AANTEKENINGEN EFFECTIEVE INTERVENTIES: WAT
WERKT? – ACADEMISCH JAAR 2021-2022 – PERIODE 4 –
Joke Harte
Hoorcollege 1: Introductie – 8 februari 2022
1.1 Criminologie
Belangrijke onderdelen in de criminologie:
• De studie van crimineel gedrag.
• De reactie op crimineel gedrag. Hier gaat dit vak over. Dit vak slaat een brug naar het
werkveld.
• En vooral: is de reactie op criminaliteit bewezen effectief?
Er wordt vooral enorm veel geïnvesteerd in de bestrijding van jeugdcriminaliteit (denk aan de
age-crime curve). De meeste jongeren stoppen echter weer met criminaliteit; als je hier te
vroeg bij gaat ingrijpen, dan label je ze misschien ongewenst als crimineel. Dat kan er
uiteindelijk toe leiden dat ze juist langer in de criminaliteit blijven hangen. Dit is dus nog best
een moeilijk gebied.
Scared Straight interventie (voor jeugdige delinquenten of pre-delinquenten:
• De jongeren worden heel erg geïntimideerd, bang gemaakt.
• Volgens de documentaire is het een ‘geweldige’ interventie. Ze zouden na de interventie
allemaal op het goede pad gekomen zijn. En sterker nog: de gedetineerden die deelnamen
aan de interventie, om de jongeren bang te maken, zouden ook allemaal op het goede
pad zijn gekomen.
• Documentaire: van de 17 deelnemers, plegen 16 deelnemers de eerste 3 maanden geen
delicten meer. Dit is een 94% success rate.
• Het is iets dat aanspreekt. Het is simpel, maar we kunnen toch iets goeds doen. Gevolg:
dit voorbeeld werd massaal gevolgd, ook in andere landen en in andere vormen.
• Meta-analyse (door Petrosino et al. 2003): Alle random studies naar het effect van deze
interventie zijn gedaan aan de hand van een RCT en hebben ‘post visit behavior’ als
uitkomstmaat. Dus achteraf ‘vragen’ wat men ervan vond. > 9 studies, maar hiervan zijn
er maar 4 gepubliceerd (in artikelvorm), dus dat is al vreemd.
o Narrative findings + meta-analysis door Petrosino 2003!
1
,• Door een deelname aan Scared Straight ontstaat er een omgekeerd significant effect. Er
is juist MEER kans dat de delinquent daarna criminaliteit gaat plegen (overall OR 1.7).
o Deze meta-analyse riep heel veel boosheid op, want men werd heel blij van deze
interventie. Men dacht echt iets goeds te doen.
Maar wat als je hiervan echt de effectiviteit wil meten? Het liefst natuurlijk met een
Randomized Controlled Trial (RCT), met een controle en experimentele groep die at random
zijn geselecteerd en een voor- én nameting. Maar dat is niet altijd mogelijk in de criminologie.
1.2 Werkzaamheid
• Niet afgaan op je intuïtie. “Baadt het niet dan schaadt het niet” gaat niet op. Afschrikking
en mensen bang maken/bestraffen, werkt over het algemeen niet, zo wijst onderzoek
steeds weer uit. Maar het is wel de intuïtie van mensen (net zoals vergelding).
• Empirisch onderzoek is nodig als je iets wil weten over de werkzaamheid van een
interventie.
Alleen al in NL hebben we te maken met duizenden interventies. Zijn deze werkzaam? Eerlijk
gezegd is dat niet altijd bekend en dat is wel een probleem. In de meeste gevallen weten we
hier zelfs helemaal niets over. Waarom moeten we dit wel weten?
1. We stoppen hier heel veel (publiek) geld in. Een dag detentie of TBS zorg kost ons allemaal
enorm veel geld. En als personen vervolgens nog meer delicten gaan plegen, dan komt dat
trouwens ook allemaal op rekening van de maatschappij (denk aan financiële schade, maar
ook emotionele en fysieke schade).
2. Onethisch om niet-werkende interventies op te leggen (denk aan de gevangenisstraf).
3. Het is schadelijk voor de maatschappij.
4. Demotivatie voor behandeling (motivatie van de betreffende personen is te laag als ze niet
het idee hebben dat het helpt).
> Een harde aanpak is dus helemaal niet altijd goed.
1.3 De kosten van interventies
Je kunt financiële/materiële kosten van immateriële kosten onderscheiden. Bij interventies is
sprake van beide soorten kosten.
(1) Financiële kosten. Het is enorm duur om mensen naar de gevangenis of tbs te sturen.
