Gedrags- en opvoedingsproblemen
Uitgebreide hoorcollege aantekeningen
SPO
2021-2022
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Hoorcollege 1: Transitie en transformatie in de jeugdzorg
Jeugdzorg naar gemeente: Agenda voor inhoudelijke vernieuwing: Transitie en
transformatie.
Literatuur: Geen literatuur
Falende hulpverlening aan gezin vermoorde Daniëlla (20 jaar).
Vermoord door stiefvader.
Er is vanalles omheen gebeurd.
Er waren 23 hulpverleningsinstanties betrokken bij het gezin. Meer dan 10 jaar waren
hulpverleningsinstanties betrokken bij het gezin.
Daniëlla had een licht verstandelijke beperking. Ze woonde doordeweeks in een instelling.
Alleen in het weekend kwam ze thuis. In het weekend was de stiefvader met een licht
verstandelijke beperking daar ook. Hij was al veroordeeld voor seksueel misbruik bij
kinderen in een vorige huwelijk. Moeder heeft ook een licht verstandelijke beperking.
Broertjes van Daniëlla hebben ook een licht verstandelijke beperking.
Verschillende scholen waren betrokken bij het gezin. Ook op gebied van het gezin waren
meerdere instanties betrokken. Ook op gebied van veiligheid gebeurde er vanalles, zoals
AMK, Raad van de Kinderbescherming en reclassering. Op gebied van de woning, die slecht
onderhouden werd, waren er instanties betrokken, zoals woningbouwcorporaties en
kredietbank.
Langere tijd gebeurde er al vanalles in het gezin.
Hoe kan dit zo gebeuren?
- Kokervisie; iedereen kijkt naar zijn eigen taak en kijkt niet breder. Dit is op te lossen
door samen te werken en af te stemmen.
- Er is niemand die de regie voert.
Er zijn een aantal ontwikkelingen in de samenleving:
- We leven ongezonder, langer en zieker. Mensen zijn eerder chronisch ziek
→ meer druk op de zorg.
, - De zorg is en blijft een groeisector. Jeugdzorg groeit 10% per jaar → dit
komt doordat we steeds meer kunnen, steeds meer willen en we steeds
meer bieden. Dit kost ook steeds meer geld.
- Kennis: wat maakt gezondheid? Zorg is niet de oplossing voor alle
gezondheidsvraagstukken. Gezondheid is meer dan zorg. We doen vanalles in de
zorg, maar van meer van de helft weten we niet of het werkt.
Jeugdzorg voor 2015
Als je met je kind naar de jeugdzorg moest, dan wist je niet waar je heen moest. Het was
een chaos.
Er was een centra voor jeugd en gezin, provinciale hulp, rijksinrichtingen, Lvb-zorg.
GGZ en Jeugdzorg waren voor 2015 2 trajecten die nauwelijks op elkaar afgestemd waren.
Als je eenmaal bij de 1 zat kwam je niet meer bij de ander. Gevolg is dat in de
jeugdpsychiatrie kinderen zitten met ADHD, maar die zitten ook in de jeugdzorg. Waarom zit
het ene kind hier en andere kind daar? Dat is puur toeval. De een is via de lijn van de
huisarts binnen gekomen en de andere via de lijn van de jeugdzorg. Er zit geen gedachte
achter.
Kosten van jeugdzorg nam in noord Nederland toe door veel vraag van jeugdzorg.
Voor 2015 3 financieringsstromen:
- provincie
- Awbz (nu nog steeds)
- Zvw (zorgverzekering)
→ Dit liep allemaal door elkaar heen en het was onduidelijk wie wat betaalde.
Transformatie zorg gestoeld op:
We moeten stijgende zorgkosten tot stilstand brengen.
Zorg moet dichter bij de burger georganiseerd worden.
Gebiedsgericht denken; niet denken in doelgroepen, maar hoe verzorgen we bewoners in
een gebied.
Waarom moest er in 2015 iets veranderen? →
1: Weinig aandacht voor gewone opgroeien/opvoeden, wel veel voor specialistisch
opvoeden.
2: Eerste lijn (de pedagogische huisarts) ontbreekt.
3: Enorme toename gebruik gespecialiseerde zorg.
4: Versnippering in deelsectoren. Gevolg: complexe hulp aan gezinnen en ‘waterbedeffect’.
5: Weinig zicht op effectiviteit.
Stelselwijziging:
→ Omslag naar meer preventie en eerdere ondersteuning.
→ Uitgaan van eigen kracht van jeugdigen en ouders.
→ Minder snel medicaliseren van problemen.
→ Integrale aanpak met betere samenwerken rond gezinnen en (jeugd)hulp op
maat.
,>>> 1 januari 2015:
Wat gaat er gebeuren? →
- Overheveling bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheden jeugdzorg (transitie).
Lost nog niet alle problemen op, dus ook
- Inhoudelijke vernieuwing van het stelsel (transformatie).
Je moet weten wat transitie is van de jeugdzorg en wat transformatie is van de jeugdzorg!
