Samenvatting en begrippen
Diversiteit
Hoofdstuk 25 – macro-evolutie: Ontstaan van het leven op aarde
Macro-evolutie: het patroon van evolutie boven het soorten ‘level’. Bijvoorbeeld de verschijning
van gewervelden na bepaalde gebeurtenissen.
Ontstaan van het leven op aarde: Atmosfeer aarde bestond uit water en stoffen van
vulkaanuitbarstingen en had weinig zuurstof Chemische en fysische processen (geologische
veranderingen), synthese van aminozuren en stikstofbasen d.m.v. onweer. Waarschijnlijk gebeurd
onder water (alkaline vents) ontstaan van grotere moleculen (eiwitten en nucleïnezuren)
Ontstaan van protobionten; abiotisch molecuul die zich bevinden in een blaasje (ontstaat spontaan
met bilaag) + metabolisme. Ontstaan van replicerende moleculen d.m.v. RNA (gericht en
efficiënt kopiëren van moleculen).
De eerste RNA nucleotiden kwamen op een heet oppervlak terecht vormen van polymeren die
als katalysatoren zouden kunnen functioneren in andere levensreacties (ribozymen). Replicatie
van RNA (enkel) gaat sneller dan de replicatie van DNA (dubbel), DNA maakt minder fouten.
Aminozuren en suikers zouden ook vanuit de ruimte kunnen komen. Op aarde worden alleen
linksdraaiende aminozuren geproduceerd, in de ruimte ook rechtsdraaiende. Ze komen beide voor
op de aarde.
Er zijn verschillende manieren om de leeftijd van een fossiel te bepalen:
Radiometrische datering: Een levend organisme krijgt een bepaalde hoeveelheid C14 binnen,
dit veranderd met de tijd in N14. Wanneer een fossiel gevonden wordt, kan met de halfwaardetijd
bepaald worden hoe oud het fossiel is. Dit kan ook met Uranium238 (grotere halfwaardetijd).
Omslaan van magnetisme: Magnetische noordpool draait. We kunnen zien waar de
magnetische deeltjes in het fossiel naar wijzen.
Vergelijken van lagen: Land was voorheen één stuk. Dezelfde lagen bij verschillende plaatsen in
de wereld kunnen vergeleken worden.
Geologische record: Een standaard tijdsschaal die bestaat uit vier eonen en verdere subdivisies,
Eerste leven op aarde waren prokaryotische stromaliten, er was heel weinig zuurstof op aarde
Ontstaan cyanobacteriën die d.m.v. fotosynthese zuurstof produceerden. Dit loste eerst op in het
water, daarna in de atmosfeer. Ineens heel veel zuurstof in de atmosfeer organismen
moesten zich snel aanpassen, anders uitroeiing.
Daarna: ontstaan van heterotrofe eukaryoten door endosymbiose theorie. Prokaryote cel dit in de
eerste instantie als prooi naar binnen werd gehaald, wordt een organel. Dit heeft een voordeel als
de omgeving meer zuurstof bevat. uiteindelijk één organisme Kan meerdere keren
gebeuren, dit zorgt voor diversiteit. Bewijzen:
- Binnenste membranen organellen hebben enzymen homoloog aan die van bepaalde
bacteriën.
- “Splitprocess’’ is vergelijkbaar met die van bacteriën + circulair DNA.
- Hebben hun eigen mechanismen om DNA te transcriberen.
, Cambrische explosie (500 miljoen jaar): In een relatief korte tijd heel veel fossielen van dieren
die wij nu ook nog terugzien. Ontstaan van roofdieren (klauwen en snijtanden) en bescherming.
Fyla van deze dieren bestond wel al.
Plaattektoniek: Door bewegingen in de mantel van de aarde, bewegen de continenten over de
aarde heen (continentale afdrijving).
Pangea: Supercontinent 250 miljoen jaar geleden.
Door verplaatsing van de platen ontstonden er verschillende klimaten over de hele wereld, de
evolutie van bepaalde organismen was verschillend. Verklaart ook waarom dezelfde fossielen zijn
gevonden in verschillende delen van de aarde.
Massa-extinctie: Grote hoeveelheid soorten wereldwijd sterft uit. In totaal 5, 2 belangrijkste:
- Permische uitsterving (500 miljoen jaar): Klimaatverandering ten gevolge van heel veel
vulkaanactiviteit. Groei in temperatuur en CO2-gas indirect minder 02 gas.
- Krijt (66 miljoen jaar): Veel uitstervingen op het land (behalve vogels). Oorzaak is
meteorietenregen met als belangrijkste meteoriet in de Golf van Mexico. Bewijs is een
laagje Iridium wat afkomstig is uit de ruimte.
De oudste dieren zijn holtedieren (kwallen) en sponzen. Hebben weefsels en organen.
Sponzen: Liggen op de grens van wel of geen dier.
- Leven in zout en zoet water
- Hebben geen weefsels en organen (zijn dus geen ‘echte dieren’).
- Suspensievoeders
- Hermafrodiet
Hoofdstuk 27 en 28 – prokaryoten & eukaryoten: Taxonomie en metabolisme
Taxonomie: De leer van het namen geven.
Van groot naar klein: Domein – Rijk – Stam – Klas – Orde – Familie – Geslacht – Soort.
Clade: Een groep organismen van dezelfde voorouder (hier hoort ook de voorouder bij). Ook wel
een monofyletische groep.
Er zijn drie domeinen (van het leven):
- Bacteria: Geen celkern / prokaryoten.
- Archea: Extreme omstandigheden (Thermofiel, halofiel, psychrofiel, methanogenen en
blauwalgen). Geen celkern / prokaryoten. Anders dan bacteriën, wel circulair DNA.
Leven ook in darmen en huid (positief).
- Eukaryoten: Wel een celkern en organellen.
o Planten, protisten, schimmels en dieren.
Prokaryoten: Bacteria + Archea. Zijn eencellig. Kunnen snel delen (1-3 uur) doormiddel van
binaire (aseksuele) deling. Zijn een stuk kleiner dat eukaryote cellen. Verschillende vormen:
- Coccen (rondjes)
- Bacillli (staafjes)
- Spirocheten (spiraaltjes)
Protisten: Eencellige (soms kolonievormend of meercellige) eukaryoten, informele naam voor
eukaryoten die niet binnen dieren, schimmels of planten vallen. Hebben een hogere complexiteit
dan prokaryoten (organellen). Gebruiken organellen als organen.
- Voortplanting: Asexueel/sexueel of meiose en syngamie (versmelting van gameten).
- Voeding: Fotoautotroof (chlorplasten), heterotroof (endocytose) en mixotroof.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper romebalm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.