Individuele noot, onderdeel van de paper forensische psychiatrie, over het belang van het oordeel van deskundigen over het recidiverisico. Eindcijfer FP: 8,2.
Het belang van het recidiverisico
In 2015 zijn er in totaal 29.140 volwassen gedetineerden vrijgekomen.1 Het percentage ex-
gedetineerden dat binnen twee 2 jaar na vrijlating opnieuw in de fout gaat is 47%.2 Dit
betekent dat ongeveer 13.696 personen die in 2015 zijn vrijgelaten zich binnen twee jaar
opnieuw schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit. Toen ik deze cijfers zag, was in
enigszins verbaasd. We stellen al jaren dat resocialisatie belangrijk is, maar blijkbaar gaat
het nog steeds mis. Ik zette een stapje terug in het proces en kwam toen bij de volgende
vraag terecht: Moet er tijdens het strafrechtelijke proces niet meer rekening worden
gehouden met het recidiverisico? Na een analyse van de toegewezen uitspraak, kwam ik tot
de conclusie dat het hof haar beweegredenen tot een hoog of laag recidiverisico nauwelijks
motiveert. De rechter is degene die uiteindelijk een vonnis wijst en haar conclusies moeten
dan ook duidelijk gemotiveerd worden. Dit is zeker van belang in de situatie wanneer de
rechter adviezen ontvangt die van elkaar afwijken. Mijn noot zal dan ook zien op de volgende
vraag: Behoeft het achterwege laten van een deskundigenadvies ten aanzien van het
recidiverisico een duidelijkere motivering?
Op grond van artikel 359 lid 5 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) geeft een vonnis in
het bijzonder de redenen op, die de straf hebben bepaald of tot de maatregel hebben geleid.
Met deze wettelijke bepaling werd beoogd meer duidelijkheid te creëren over de vraag
waarom een bepaalde straf in een bepaalde zaak de meest passende zou zijn. De
strafmotivering dient om die reden een verwijzing in te houden naar de toepasselijke
grondslag en doelstelling(en) van de opgelegde straf.3
Ten aanzien van het recidiverisico kan een rechter zich laten adviseren door een
gedragsdeskundige. Een rechter is echter niet gebonden aan deze gevaarsinschatting. Van
deze situatie was sprake in een uitspraak van de Hoge Raad in 2009.4 Er waren diverse
cassatiemiddelen ingesteld die klaagden tegen het feit dat het hof niet was meegegaan met
het oordeel van de deskundigen van het Pieter Baan Centrum. Het hof had beargumenteerd
waarom zij vond dat er geen sprake was van “acuut gevaar voor herhaling”, in tegenstelling
tot wat de deskundigen hadden gerapporteerd. De Hoge Raad oordeelde als volgt: ‘Het hof
heeft anders gewaardeerd dan de deskundigen. Een dergelijke waardering is voorbehouden
aan de feitenrechter en onttrekt zich aan toetsing in cassatie.’5 Uit het oordeel van de Hoge
Raad volgt kortgezegd dat het aan de rechter is om over het recidiverisico te oordelen en dat
een mening van een gedragsdeskundige daarin niet altijd leidend hoeft te zijn. Toch is uit
onderzoek gebleken dat rechters wel bijna altijd het advies van de gedragsdeskundigen
volgen.6
In het licht van artikel 359 lid 5 Sv, zou je veronderstellen dat een rechter motiveert waarom
zij wel of niet het advies van de gedragsdeskundigen overneemt. De eisen die aan deze
motivatie gesteld worden, zijn echter vrij minimaal. Zo blijkt uit cassatierechtspraak dat de
enkele verwijzing naar de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd
en de persoonlijkheid van de verdachte kan gelden als een bijzondere redengeving voor de
op te leggen straf.7 Ik vraag mijzelf af of het wel wenselijk is om minimale eisen te stellen aan
de motivering van de rechter ten aanzien van het recidivierisico. Deze motivering acht ik
zeker vereist als het gaat om de situatie zoals beschreven in mijn uitspraak. In de casus gaat
het om drie gedragsdeskundigen, waarvan er twee van de drie concluderen dat er sprake is
1
S. Verweij, N. Tollenaar, M. Teerlink & G. Weijters, Recidive onder justitiabelen in Nederland.
2
‘Recidive verminderen’, rijksoverheid.nl.
3
Schoep, in: T&C Strafvordering, art. 359 Sv, aant. 8 onder b.
4
Hoge Raad 20 januari 2019, ECLI:NL:HR:2009:BG1645.
5
Hoge Raad 20 januari 2019, ECLI:NL:HR:2009:BG1645, r.o. 2.5.
6
M. de Vries, ‘Motiveren rechters het gevaar?’, PROCES 2021.
7
Schoep, in: T&C Strafvordering, art. 359 Sv, aant. 8 onder b.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jollahakkens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,19. Je zit daarna nergens aan vast.