2
,(2) Voorbeelden van immateriële kosten zijn bijvoorbeeld de moeite met re-integratie in de
maatschappij na de gevangenisstraf, maar bijvoorbeeld ook de gevolgen die een straf heeft
voor familieleden. Denk ook aan uithuisplaatsing, je wordt uit je eigen omgeving getrokken;
de effecten hiervan kunnen groot zijn op een mensenleven (bv. voor de relatie met de ouders;
dit kun je misschien nooit meer herstellen). Bij immateriële kosten kan ook gedacht worden
aan de Scared Straight interventie en de manier waarop deze interventie schadelijk is voor de
jongeren en ook voor de maatschappij (de maatschappij ondervindt immers schade als zij
criminaliteit gaan plegen).
Dit zijn allemaal ongewenste bijeffecten. En als de interventie dan ook nog een omgekeerd
effect heeft, dan is dit extra problematisch. Daarom is de vraag naar de werkzaamheid van
interventies steeds groter (daarom is ook een Erkenningscommissie opgericht). Denk ook aan
de What Works-beweging. Ook de notie van evidence-based hangt hiermee samen (is het
empirisch bewezen?). Men probeert met van alles en nog wat om te kijken of iets empirisch
onderbouwd is, maar we weten tot op heden eigenlijk nog heel weinig.
> Belangrijk is ook het WODC. Dit is een heel groot onderzoeksinstituut van het Ministerie van
J&V. Zij doen onderzoek, bijvoorbeeld beleidsanalyses, externe wetenschappelijke
betrekkingen (uitbesteden van onderzoek) en statistische informatievoorzieningen. Zij doen
dus ook veel onderzoek naar de effectiviteit.
1.4 Waarom dit vak?
• Er worden steeds meer eisen aan de werkzaamheid gesteld van interventies.
• Dit is het werk van de criminoloog. Dit is ook voor ons belangrijk, als je beleidsmedewerker
wordt, maar ook als je bijvoorbeeld interventies gaat voorschrijven.
• Het is heel lastig qua design. Verklarend onderzoek is heel moeilijk. Neemt criminaliteit
toe of af DOOR de interventie? We willen causale verbanden blootleggen.
• De uitkomsten hebben grote gevolgen voor de maatschappij, maar ook voor individuen.
• Politieke context. We doen ons werk in deze context. Mensen vinden daar allemaal wat
van.
Nieuwe ontwikkeling: wantrouwen ten aanzien van de wetenschap. Dit maakt het nog
ingewikkelder. “Alternative facts”, “wetenschap is ook maar een mening”. Het is voor de
samenleving ook heel moeilijk dat wetenschappers het vaak niet met elkaar eens zijn (het ene
onderzoek vindt bewijs voor dit, en het andere onderzoek vindt bewijs voor het
tegenovergestelde), maar dat is juist een kenmerk van de wetenschap. We zien steeds meer
3
, in de politiek en de media een ontwikkeling naar de wens om minder afhankelijkheid van de
wetenschap. Maar juist bij evaluatieonderzoek is de wetenschap heel belangrijk!
1.4 Evalueren van interventies
Je wil natuurlijk weten of iets werkt, want je wil mensen niet interventies geven die niet werken.
Dit idee is ontwikkeld in de medische wetenschap, het onderwijs en de sociale wetenschappen
(je wil geen medicijnen toedienen die niet werken). Voor de VS liep hier in het begin erg op
voor. Dit is een beetje ontstaan in de Verenigde Staten. Goed boek: Evaluation van Rossi,
Lipsey & Henry.
1.5 Interventies
Brede definitie voor dit vak: alle maatregelen, wetgeving, programma’s, straffen, beleid etc.
om (herhaling van) ongewenst of crimineel gedrag te voorkomen. Hier valt van alles onder:
van detectiepoortjes tot de gevangenisstraf en de Scared Straight interventie.
Heel veel interventies worden door de rechter opgelegd:
• ISD.
• TBS.
• Taakstraf.
• Boetes.
• Reclasseringstoezicht.
• Gebiedsverbod.
• Ontzegging rijbevoegdheid of bijvoorbeeld stemrecht.
• Of: bijzondere voorwaarden bij voorwaardelijk strafdeel (de rest van de straf wordt pas
opgelegd als je je niet aan de voorwaarden houdt en in die voorwaarden moeten mensen
een behandeling ondergaan of zich aan bepaalde regels te houden).
Maar ook de Reclassering, het OM, gemeenten en Jeugdzorg mogen van alles opleggen.
Tegenwoordig komt trouwens heel veel niet meer bij de rechter. Het OM mag veel kleinere
feiten zelf afdoen. Ook burgers zelf doen van alles om te interveniëren om criminaliteit te
voorkomen (denk aan situationele preventie).
Situationele vs. gedragsinterventie:
(1) Situationeel: de situatie veranderen om criminaliteit te voorkomen. Denk bv. aan het
ophangen van camera’s, DNA spray, preventief fouilleren, een alcoholverbod. Je gaat de
omgeving op een bepaalde manier inrichten.
4