Samenvatting van het boek en aantekeningen van de les. Inclusief de ARRESTEN
HR 13 maart 1936, NJ 1936, 415 (Berg en Dalse watertoren I)
HR 10 maart 1972, NJ 1972, 278 (Vogelplaag)
HR 24 maart 1995, NJ 1996, 158 (Hollanders kuikenbroederij)
HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97 (Portacabin)
HR 14 no...
Hoofdstuk 1
Goederen: alle zaken en alle vermogensrechten art. 3:1 BW er zijn dus twee
soorten goederen namelijk zaken art. 3:2 BW en vermogensrechten art. 3:6 BW
Zaken: de voor menselijke beheersingg vatbare stoffelijke objecten
- Iets is voor menselijke beheersing vatbaar, wanneer we het kunnen vastpakken
en er macht of controle over kunnen uitoefenen.
- Een stoffelijk object wil zeggen een voorwerp dat uit een bepaald materiaal/stof
bestaat
Art. 3:2a: dieren zijn geen zaken maar de regels met betrekking tot zaken zijn in
beginsel ook van toepassing op dieren
Vermogensrechten: een recht met vermogenswaarde; een recht met een
bepaalde waarde die in geld is uit te drukken
Art. 3:6 BW
1. Rechten die afzonderlijk of tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn;
of 2. Die ertoe strekken de
rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen; of
3. Die verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel
Er zijn dus drie verschillende categorieen vermogensrechten namelijk:
1e Het kan gaan om rechten die overgedragen worden. De overdracht kan zowel
zelfstandig plaatsvinden als tezamen met een ander recht. Hiermee wordt
bedoeld dat de eigenaar van een bepaald recht dit recht aan een ander mag
overgeven (eigendomsrecht of vorderingsrecht)
2e Vermogensrechten zijn rechten die erop gericht zijn de rechthebbende, dit is
meestal de eigenaar, stoffelijk (materieel) voordeel te verstrekken (smartengeld)
3e Vermogensrechten zijn rechten die zijn verkregen in ruil voor stoffelijk
voordeel of in ruil voor toegezegd stoffelijk voordeel
Onroerende zaken: zaken die niet verplaatsbaar zijn art. 3:3 lid 1 BW
De grond: hieronder verstaan we elk stuk grond, bijvoorbeeld een tuin, een
park, een weiland
Delfstoffen die nog niet zijn gewonnen: delfstoffen zijn gesteenten en
mineralen met een bepaalde gebruikswaarde, die uit de grond worden
gewonnen
Beplantingen die met de grond zijn verenigd: dit zijn bomen, struiken, planten
en gewassen die in de volle grond staan
Gebouwen die duurzaam met de grond zijn verenigd: hiermee worden
gebouwen bedoeld die duurzaam op of in de grond zijn gebouwd en niet
zomaar te verplaatsen zijn
, Werken die duurzaam met de grond zijn verenigd: bouwsels die geen gebouw
zijn, kunstwerken, stellages kunnen werken zijn
Gebouwen en werken die door vereniging met andere gebouwen of werken
duurzaam met de grond zijn verenigd: gebouwen en werken die zelf niet
duurzaam met de grond zijn verenigd, maar die aan andere gebouwen en/of
werken ‘vastzitten’ en door die verbinding duurzaam met de grond zijn
verenigd
Roerende zaak: alle zaken die niet onroerend zijn art. 3:3 lid 2 BW, zaken die
verplaatsbaar zijn
Portacabin-arrest
Buys heeft op een aan hem toebehorende stuk grond een portacabin laten
plaatsen. Een van de eigenschappen van een portacabin is dat deze snel en
eenvoudig verplaatst kan worden. Volgens Buys is zijn portacabin een roerende
zaak.
De portacabin van Buys wordt ingericht en gebruikt als kantoorruimte. Er is een
gas-, water- en elektriciteitsaansluiting, alsook een aansluiting op het telefoonnet
en de riolering. Ook is er een plint bevestigd die tot aan de grond reikt, waardoor
het lijkt of het bouwsel met de grond is verenigd. Er ligt ook een mooie tuin om
de portacabin met een tegelpad naar de ingang.
Rabobank is van mening dat de portacabin van Buys een onroerende zaak is. Zij
beroept zich erop dat het bouwsel duurzaam met de grond is verenigd en daarom
een onroerende zaak in de zin van art. 3:3 BW.
HR; de Hoge Raad is van oordeel data uit de hiervoor omschreven
omstandigheden onder meer blijkt dat uit de hiervoor omschreven
omstandigheden onder meer blijkt dat de portacabin in dit geval naar haar aard
en inrichting bestemd is om als bedrijfsgebouw te worden gebruikt en om
duurzaam duurzaam ter plaatse te blijven. Daarbij acht de Hoge Raad het niet
van belang dat in technisch opzicht de mogelijkheid bestaat om het bouwsel te
verplaatsen. De Hoge Raad concludeert uit voorgaande dat de portacabin een
onroerende zaak is.
