100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting GRC-C S2.1 €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting GRC-C S2.1

1 beoordeling
 53 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van het vak GRC-C semester2.1 Bevat van het boek praktische belastingrecht de hoofdstukken 5,9 en 10. H9 van Internationaal recht H winsttoedeling Belastingrecht voor bachelors

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • Nee
  • H5, h9 en h10
  • 30 maart 2022
  • 19
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: thomasmeijers • 11 maanden geleden

avatar-seller
zothielens
Samenvatting GRC S2.1
Belastingrecht
H5.6
Belastbare winst art.3.2Wet IB: bestaat uit de winst uit de onderneming min de
ondernemersaftrek art.3.74 Wet IB en de MKB-winstvruistelling art.3.79a Wet IB.
Winst uit onderneming art.3.8 Wet IB
Gezamenlijke voordelen:
⋆ Winst die met reguliere ondernemingsactiviteiten wordt behaald.
⋆ Incidentele baten die behaald worden bij de vervreemding van vermogensbestanddelen.
⋆ Voordelen die de ondernemer geniet doordat hij goederen uit de onderneming privé
gebruikt.
⋆ Onttrekkingen uit de omzet doordat de ondernemer een ander onzakelijk bevoordeelt.
⋆ Winst behaald bij en met staking van de ondernerneming.


Manieren om de jaarwinst (art.3.2 Wet IB) te berekenen
⋆ Vermogensvergelijking (eind vermogen – begin vermogen)
⋆ Verlies en winst rekening (omzet – kosten)
⋆ Winstspecificatie

H5.7

De winst art.3.8 uit de onderneming moet zo goed mogelijk worden toegerekend aan de jaren
waarop zij betrekking hebben.
De jaar winst moet worden vastgesteld aan de hand van art.3.25 Wet IB:
⋆ De regels van goedkoopmansgebruik
⋆ Inachtname van een bestendige gedragslijn.

Goedkoopmans gebruik houdt in dat de boekhouding, met enkele uitzonderingen, gevoerd
moet worden naar algemeen aanvaarde bedrijfseconomische principes. Hierbij staan 3
beginselen centraal:
⋆ Realiteitszin
 baten en lasten moeten toegerekend worden aan de jaren waarop zij betrekking hebben.
Bij verkoop van goederen moet uiterlijk op het tijdstip van levering de winst genomen worden.
⋆ Voorzichtigheid
 verliezen mogen worden genomen zodat deze bekend zijn. Winsten hoeven pas verantwoord
te worden nadat deze daadwerkelijk zijn behaald
⋆ Eenvoud
De systematiek om de winst toe te rekenen aan bepaalde jaren moet praktisch hanteerbaar en
controleerbaar zijn.

Goedkoopmansgebruik geldt ook voor waarderingssystemen van de in der onderneming
aanwezige goederen en vermogensobjecten.
Het is niet toegestaan om zonder zakelijke redenen van systeem te veranderen.
 er moet sprake zijn van een bestendige gedragslijn.
Een stelsel wijziging is niet toegestaan indien deze gericht is op het realiseren van een
incidenteel fiscaal voordeel.

H5.9

,Waardering van activa en passiva moet geschieden volgens de regels van goedkoopmans
gebruik.

Bedrijfsmiddel
 Uitgangspunt: waarderen op historisch kostprijs dan wel lagere bedrijfswaarde.
 De kostprijs van een bedrijfsmiddel bestaat uit de koopsom + bijkomende kosten.
 Wordt begonnen met afschrijven bij ingebruikname van het bedrijfsmiddel.

Bij het bepalen van de afschrijvingen spelen 3 factoren een rol:
⋆ De kostprijs
⋆ De levensduur
⋆ De restwaarde.
 Daarnaast zijn de afschrijvingsbeperkingen van belang art. 3.30 en 3.30a Wet IB.

Fiscaal gebruikelijk om af te schrijven volgens lineaire methode.

Art.3.30 lid 2 Wet IB: afschrijving op bedrijfsmiddel (anders dan onroerende zaken), ten hoogste
20% van de aanschaf-of voortbrengingskosten. Voor goodwill 10%.

Art.3.30a Wet IB: afschrijven op gebouw slechts mogelijk indien de boekwaarde hoger is dan de
bodemwaarde en is ten hoogste het verschil daar tussen.

Bedrijfswaarde: de waarde die aan het bedrijfsmiddel kan worden toegekend uitgaande van
zijn functie en nut binnen het bedrijf in zijn geheel.
 als de bedrijfswaarde lager is dan de boekwaarde mag het bedrijfsmiddel op de
bedrijfswaarde worden vastgesteld. Art.3.29c Wet IB.
 Omstandigheden die al bekend zijn ten tijde van de investering mogen geen aanleiding zijn
voor afwaardering. Art.3.29c Wet IB.

In sommige gevallen mag er willekeurig worden afgeschreven. Art. 3.31 t/m 3.39 Wet IB.
 Beginsel goedkoopmans gebruik doorbroken.

