Opgaven werkgroep 1 2021-2022 week 1
Schets van het Nederlandse Arbeidsrecht
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 3, par. 3.1 t/m 3.2.3 en 3.6
Hoorcollege 1
Arbeidsrecht → individueel → bv werknemer tov werkgever
→ collectief → bv werkgevers tov ondernemingsraad / CAO
→ sociale werknemersverzekeringen →
I. Individueel arbeidsrecht → BW 7.10
→ kwalificatie arbeidsovk
→ flexibele arbeidsrelaties (oproep/uitzend/payroll)
→ beloning en recht op loon, wijziging ovk,
aansprakelijkheid werkgever
→ loondoorbetaling en reintegratie bij ziekte
→ ontslag bij arbeidsovk voor (on)bepaalde tijd
→ einde ovk voor bepaalde tijd
II. Collectief arbeidsrecht → CAO-recht (WCAO, WAVV)
→ vakbonden sluiten cao’s met wg (vereniging) → vt
op arbeidsovk, nadere arbeidsvwvorming
→ bedrijfstak-CAO kunnen algemeen verbindend
worden verklaard op alle arbeidsovk in bedrijfstak
→ Collectieve actie (art. 6 lid 4 ESH)
→ stakingen door werknemers georganiseerd door
vakbonden
→ Medezeggenschapsrecht (WOR)
→ medezeggenschap binnen onderneming uitgeoefend
door ondernemingsraad over besluiten en regelingen vd
onderneming
III. Sociale werknemersverzekeringen → ZW/WIA/WW
→ publieke sociale werknemersverzekeringen
→ verzekerde werknemers door wetten
→ financiering: premies werkgevers- & nemers
Kwalificatie arbeidsrelatie → gesloten systeem:
I. Arbeidsovk: art. 7:610 BW: De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de
ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever,
tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten
a). persoonlijke arbeidsverplichting → art. 7:659 BW
b). loonbetalingsverplichting
c). in dienst, gezagsverhouding → art. 7:660 BW directierecht
→ HR Groen Schoevers r.o. 3.4 wezen gaat voor schijn: dat wat tussen hen heeft te
gelden wordt bepaald door hetgeen hun bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen
stond, mede in aanmerking genomen de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst
uitvoering hebben gegeven en aldus daaraan inhoud hebben gegeven.
,dus ovk v opdr
→ HR X/Amsterdam: Tweefasentoets:
I. vaststelling vd overeengekomen rechten en plichten → Haviltexmaatstaf: niet enkel
naar betekenis vd tekst kijken, maar ook betekenis die partijen aan de tekst gaven en
wat ze over en weer van elkaar mochten verwachten
II. Beoordeling → heeft de ovk de kenmerken van een arbeidsovk (=kwalificatie) →
r.o. 3.2.2 “Niet van belang is of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de
overeenkomst onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten
vallen. Waar het om gaat, is of de overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen
aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst. Anders dan uit het arrest
Groen/Schoevers wel is afgeleid, speelt de bedoeling van partijen dus geen rol bij de
bij de vraag of de overeenkomst moet worden aangemerkt als een
arbeidsovereenkomst.
Deze kwalificatie van een overeenkomst moet worden onderscheiden van de –
daaraan voorafgaande – vraag welke rechten en verplichtingen partijen zijn
overeengekomen. Die vraag dient te worden beantwoord aan de hand van de
Haviltexmaatstaf. Nadat de rechter met behulp van die maatstaf de overeengekomen
rechten en verplichtingen heeft vastgesteld (uitleg), kan hij beoordelen of die
overeenkomst de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst (kwalificatie).
Opdracht: art. 7:400 BW: De overeenkomst van opdracht is de overeenkomst waarbij
de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever,
verbindt anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst werkzaamheden te
verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van een werk van
stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het vervoeren of
doen vervoeren van personen of zaken.
( d). gedurende zekere tijd ) → niet doorslaggevend
→HR Iva/Queijssen→was de freelance-thuiswerkster werkzaam obv arbeidsovk?