Bestanddeel art. 3:4 BW
Lid 1 - alles wat volgens verkeersopvatting deel uitmaakt van een zaak; is de
zaak nog compleet zonder het bestanddeel?
Lid 2 – een zaak wordt met een andere zaak verbonden en kan daar niet meer
van afscheiden zonder dat er beschadiging optreedt
Registergoederen art 3:10 BW: goederen voor welker overdracht of vestiging
inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is
Onroerende zaken zijn altijd registergoederen, hierbij horen ook grote vliegtuigen
en vrachtschepen
,Het Kadaster is de instantie die de openbare registers voor onroerende zaken
bijhoudt en die ervoor zorg draagt dat de gegevens van overdracht of vestiging
worden ingeschreven
Natuurlijke vruchten art. 3:9 lid 1 BW: zaken die volgens verkeersopvatting als
vruchten van andere zaken worden aangemerkt
1. Het zijn zaken: voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken
aangemerkt: we moeten als maatschappij bepalen welke zaken als vruchten van
andere zaken worden beschouwd
Zelfstandige zaak: een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak op het
moment dat deze wordt afgescheiden art. 3:9 lid 4 BW
Voorbeeld: wanneer een appel van de appelboom valt (of wordt geplukt), dan is de
appel een zelfstandige zaak geworden.
Burgerlijke vruchten art. 3:9 lid 2 BW: rechten die volgens verkeersopvatting als
vruchten van goederen worden aangemerkt
1. Het zijn rechten: vermogensrechten oftewel rechten die op geld waardeerbaar
zijn en die kunnen worden overgedragen
2. Deze worden volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen
aangemerkt: deze rechten worden in het maatschappelijk verkeer beschouwd als
vruchten van goederen
Voorbeeld: de rente over een geldbedrag dat op een spaarrekening staat.
Er is aan vereiste 1 voldaan: er is een recht op rente. Volgens verkeersopvatting wordt
het recht op rente als vrucht van een goed (het geld geldbedrag dat op de rekening
staat) aangemerkt. Dit is in het maatschappelijk verkeer bepaald.
Zelfstandige recht: een burgerlijke vrucht wordt een zelfstandig recht op het
moment dat deze opeisbaar wordt art. 3:9 lid 4 BW
Goede trouw art. 3:11 BW
goede trouw van een persoon ontbreekt in de volgende gevallen:
1. Wanneer iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking
heeft kende: het betreft een persoon die weet dat er iets niet in orde is, maar
niets met die wetenschap doe 2. Wanneer
iemand de feiten of het recht waarop zijn goede trouw betrekking heeft behoorde
te kennen: het gaat om een persoon die had moeten weten dat er iets niet
klopte, maar die niets heeft ondernomen om dit te achterhalen. Ook wanneer het
onmogelijk is om onderzoek te doen, kan iemand worden beschouwd als een
persoon die de feiten had moeten kennen
, Hoofdstuk 2
Relatieve rechten: ook wel persoonlijke rechten, het zijn rechten die slechts
tegenover een bepaalde persoon werken; relatieve rechten gelden dus niet ten
opzichte eenieder
Absolute rechten: rechten die een persoon op een goed kan hebben. Het kan dus
zowel een recht op een zaak als een recht op een vermogensrecht zijn. De
rechthebbende kan bepalen wat hij met het goed doet
Er zijn acht absolute rechten:
Boek 3 BW
1. Vruchtgebruik art. 3:201 BW
2. Pand art.3:227 BW
3. Hypotheek 3:227 BW
Boek 5 BW
4. Eigendom art. 5:1 BW
5. Erfdienstbaarheid art.5:70 BW
6. Erfpacht art. 5:85 BW
7. Opstal art. 5:101 BW
8. Appartement 5:106 BW
Waarom is het van belang te weten of een bepaald recht een absoluut recht is?
wanneer iemand een absoluut recht heeft op een goed, dan wil dat zeggen dat hij dat
recht tegenover iedereen kan uitoefenen; een ander mag geen inbreuk maken op een
absoluut recht dat de rechthebbende op een goed heeft
Rechtsgevolgen aan absolute rechten
Zaaksgevolg – droit de suite
Absolute rechten hebben zaaksgevolg. Zaaksgevolg houdt in dat het absolute
recht op een goed blijft bestaan, ook al bevindt dat goed zich niet meer in de
macht van de rechthebbende. Het absolute recht volgt dus het goed waarop het
rust
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ovaldezcruz. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.