Medicatiesamenvatting Acute Zorg:
Inhoud
Hart- en vaatziekten / myocardinfarct............................................................................................................2
Stemmingsstoornissen....................................................................................................................................5
Bipolaire stemmingsstoornis...........................................................................................................................5
Depressie.........................................................................................................................................................6
Appendicitis.....................................................................................................................................................8
ASS.................................................................................................................................................................. 9
Meningitis.....................................................................................................................................................10
HELLP/zwangerschapshypertensie................................................................................................................12
Overige handige medicatie............................................................................................................................14
De volgende medicatiesoorten woorden behandeld:
Hart- en vaatziekten: bètablokkers, calciumantagonisten, diuretica, ACE-remmers,
ARB’s, stollingswerende middelen, statines, nitraten.
Stemmingsstoornissen: Citalopram, Paroxetine, Venlafaxine, Fluoxetine, Lithium,
Quetiapine, Valproïnezuur (deze allemaal kort)
Bipolaire stemmingsstoornis: haldol, lithium, olanzapine
Depressie: citalopram, fluoxetine, quetiapine
Appendicitis: acetylsalisylzuur, oxycodon, tramadol
ASS: risperidon, diazepam
Meningitis: Penicilline G, amoxicilline, Meningokokken-ACWY-vaccin
HELLP/zwangerschapshypertensie: Labetalol, Magnesiumsulfaat, Methyldopa, Nifedipine
Overige handige medicatie: Bumetanide, Midazolam, Temazepam, Oxazepam, Paracetamol,
Diclofenac, Ibuprofen
Mede mogelijk gemaakt door Judith Pool <3
, Hart- en vaatziekten / myocardinfarct
Antihypertensiva:
Bètablokkers:
Indicatie: hypertensie (of hartfalen / atriumfibrilleren / hyperthyreoïdie / migraine.)
Werking: blokkeren β1 en/of β2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor
adrenerge prikkeling af. De bètablokkers blokkeren de sympathische tak van het zenuwstelsel. De
bloeddruk daalt door afname van de hartfrequentie en het hartminuutvolume.
Bijwerkingen:
• Relatief frequent: hypotensie, koude handen en voeten, vermoeidheid, slaapstoornissen,
depressie, duizeligheid;
• Minder frequent: prikkelgeleidingsstoornissen, verergering hartfalen, bronchocontrictie,
dyspneu, hypoglykemie, droge ogen, erectiestoornis.
Medicatie: metoprolol, atenolol (achtervoegsel -olol).
Calciumantagonisten:
Indicatie: hypertensie (of angina pectoris)
Werking: calcium is één van de stoffen die een belangrijke rol speelt bij spiercontracties.
Calciumantagonisten zorgen ervoor dat de spierlaag in de arteriën minder strak samentrekt.
Hierdoor neemt de diameter iets toe en neemt de druk af.
Bijwerkingen:
• Zeer vaak: Oedeem;
• Vaak: dyspneu, asthenie (algehele lichaamszwakte), enkeloedeem, vermoeidheid, overmatig
blozen, hartkloppingen, buikpijn, diarree, dyspepsie (indigestie), nausea, obstipatie,
veranderde stoelgang, diplopie (dubbelzien), visuele stoornis, spierkramp, duizeligheid,
hoofdpijn, somnolentie (toestand van sufheid en verlaagd bewustzijn).
Medicatie: amlodipine.
Diuretica:
Indicatie: hypertensie (of hartfalen / oedeem t.g.v. hartfalen, leverziekte of nierziekte /
longoedeem / acute hypercalciëmie / geforceerde diurese)
Werking: Ze remmen het Na+/K+/2Cl-, en daarmee het passieve transport van natriumionen. Het
komt erop neer dat ze vocht afdrijvend werken, ze zorgen ervoor dat er meer vocht wordt afgegeven
via de nieren. Dit zorgt voor minder vulling in de vaten, waardoor de druk afneemt.
Bijwerkingen:
• Relatief frequent: hypotensie, hypovolemie, verstoring van de elektrolytenbalans.
Medicatie: hydrochloorthiazide (zwakwerkend), furosemide (sterkwerkend), bumetanide
(sterkwerkend).
ACE-remmers:
Indicatie: hypertensie (en hartfalen).
Werking: Ze remmen het 'angiotensine converting enzyme'. Dat is het enzym dat angiotensine I (AT I)
omzet in angiotensine II (AT II). Hierdoor nemen de plasmarenine-activiteit (door vermindering van
de negatieve terugkoppeling naar de secretie van renine) en de ACE-activiteit toe. De
aldosteronsecretie neemt hierdoor af. Angiotensine reguleert de bloeddruk door de vaten te laten
samentrekken en op brein-niveau de hoeveelheid water terug te halen naar het lichaam. Als dit dan
wordt geremd, neemt de urine-uitscheiding toe, vindt vasodilatatie plaats en daalt de bloeddruk.
Bijwerkingen:
• Relatief frequent: hypotensie, afname van nierfunctie, toename van serumkalium,
allergische huidreacties, prikkelhoest.
• Onverklaarbare bijwerking (3e categorie): prikkelhoest.
Medicatie: enalapril, lisinopril, perindopril (achtervoegsel -pril).