Transitie: kort samengevat → alles gaat naar de gemeente.
Transformatie: inhoudelijk moet ook het een en ander veranderen.
Wat willen we per 1 januari 2015:
- Meer met minder
- Eén kind, één plan → 1 gezin, 1 kind, 1 plan, 1 coördinator
- No wrong doors
- Instelling: zwaarder en korter. Je gaat niet meer zo snel naar een instelling.
- Thuis: breder en langer
In 2014 had je nog de wet op de jeugdzorg en vanaf 2015 heb je de jeugdwet. Hiertussen is
weinig verschil. Zo, zo, zo beleid; Zo dichtbij mogelijk, zo kort mogelijke, zo licht mogelijk en
zo goedkoop mogelijk. De gedachte die in de jeugdwet zit, zat toen ook al in de wet op de
jeugdzorg.
We willen dat de burger meer zelf doet. Als het de burger zelf niet lukt, dan eerst kijken of je
hulp vanuit de netwerk kunt krijgen. Daarna heb je professionele hulp (Zvw, Wmo,
Jeugdwet). Als het dan nog niet lukt heb je Wet langdurige zorg (WLZ).
Er moet meer aandacht naar het gewone opvoeden.
3 niveaus:
1: Het gewone (huis, tuin, keuken-) opvoeden, leren en opgroeien ondersteunen vanuit
maatschappelijke en collectieve voorzieningen voor jeugdigen en hun ouders/verzorgers.
2: Het ondersteunen van opgroei- en opvoedvragen en/of problemen vanuit laagdrempelige
gemeentelijke basisvoorzieningen. Je ziet dat gemeenten gaan samenwerken.
3: Meer intensieve of langdurige ondersteuning van het opgroeien en opvoeden.
Verantwoordelijkheid gemeenten:
- Versterken opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en
kinderopvang. → niet meer per doelgroep, maar per regio.
- Voorzien in een voldoende passend (dus effectief) aanbod van jeugdhulp.
- Op toegankelijke wijze adviseren van professionals (consulatiefunctie).
- Doen van onderzoek bij de RvdK.
- Compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke
participatie.
- Op eenvoudige wijze adviseren van jeugdigen met vragen.
- Voorzien in toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen die de maatregelen
van kinderbescherming en jeugdreclassering uitvoeren.
, Veel gemeenten hadden geen idee wat ze allemaal moesten regelen vanaf 1 januari 2015
en er moest bezuinigd worden, dit was dus een moeilijke klus.
Wat moeten gemeenten regelen:
- Toegang tot herkenbare en laagdrempelige jeugdhulp; ze moeten zorgen dat er iets
geregeld wordt.
- Toegang tot specialistische jeugdhulp →moet op gemeentelijk niveau
geregeld worden → verschillen per gemeenten. Wat je dan kunt krijgen is
dat als een gezin uit beeld wil zijn van de hulpverlening, ze gaan
verhuizen naar een andere gemeente. Het is namelijk per gemeente
geregeld. Per 4 jaar kan er bij een gemeente door de verkiezingen ook
weer vanalles veranderen.
- Gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars afspraken op landelijk en lokaal niveau.
- AMK en ASHG wordt AMHK (Veilig thuis)
Uitgangspunten inhoudelijke veranderingen:
- Ouders eerstverantwoordelijk:
opvang/school ook opvoedmilieu
- Problemen effectief oplossen of draaglijk maken (in eigen omgeving, samenwerkend,
duurzaam)
- Gespecialiseerde zorg blijft nodig; alleen exclusie als problematiek of veiligheid dat
vereist.
Inhoudelijke vernieuwing stelsel:
Alleen zaken doen met aanbieders die
- zich voegen in stepped care arrangementen
- zich voegen naar 1 gezin, 1 plan
- werken met erkende middelen (keurmerk)
- werken met gecertificeerde professionals
- met prestatie-indicatoren resultaatcijfer (deze 4 moet je wel kennen):
- Uitval = gepland stoppen of vroegtijdig stoppen
- Probleemreductie = probleemvermindering
- Cliënttevredenheid = hoe de cliënt de zorg waardeert
- Doelrealisatie = in hoeverre doelen wel/niet gehaald worden.
→ Instellingen moeten hiermee werken.
→ Waarom hebben verschillende instellingen, verschillende instrumenten
om dit vast
te stellen? Dit had men eigenlijk op dezelfde manier willen hebben. Dit wilde men
omdat ze dan makkelijker te vergelijken zijn. Je moet prestaties en kwaliteit
leveren. Ze willen benchmarken = dat je instellingen met elkaar kunt vergelijken.
Dit kan alleen maar als iedereen het op dezelfde manier doet. Iedereen heeft zijn
eigen instrumenten lopen te bedenken.
De wet kwam door de Tweede kamer naar de Eerste kamer.
- Ze wilden een autoriteit Transitie Jeugdzorg hebben, dus een aparte organisatie die
de transitie in de gaten houd.
- Jaarlijks bij de begroting willen ze horen hoe het gegaan is.