Practicumrapport
Ruimte en infrastructuur 3
Beroepsproduct betreft Gebruikerseisen aan de werkplekomgeving
,Gemaakt door: Nevill Groeneveld
Klas: 1P
Vak: Ruimte en infrastructuur 3
Instituut: Haagse Hogeschool
Opleiding: Facility Management
Docent: Martijn Sluiter
Inleverdatum: 7-4-2021
2
,Voorwoord
Voor u ligt het beroepsproduct dat is uitgewerkt tot een practicumrapport betreft gebruikerseisen
aan de werkplekomgeving. Dit practicumrapport is geschreven in het kader van mijn studie aan de
opleiding Facility Management aan de Haagse Hogeschool en in opdracht namens de module van R&I
3. Gedurende deze module zijn gebruikerseisen aan de werkplekomgeving onder de loep genomen
en is dit in zijn geheel behandelt in dit rapport. De leerstof die tijdens de colleges van ruimte en
infrastructuur 3 zijn opgevolgd, zijn toegepast in de practicumopdrachten en in dit rapport.
Dit rapport is geschreven in de periode van week 1 van 2021 tot 8 van 2021. Dit traject wordt
origineel op 5 april 2021 voleindig, maar wegens een nieuw besluit vanuit de Haagse Hogeschool is
hier uitstel voor verleend. Voor het opstellen en creëren van dit rapport is er medewerking verkregen
van onderen anderen; mijn R&I docent Martijn Sluiter, de werkgroep en andere studiegenoten.
Gedurende de practica en zelfstudie van R&I3 zijn de opdrachten uitgevoerd waarop dit rapport
gebaseerd is.
Bij deze wil ik graag mijn docent bedanken voor de goede ondersteuning en medewerking tijdens het
maken van dit practicumrapport.
Over het algemeen verliep de praktijk van de practicums en het schrijven van dit rapport erg goed.
Het uitwerken van de practicums binnen de werkgroep werd in goed teamverband gedaan en kijkt
ieder projectlid er positief op terug. Het opstellen van ieder hoofdstuk nam meer tijd in beslag dan
dat ik van tevoren had gedacht, maar door vroegtijdig te beginnen heeft dit niet tot moeilijkheden
geleidt. Ik hoop een mooi eindresultaat te hebben voortgebracht.
Ik wens u veel leesplezier toe!.
Nevill Groeneveld
Haarlem, 7 April 2021
3
,Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................................................................................................ 5
1.4 Resultaten van de metingen van de thuiswerkplek........................................................................................8
1.5 Conclusie van de metingen van de thuiswerkplek..........................................................................................9
4.2 De rol van de FM´er......................................................................................................................................24
4.3 FM-basismodel.............................................................................................................................................24
Reflectie...................................................................................................................................................... 37
Bibliografie.................................................................................................................................................. 37
4
,Inleiding
Motivering
In het kader van het afronden van het eerste leerjaar aan de Haagse Hogeschool van de opleiding
Facility Management. Is voor het vak ruimte en infrastructuur een practicumrapport uitgeschreven.
Hierin stond het thema binnenmilieu centraal en werd er gewerkt volgens de modulewijzer R&I 3.
Aan de hand van practicums in werkgroepen en theoretische lessen is er veel kennis en vaardigheden
opgedaan betreft de gestelde leerdoelen. Er zijn o.a. opdrachten uitgevoerd zoals: metingen doen
aan het binnenmilieu, literatuuronderzoeken en het doen van een deskresearch. Er werd gewerkt in
twee werkvormen namelijk werkgroepen en practica waarbij er individueel aan een rapport werd
gewerkt en er een aparte groepsbijlage werd samengesteld. De uitgewerkte opgaves van de
practicums en werkcolleges zijn geïmplementeerd in dit rapport en scheppen een ruimtelijk
opvatting binnen de gebruikerseisen aan de werkomgeving.
Doeleinde
Met dit practicumrapport wordt er als toekomstig FM’er een duidelijk inzicht gegeven in de wereld
van het binnenklimaat en wat de toegevoegde waarde ervan kan zijn in het primaire proces. Er wordt
relatie gelegd met diverse onderwerpen zoals: arbeidsprestaties, arbeidsomstandigheden en de rol
van de FM’er. Het ten uitvoer brengen van zowel de groepsopdrachten als de individuele opgaves
geven een hele andere kijk op het binnenklimaat en word je jezelf bewust van het conform en de
condities ervan.
Leerdoelen v.d. moduelewijzer: Gebruikerseisen aan de werkplekomgeving
1. Kun je de gebruikersvoorwaarden en de (Arbo)regelgevingen benoemen, onderscheiden en
hanteren voor een comfortabele, effectieve en duurzame kantoorwerkplek en omgeving (comp.
