Theoretisch kader ‘’voorlichtingsgesprek’’
Voorlichting geven aan patiënten maakt een groot deel uit van het verpleegkundig handelen.
Patiëntenvoorlichting zorgt voor kennis en vaardigheden om met gezondheidsproblemen om
te kunnen gaan en kan daarbij ook angst verminderen. Voorlichting zorgt er ook voor dat
patiënten voorbereid kunnen zijn op wat er gaat gebeuren en wat ze zelf kunnen doen.
(van der Burgt, M., Terra, B., van Mechelen-Gevers, E., van der Burgt, M., & van Mechelen-Gevers, E.
(2016). Patiëntenvoorlichting Door Verpleegkundigen. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum. (P.15))
Patiëntenvoorlichting wordt gegeven, wanneer je wilt dat de patiënt een bepaald gedrag
nastreeft. Het is bedoeld om ergens in het proces van gedragsverandering te zitten. Als
verpleegkundige wil je de patiënt na laten denken over bepaalde zaken, zoals bijvoorbeeld
gedragsverandering en het leren omgaan met een chronische ziekte. Dit doe je door
bijvoorbeeld de voor- en nadelen te bespreken, maar er wel op let dat je de patiënt niet
dwingt om dit te gaan naleven. Het heeft anders een omgekeerd effect. Samen met de
patiënt wordt gezocht naar een doel waar vervolgens voorlichting over gegeven wordt.
Tijdens het voorlichtingsgesprek kunnen er een aantal vaardigheden en methodes worden
gebruikt, onder anderen: Het ASE-model, de 5 B’s en coping. Het is belangrijk om te weten
hoe de patiënt zelf aankijkt tegen het ‘’chronisch ziek zijn’’. Ook is het belangrijk er achter te
komen hoe de patiënt met bepaalde situaties omgaat en wat de omgeving daar voor invloed
op heeft. Daarnaast heb je verschillende categorieën van informatie die je geeft tijdens een
voorlichtingsgesprek: technische informatie, belevingsinformatie en procedure informatie.
Dit zorgt voor een volledige voorlichting. Het is vooral belangrijk om niet te adviseren, maar
te informeren.
Tijdens de patiëntenvoorlichting probeer je de patiënt open te laten staan voor de
informatie die je geeft. Je sluit aan bij de patiënt en bij de voorkennis van de patiënt. Je zorgt
er ook voor dat de patiënt akkoord gaat dat je informatie gaat delen. Vervolgens zorg je er
voor dat de patiënt de gegeven informatie begrijpt. (van der Burgt, M., Terra, B., van Mechelen-
Gevers, E., van der Burgt, M., & van Mechelen-Gevers, E. (2016). Patiëntenvoorlichting Door Verpleegkundigen.
Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum. (P.71))
Als Verpleegkundige heb je een leidende rol tijdens het voorlichtingsgesprek, door het
gesprek te leiden en de structuur aan te brengen. Wel is het de bedoeling om de patiënt zo
actief deel te laten nemen in het gesprek. Dit kun je doen door gebruik te maken van
bijvoorbeeld beeldmateriaal zoals: tekeningen, folders, foto’s etc. Hierdoor krijgt de patiënt
een beter beeld bij de informatie die gegeven wordt en wordt het mogelijk makkelijker te
begrijpen. Van Dalen, J. (2014j). Vaardig communiceren in de gezondheidszorg: een evidence-based
benadering. Structuur in het gesprek aanbrengen. (hfds 4). Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
, Kale plan van aanpak
Voorbereiding:
Ruimte inrichten
Inlezen dossier/casus
Informatie m.b.t de ziekte verzamelen
Inleiding:
Naam van de zorgvrager checken
Begroeten & Voorstellen: voornaam, achternaam en functie
Aanleiding gesprek benoemen
Verwachtingen van de patiënt in kaart brengen
Doel van het gesprek samen opstellen
Agenda en tijd afspreken met de patiënt
Kern:
De patiënt uitnodigen om zijn verhaal te doen
Actief luisteren
Gevoelsreflectie + non-verbaal gedrag
Stap openstaan
Vaststellen wat de patiënt al weet
Voorlichten
Open vragen
Gesloten vragen
Hardop denken
Doorvragen op sleutelwoorden
Samenvatten en Parafraseren
4 B’s
Stiltes
ASE-model
Belangrijkste informatie benadrukken
Afsluiting:
Aangeven dat einde gesprek nadert
Slotsamenvatting
Vervolgafspraak voor de volgende stappen
Afscheid nemen
1. Voorbereiding