→ jawel, voldaan aan art 7:610 BW
→ ad a: partijen gingen ervan uit dat mw zou werken elke dag
→ dus ze was wel verplicht
→ ad b: er was een loonbetaling
→ ad c: andere omstandigheden zoals minimum aantal kaarten
per dag + andere (ondergeschikten) die zelfde werk in bedrijf
verrichtten
→ HR Groen/Schoevers → bij vaststellen inhoud ovk kijken naar bedoeling pp bij
sluiten ovk & hoe pp feitelijk ovk hebben uitgevoerd
→ voor kwalificatie ovk niet 1 enkel kenmerk
doorslaggevend, maar rechtsgevolgen in onderling
verband bezien → maatschappelijk positie kan kenmerk
zijn → r.o. 3.4 in het midden “hiermee heeft de rb” p. 9
→ rechtsvermoeden: bescherming arbeidskracht met onduidelijke arbeidsrelatie: ogv
feitelijk situatie wordt ovk vermoed arbeidsovk te zijn ogv art. 7:610a BW, doch
tegenbewijs mogelijk
→ HR Beurspromovendi: werknemers?
→ overeengekomen prestatie = arbeid
→ stipendium = loon
→ = rechtsvermoeden vervuld: arbeidsovk rechtsvermoeden
door UvA (wg) → niet weerlegd
,II. Flexibele arbeidsrelaties
→ oproepcontracten → kwalificatie hangt af van wel/niet verplicht na oproep te
werken → wel verplicht = arbeidsovk met uitgestelde prestatieverplichting (mup)
→ oproepovk: art. 628a lid 9 BW
→ hangt af vh tijdstip oproep of wn verplicht is gehoor te geven: art.
628a lid 2 BW → na 1 jaar → recht op arbeidsovk met vaste omvang
art. 628a lid 5 BW
→ niet verplicht → voorovk → afspraken die zullen gelden als oproepkracht
ja zegt tegen oproep; bij ja → arbeidsovk
→ uitzendovk → 3 partijen: arbeidskracht, uitlener en inlener
→ arbeidskracht + uitlener = arbeidsovk
→ als arbeidsovk = uitzendovk → art. 690 jo 691 BW
afwijkende regels
→ arbeidskracht + inlener → wordt niet ogv feitelijke situatie
geruisloos door arbeidsovk vervangen, pp moeten zich jegens elkaar
verbonden hebben → HR ABN Amro / Malhi
→ payrollovk → art. 692 BW → 3 partijen: payrollbedrijf (werkgever), werknemer
(in dienst v payrollbedrijf) en opdrachtgever (waar
werknemer werkt)
→ = specifieke uitzendovk → opdrachtgever doet werving en selectie
II. Opdracht: art. 7:400 BW: De overeenkomst van opdracht is de overeenkomst
waarbij de ene partij, de opdrachtnemer, zich jegens de andere partij, de
opdrachtgever, verbindt anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst
werkzaamheden te verrichten die in iets anders bestaan dan het tot stand brengen van
een werk van stoffelijke aard, het bewaren van zaken, het uitgeven van werken of het
vervoeren of doen vervoeren van personen of zaken.
III. Aanneming van werk: art. 7:750 BW: Aanneming van werk is de overeenkomst
waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens de andere partij, de opdrachtgever,
verbindt om buiten dienstbetrekking een werk van stoffelijke aard tot stand te brengen
en op te leveren, tegen een door de opdrachtgever te betalen prijs in geld.
H1 boek
Beroepsbevolking → alle personen, die hetzij als zelfstandige, hetzij als wn bij een
particuliere wg/overheid werkzaam zijn, alsmede de werklozen, dwz personen zonder
werk, die betaald werk zoeken en voor werk bsb zijn
→ zelfstandig → beschermende regels vh arbeidsovkrecht zijn nvt
→ onzelfstandig → arbeidsovk ex art. 7:610 BW
→ regulering via de wet, CAO, OR en EU verdragen
→ rechtspersoon → als onderneming = rechtspersoon, is zowel het bestuur als overige
personeel in dienst vd rechtspersoon → rechtspersoon = wg, maar bestuurders
beschikken over wgbevoegdheden
Gradaties recht:
- Semi-dwingend recht: afwijking slechts bij geschrift mogelijk
- Vijf achtste dwingend recht: afwijking slechts mogelijk bij cao of schriftelijek ovk
met OR of HR
- driekwart dwingend recht: afwijking enkel bij cao of bij regeling door of namens een
, bevoegd orgaan
- dwingend recht: afwijking = nietig/vernietigbaar