1 & 6, niveau 1)
2. Kun je de technische installaties die een comfortabele en duurzame werkomgeving creëren
benoemen (comp. 1,2 & 5, niveau 1)
3. Kun je eenvoudige meetapparatuur voor metingen aan de binnenmilieu factoren hanteren, de
meetgegevens interpreteren (comp. 5, niveau 1)
4. Kun je concluderen welke invloed de binnenmilieufactoren hebben op het comfort en het
prestatievermogen van de eindgebruiker (comp. 1,2,5 & 6, niveau 1);
5. Kun je suggesties geven voor een gezonde, effectieve en meer duurzame (24/7-) werkplek en
omgeving (comp. 1,2,5 & 6, niveau 1)
6. Kun je uitleggen welke rol de FM’er dient te spelen ten aanzien van een comfortabele, effectieve
en duurzame werkomgeving (comp. 1 & 6, niveau 1)
(Brigitte van Leeuwen M. S., 2020-2021 )
5
,1. De arbeidsomstandigheden van de kantoorwerkplek
1.1 Theoretische inleiding
Iedere werknemer hoort veilig en gezond te werk kunnen gaan. Om dat uit te laten komen zijn er
wettelijke normen en richtlijnen opgesteld betreft Arbonormen. Zowel werkgever als de werknemer
is verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving en het naleven van de regels. De regels van de
Arbowet gelden voornamelijk in ruimtes waar werk en activiteiten worden uitgevoerd. Het is over
het algemeen bekend dat kantoorwerkplekken te maken hebben met wettelijke normen en
richtlijnen betreft Arbonormen. Maar niet alle werkplekken voldoen aan de gestelde eisen die de
arbodienst heeft opgesteld denk hierbij aan niet ideale bureaustoelen of te veel schermuren door
werknemers. Het is dan ook de werkgever die verantwoordelijk is voor de werkomgeving en het
naleven van eisen op het gebied van voorzieningen en condities. Hiervoor kan er gebruik worden
gemaakt van een arbodienst die hiervoor meerdere deskundigen in dienst, waaronder een
veiligheidskundige, een arbeid hygiënist, een arbeids- en organisatiedeskundige en liefst ook een
ergonoom (Simonis, 1996). Daarnaast kan er door de werkgever ook trainingen en scholing worden
aangeboden op het gebied van Arbo bewustzijn. Om de arbeidsomstandigheden te verbeteren kan er
zelfs meer worden gedaan dan alleen de Arbonormen naleven, aspecten als werksfeer, stijl van
leidinggeven, werkdruk en de inhoud van het werk spelen hierbij een rol (Simonis, 1996). Alleen een
volledige aanpak kan leiden tot optimale arbeidsomstandigheden.
1.2 De rol van de FM’er
In het algemeen is het de rol van een facility manager om het huishouden van een organisatie te
regelen en daarbij ook het primaire proces te ondersteunen. Hij- en of zij regelt ervoor dat alle
medewerkers beschikken over de benodigde faciliteiten. Wat betreft het binnenklimaat is het
belangrijk dat de werkplekken aan alle Arbonormen en regel- en wetgevingen voldoen. Het is dan
ook de taak en verantwoordelijkheid van de FM’er om hier nazicht op te houden en eventuele acties
uit te voeren wanneer er bijvoorbeeld iets niet voldoet aan de voorschriften. Zodra het
binnenklimaat niet op orde is kunnen er allerlei klachten voordoen die uiteindelijk tot ziekteverzuim
kunnen leiden. Maar ook een niet prettige werksfeer en minder productieve werknemers vloeien
voort uit een gebrekkig binnenklimaat, waarbij ook hier geldt dat de FM’er snel en acuut moet
handelen om lange termijn problemen te voorkomen. De facility manager handelt hierbij naar zijn
eigen kennis en de middelen die hij tot zijn beschikking heeft. Zodra het te gecompliceerd wordt zou
er een binnenklimaat expert worden kunnen ingezet, die het probleemgeval verder oplost. Goede
communicatie is ook van belang waarbij gebruikers geïnformeerd worden over het gebouw en het
binnenklimaat m.b.t arbeidsomstandigheden. Een gebruikelijk voorbeeld van een
communicatiemiddel is FMIS dat staat voor: Facility managementinformatiesysteem (Boersma,
Dijken, Marinus, Hulsman, & Snepvangers, 2013).
6
, 1.3 FM-basismodel
Betreft Arbonormen kunnen deze binnen het maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
worden gekoppeld aan de huisvesting. Het is hier van belang dat dit duurzaam gaat en aansluit op de
behoeften en verlangen van de gebruikers. Het MVO maakt gebruik van het FM-basismodel die in
verband staat met het weekthema: binnenmilieu i.c.m. Arbonormen (Boersma, Dijken, Marinus,
Hulsman, & Snepvangers, 2013).
People: Dit zijn de gebruikers waarvan de veiligheid en gezondheid van moet worden
waarborgt d.m.v. Arbonormen. Dit is vooral op de kantoorwerkplekken waar o.a.
werknemers, leveranciers en andere betrokkenen samenkomen. Het is dan ook binnen de
huisvesting de zorg voor de werknemers binnen de organisatie, maar ook buiten de
organisatie.
Planet: Aanpassingen die worden gedaan aan de huisvesting d.m.v. de Arbonormen, moeten
uiteindelijk aansluiten op de milieuaspecten en de leefomgeving. Dit houdt in dat het
gebouw milieuvriendelijk en zichtbaar en transparant moet zijn voor de eindgebruikers.
Prosperity: heeft betrekking op de welvaart en het welzijn van gebruikers en het milieu. Dit
heeft voornamelijk te maken met het binnenmilieu. Dit komt omdat het verband houdt met
het welzijn van gebruikers. Als het binnenmilieu slecht is, neemt de productiviteit van de
gebruiker af. Thuiswerkplekken/kantoorwerkplekken moeten ervoor zorgen dat de
arbeidsomstandigheden en het binnenklimaat in de werkomgeving in orde is. Aan de hand
van Arbonormen wordt dit voor een overgroot deel gedaan.
Process: gaat over de processen en ontwikkelingen binnen de huisvesting. Het naleven van
de Arbonormen zal dan ook de thuiswerkplekken/kantoorwerkplekken ten goede doen in de
werkomgeving waarin werkzaamheden worden verricht.
Place: oftewel de huisvesting die betrekking heeft op de fysieke en virtuele omgeving waarin
de organisatie opereert. In dit rapport worden de arbeidsomstandigheden verbetert d.m.v.
het binnenklimaat te onderzoeken.
(Hoendervanger, 2017)
7
