Dit document bevat alles voor goeie voldoende, ik heb een 8,5 gehaald :) Het document bestaat uit uitgewerkte leerdoelen, aantekeningen van de colleges met afbeeldingen en een aantal uitgewerkte casusvragen. Het is eigelijk een grote samenvatting van alles wat je moet weten voor je tentamen.
Leerdoelen verander management:
1. Herkennen van de organisatie als open systeem
De organisatie is een open systeem in staat in wisselwerking met haar omgeving,
zoals met haar afnemers, concurrenten, vakorganisaties, overheid enzovoort.
2. Benoemen waarom organisaties veranderen
Organisaties veranderen door turbulentie intern of extern van de organisatie. Dit kan
je ook wel triggers of changes noemen. Triggers for changes = het besef dat je het
niet red, als je nier veranderd. De organisatie wordt getriggerd om mee te
veranderen. Dit betekent dat de organisatie (als instrument om doelen te bereiken)
haar structuur, de taakverdeling en de onderlinge relaties zal herzien.
3. Weten wat het bestaansvoorwaardenmodel is
BIL
Bestaansrecht= als zij producten/ diensten leveren die voorzien in een
marktbehoefte, en klanten daar genoeg voor willen betalen zodat de organisatie kan
voortbestaan (structuur en doelen van de organisatie.)
Inrichting = is de juiste en doordachte verhouding van arbeid, macht, kennis en
verantwoordelijkheden (managementstijl).
Leefbaarheid= de verhouding tussen de lasten en baten van de deelnemers, denk
aan dat de mensen in de organisatie gemotiveerd zijn te blijven bij te dragen aan het
voortbestaan van de organisatie(samenwerking).
De onderlinge afstemming van de bestaansvoorwaarden bepaalt de mate waarin de
organisatie omgaat de uitdaging/verandering, dit is de FIT.
Hoe beter de afstemming is van de BIL’s des te groter de er een FIT is en des de beter
hoe de organisatie de verandering aan kan.
4. Benoemen wat veranderstrategie is
Verander strategieën. Hier komt de vraag aan order hoe we gegeven de totale
verander situatie zoals die in de voorgaande elementen aan orde is gekomen de
verandering in hoofdlijnen gaan aanpakken. De organisatie gaat vaststellen wat de
bouwstenen zijn van strategie om zo aftebaken hoe de organisatie omgaat met de
verandering.
5. Weten wat de strategieën ‘ontwerpen’ en ‘ontwikkelen’ inhouden
, Ontwerpstrategie: het management heeft niet alleen concreet gemaakt en
uitgeschreven wat het doel is dat bereikt moet worden maar ook de weg ernaartoe is
het liefst zo gedetailleerd mogelijk uitgeschreven en gepland.
Ontwikkel strategie: de gewenste situatie is nog niet duidelijk en wordt met
stakeholders tijdens het veranderproces bepaald, het krijgt later vorm. Onderweg
wordt er steeds meer kennis en vaardigheden vergaard. Hiervoor heb je vaak wel
veel meer tijd voor nodig en kan niet bij elke organisatie
Ontwikkelen is op lange termijn effectiever, ontwerpen is sneller.
De keuze wordt bepaald door de mate van ‘willen’ en ‘kunnen’.
De keuze wordt bepaald door:
- Belang van nemen verantwoordelijkheid medewerkers
- Belangheldere rollen, afstemming en eenduidige infovoorziening
- Urgentie van de verandering voor continuïteit bedrijfsvoering
6. Weten wat de fases zijn van Lewin en de transitiecurve kennen
Verander cyclus
Bij de cyclus gaat het erover dat je ook op moment van
verandering je organisatie bevriest. Je zet de organisatie
stil om te kijken wat je gaat veranderen. Als je dit weet
dan ga je begingen met veranderen en dan ga je de
organisatie dus unfreezen, de verandering voorbereiden.
Vervolgens gaat de verandering worden
geïmplementeerd en zet je de verandering vast freez
dus. Dit is een cyclus die door kan gaan als de
verandering niet werkt
De 3 fases van het model van Lewin
1. Unfreezing
Het los weken van bestaande
toestand
2. Moving
De overgang naar de nieuwe
toestand
3. Fixatie
Van de nieuwe situatie
7. Kunnen benoemen wat functionele relaties zijn
Functionele relaties zijn relaties die de organisatie nodig heeft om hun
bestaansvoorwaarden te waarborgen denk hierbij aan de personen intern en extern
, van de organisatie zoals klanten, collega’s, leveranciers, leden van
ondernemingsraden enzovoort. Deze relaties kan de organisatie niet opzeggen als er
bijvoorbeeld geen klik is tussen bepaalde personen, als men dit doet komt men uit
eindelijk met legen handen te staan. Daarom is samenwerking met de keyholders
(functionele relaties) een functie vereiste. Functionele relaties = zijn niet te breken,
als dit wel gebeurt dan heb je een probleem
Begrip uit het boek: de belangrijkste relaties die men vanuit de formele functies moet
onderhouden met anderen in en buiten de organisatie.
8. Herkennen wat interventies zijn inclusief het interventiewiel en effectief
interveniëren
Interventies = planning van de acties die je wilt doen om je doel te bereiken
Het wiel bestaat uit drie onderdelen:
- Kunnen
- Willen
- Moeten (urgentie/noodzaak)
Het bestaat uit 8 bouwstenen
1. Gevolgen werk
2. Emoties
3. Meerwaarde
4. Houding collega’s/directie
5. Kennis en ervaring
6. Tijd en mankracht
7. Aansturing
8. Complexiteit
Hier zitten verschillende interventies aan vast
- Persoonsniveau
1. Persoonlijk gesprek, loopbaangesprek
2. Open gesprek, zelfontwikkeling
3. Open gesprek
4. Informatie uitwisselen / change management by walking around
5. Opleiden
6. Ondersteunen
7. Plannen
8. Vereenvoudigen
, -Groepsniveau
1. Workshop,
teamprestatie
2. Groepsessie
3. Workshop
4. Teambuilding /
participatie van het
bestuur in
groepsprocessen
5. Keypersons trainen
6. Persoonlijke doelen
bijstellen
7. Verantwoordelijkheden
verduidelijken
8. Taakverlichting
9. Herkennen waar een effectief veranderverhaal aan moet voldoen
Mission statement = de missie, de doelen, wat wil je bereiken
Het mission statement van de directeur bevat drie elementen
- Wat doen we en waar zijn we goed in
- Wat zijn de omgevingsveranderingen
- Wat staat ons te doen
Veranderplan = de voorafgaande activiteiten worden samengevat in een
veranderplan. Hoe ga je je doelen bereiken?
Het stappenplan begint met de voorbereiding op het verkrijgen van de
veranderopdracht. Daarna wordt vastgesteld wat het probleem is en wat er bereikt
moet worden. Vervolgens onderzoekt de student welke factoren positief of negatief
op het veranderproces inwerken. Daarna wordt vastgesteld hoe je de verandering
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ashleyvdbent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,29. Je zit daarna nergens aan vast.