § Doelmatigheidsprincipe: aanklagers besluiten of mensen Terpstra & Trommel (2009). Police, managerialization and
aparte afdelingen jeugd en heterdaad; soms alsnog geen prio worden berecht of niet; OvJ opereren vrij onafhankelijk in presentational strategies.
2-Samenwerking zaak Door middel van New Management probeert de politie het
§ OvJ stuurrol gekregen in afhandelen kleine criminaliteit; agenten § Vervolger is gatekeeper in rechtszaal vertrouwen terug te winnen à nieuwe presentatie; strategieën die
minder autonomie want OvJ bemoeit meer § Nieuw computersysteem (BOS-Polaris) waarmee kleine gericht zijn op het herstellen van de legitimiteit van de politie
§ Contact minder persoonlijk want bijna al het contact verloopt zaken afgedaan worden
automatisch via computer NPM (new public management) = het overnemen van zakelijke ideeën
en dingen die je binnen een bedrijf doet
2
, § Idee dat je de overheid kan organiseren zoals je een bedrijf 3-Ambtenaar
organiseert § Legt verantwoording af aan de MvJ Consequenties van toenemende abstractie
o Bedrijf werkt snel en overheid werkt langzaam § Gefocust op het naleven van richtlijnen en beleid § Kwetsbaarheid van de politie: mindere middelen om op te
o We willen dat de veiligheid ook zo efficiënt geregeld § Kijkt niet naar specifieke zaken maar meer naar problemen in merken of het mis gaat
wordt grotere context § Ze zijn minder geïnformeerd, dus moeilijker om problemen op te
§ Manageralisatie: overnemen van zakelijke ideeën en praktijken in lossen
niet-marktsectoren Binnen het OM is er spanning tussen de rol van de OvJ als magistraat § Interne fragmentatie leidt tot nieuwe problemen
§ 1 nieuw principe domineert NPM: het belang van verbeteren van die alle belangen weegt en wiens grootste zorg onpartijdigheid is, als § Andere problemen zoals vermindering
prestaties in de publieke sector (Vb. landelijke politie ingevoerd) werker die alles efficiënt wil hebben en als civil servant wiens grootste verantwoordelijkheidsgevoel onder agenten
belang de effectiviteit van het strafrechtsysteem is. § De rol van street-level bureaucrats wordt steeds minder omdat
Twee soorten legitimiteit: § Door de hoge werkdruk is de rol van de OvJ steeds verder de politie nu alles volgens richtlijnen en online moet afhandelen
§ Inhoudelijke legitimiteit = echte materiële verandering in verschoven van magistraat naar frontline worker, die efficiënt (minder discretionaire bevoegdheid).
organisatiedoelstellingen, structuren en processen of sociaal werkt, en waarbij kleine zaken nu automatisch worden bekeken,
geïnstitutionaliseerde praktijken (programma’s/beleid) en niet meer individueel. Multichannel model: burgers kunnen verschillende kanalen gebruiken
§ Symbolische legitimatie = heeft tot doel de betekenis van de § Er wordt daardoor minder gekeken naar de omstandigheden van om in contact te komen met politie; internet; telefoon; langsgaan bij
organisatie en haar praktijken te transformeren (politie- het geval, maar het proces is juist gestandaardiseerd o.a. door de politiebureau à nadelen:
uniform/politieauto) opkomst van het BOS-Polaris systeem. § Heeft voor veel afstand gezorgd; geen direct contact meer
§ Mensen die niet over computervaardigheden beschikken komen
De nieuwe managementstrategieën van de politie om de legitimiteit te Terpstra & Fyre (2019). Police, managerialization and presentational moeilijk in contact met politie
herstellen kunnen een paradox creëren: afzwakking legitimiteit à strategies. § Emotie kan niet gedeeld worden via telefoon of internet zoals het
“zakelijk” optreden politie (meer productiviteit) à nog meer afzwakking In 2013 heeft de politie enkele hervormingen doorgemaakt; kregen in persoon wel zou gebeuren
hierdoor een formeler karakter; heeft ervoor gezorgd dat politie
Van de Bunt & Van Gelder (2012). The Dutch prosecution service. veranderde in “Abstract Police”. Mcdonaldisation: zo efficiënt mogelijk maar dit kan ook zorgen voor
De beslissingen die het vaakst buiten het gerechtsgebouw plaatsvinden vervaging van het menselijk oordeel. Abstracte politie kan gezien
zijn om niet te vervolgen en transacties (geldboetes bijv.). Veranderende denkbeelden worden als mcdonaldisation van de politie
Gevoelige zaken, bv door veel media-aandacht altijd OvJ betrokken, 1. Sinds jaren 80 moet politie voldoen aan doeltreffendheid, à Iron bureaucracy: afhankelijk van anonieme actoren en IT-
echter zijn er ook standaard zaken die automatisch worden afgedaan economie en doelmatigheid. Moest gebeuren door centralisatie, informatie.