Vorderingen worden op de nominale waarde gewaardeerd. Waarbij correcties mogelijk zijn:
⋆ Er wordt geen / te lage rente ontvangen; waardering op contante waarde van vordering.
⋆ Er is twijfel over de verhaalbaarheid van de vordering; vordering mag worden
afgewaardeerd naar het bedrag dat vermoedelijk verhaald kan worden.
⋆ Als de vordering is overgenomen van een derde tegen een lager bedrag dan de nominale
waarde, hoeft de vordering niet boven de kostprijs worden gewaardeerd. De winstneming
mag op grond van goedkoopmansgebruik worden uitgesteld tot het moment van aflossing.

De waardering van vorderingen op debiteuren kan volgens 2 methoden:
⋆ Individuele waardering: iedere debiteur wordt op zich beoordeeld.
⋆ Collectieve waardering: op grond van ervaringen uit het verleden wordt een percentage op
het nominale debiteurenbedrag in mindering gebracht.

Voor voorraden voldoen de volgende stelsels aan de regels van goedkoopmansgebruik:
⋆ Waardering op kostprijs of lagere marktwaarde
⋆ Waardering volgens het lifo/fifo systeem
 Mag alleen worden toegepast als de voorraad uit soortverwante goederen bestaat.

Lifo is fiscaal voordelig in een markt waarin de kostprijs stijgt omdat de voorraad dan lager
wordt gewaardeerd.
Bij een dalende kostprijs is fifo aantrekkelijker dan lifo.

, Incourante voorraad mag gewaardeerd worden tegen de te verwachte verkoopwaarde,
verminderd met de gebruikelijke opslag voor kosten en winst.

onderhanden werk moet worden gewaardeerd op het gedeelte van de overeengekomen
vergoeding voor het aangenomen werk dat is toe te rekenen aan dat onderhanden werk.
Art.3.29b Wet IB. Hierdoor wordt de winst op onderhanden werk gelijkmatig genomen.

Als op Onderhanden werk een verlies wordt verwacht, dan mag dit verlies direct genomen
worden. Hiervoor kan een voorziening worden gevormd.

Schulden worden op het nominale bedrag van de schuld gewaardeerd. Alleen als vaststaat dat de
schuld niet meer zal worden voldaan, moet daar bij de waardering rekening mee worden
gehouden.

Er mag een voorziening gevormd worden als er een reële kans bestaat dat in de koten moeten
worden gemaakt die:
⋆ Hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die zich in een periode voorafgaand
aan de balansdatum hebben voorgedaan en,
⋆ In een redelijke mate van zekerheid gemaakt gaan worden.


H5.11

Sommige kosten die gemaakt worden ten behoeve van de onderneming, bevatten ook een privé-
element. De aftrek van bepaalde kosten is daarom maar in beperkte mate toegestaan.
⋆ Algemene beperkingen van aftrek art.3.15 Wet IB
 de eerste €4.700 mag fiscaal niet in aftrek worden gebracht
 Kan ook gekozen worden voor een beperking die afhankelijk is van de werkelijk gemaakte
kosten art.3.15 lid 5 Wet IB.
 Alleen aantrekkelijk als de kosten niet meer bedragen dan €23.500
⋆ Beperking die geldt voor zover de kosten betrekking hebben op de belastingplichtige
zelf. Art. 3.17 Wet IB.

In de Wet IB zijn de vrijstellingen opgenomen:
⋆ De bosbouwvrijstelling. Art.3.11 Wet IB
 alle voordelen zijn vrijgesteld van heffing IB, meestal is het resultaat bij een bosbedrijf
negatief, dit mag niet in aftrek worden gebracht op andere inkomstenbestanddelen uit box 1.
⋆ De landbouwvrijstelling art.3.12 Wet IB
 De waardeveranderingen van landbouwgrond worden voor de berekening van de winst
buiten aanmerking gelaten.
 Een weiland dat een woningbouwbestemming krijgt stijgt meestal fors in waarde deze
waardestijging valt niet onder de landbouwvrijstelling.
⋆ De kwijtscheldingswinstvrijstelling art. 3,13 lid 1 letter a Wet IB
 Kwijtschelding leidt bij degene die de schuld had tot verrijking. Is de schuldenaar een
ondernemer en wordt de schuld op zakelijke redenen kwijtgescholden, dan leidt dit tot
belastbare winst.

Voorwaarden kwijtschelding ondernemingsschuld:
⋆ Het moet gaan om niet voor verwezenlijking vatbare schulden. (schuldenaar is niet in staat om
zijn schulden af telossen)
⋆ Voor zover het overige inkomen in box 1 negatief is of verliezen uit het verleden kunnen
worden verrekend me het inkomen in box 1, is de kwijtscheldingsvrijstelling niet van
toepassing.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper zothielens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 84251 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (1)
  Kopen