= BOS-Polaris bureaus sluiten, afhankelijkheid op IT.
§ Nieuw computersysteem (BOS-Polaris) waarmee kleine zaken Leerdoel 3: Hoe presenteren de actoren zich en hoe verantwoorden
2. Intelligentie-geleide politie: meer probleem-georiënteerde
afgedaan worden zij hun optreden/resultaten?
aanpak. Risicomaatschappij, vaak gebaseerd op data.
§ Werkt met puntensysteem (fietsendiefstal = 10 punten, inbraak Terpstra & Trommel (2009). Police, managerialization and
3. Kerntaken: hierdoor verwerpen van bepaalde taken doordat de presentational strategies.
60 punten); waarbij omstandigheden puntenaftrek of verhogen
aandacht hier niet op ligt. Politie is dus op zoek geweest naar strategieën om ondermijnde
punten
o Tot 30 punten = transactie legitimiteit te herstellen à beste voorstel was de zakelijke presentatie
Abstract police = politie is zowel intern als extern afstandelijker van de politie-eenheid à hadden het idee dat wanneer ze konden
o 31 tot 60 punten = (taak)straf
geworden, onpersoonlijk en formeel, minder direct. Ook wordt de
o + 60 punten = zaak in rechtszaal laten zien dat ze goed en efficiënt te werk gingen dat mensen weer
personele kennis van officieren minder, dit wordt vervangen door
o +120 punten = gevangenisstraf vertrouwen kregen.
‘kennis van het systeem’ en data op de computer.
§ Meer samenwerking (driehoeksoverleg) § Nieuw principe domineert NPM: belang van het verbeteren van
Schaalvergroting en centralisatie als doel om de efficiëntie te prestaties in publieke sector.
De 3 rollen van OvJ (gaan vaak samen maar zijn soms conflicterend)
bevorderen maar het heeft als nadeel geleid tot de abstracte politie
1-Magistraat Presentatiestrategieën
§ Klassieke rol 1-politieorganisatie als ‘businesslike’
Twee vormen van abstracte politie
§ Lid van de rechterlijke macht; ook een vergelijkbare rol § Zakelijke politieorganisatie die flexibel en dynamisch is, gericht op
§ Intern: grotere teams, horizontale en verticale fragmentatie,
§ Verantwoordelijkheid voor het wegen van alle omstandigheden in hoge prestatienormen, open en met nadruk economie,
minder persoonlijk, afstand groter tussen plaatselijke en centrale
een zaak effectiviteit en efficiëntie.
functionarissen; VB. Je kent je collega’s niet eens
§ Doel: gerechtigheid. Niet effectiviteit of het onder controle o Cognitieve legitimiteit: wat en waarom doet politie
§ Extern: grotere afstand politie en publiek; bureaus zijn minder
houden van criminaliteit iets? Meer waardering (Bumper en Dienders)
vaak en lang open en minder agenten aanwezig; minder
2-Frontlijnbeheer 2-Performance management
personeel heeft ervoor gezorgd dat de verantwoordelijkheid van
§ Efficiënt omgaan met veel zaken onder tijdsnood door het § Hoge jaarlijkse prestatiedoelen voor politie (boetequotum,
lokale agenten afneemt en ze minder bereid zijn om bewoners te
verminderen van complexiteit beperkte tijd voor zaken + aantal zaken doorgestuurd naar OM)
helpen met problemen (minder aandacht voor lokale activiteiten
§ Magistraat meer gefocust op kwaliteit, werker meer op kwantiteit § Kan leiden tot doelverplaatsing (targets) à in 2007 afgeschaft
(preventie) en meer op handhaven en reageren (repressie)
3