100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting van de verplichte literatuur + hoorcollege aantekeningen Materieel Strafrecht €6,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting van de verplichte literatuur + hoorcollege aantekeningen Materieel Strafrecht

 5 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van de verplichte literatuur + hoorcollege aantekeningen.

Voorbeeld 4 van de 64  pagina's

  • 4 april 2022
  • 64
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (54)
avatar-seller
aileen1howard
Week 1 Opzet en schuld
Week 2 Causaliteit
Week 3 Poging en voorbereiding
Week 4 Deelneming aan strafbare feiten
Week 5 Rechtspersonen en feitelijke leidinggevers
Week 6 Strafuitsluitingsgronden
Week 7 Samenloop, ne bis in idem en sancties



Week 1
Leerdoelen:
- Beargumenteren of een bepaalde vorm van opzet in een gegeven geval
bewezen kan worden verklaard
- Beargumenteren of de voorbedachte raad in een gegeven geval bewezen kan
worden verklaard
- Beargumenteren of een bepaalde vorm van culpa bewezen kan worden
verklaard
- Beargumenteren welke schuldvorm in een gegeven geval van toepassing is

Hoorcollege week 1:

Opzet
Betekenissen van opzet:
1. Bewust handelen
2. Willens en wetens handelen (willen en weten van het teweegbrengen van de strafbaar gestelde
handeling)
3. De feitelijke strekking van de (strafbaar gestelde) gedraging (en daarbij behorende
omstandigheden) kennen en willen
4. Een concrete relatie tussen psyche en daad, een constatering

- Volkomen (of vol) opzet: zuiver willen en weten
- Voorwaardelijk opzet: niet willen, wel bewust een aanmerkelijke kans aanvaarden  Porsche
arrest RO 5.3: bewust aanvaarden van een aanmerkelijke kans. Willens en wetens heeft
blootgesteld, met dien verstande dat hij – in plaats van erop te rekenen dat e.e.a. wel goed zal
aflopen – de aanmerkelijke kans dat anderen door zijn gedrag het leven zullen laten, desbewust
heeft aanvaard en op de koop toe genomen. De kans bewust en aanmerkelijk aanvaarden.
 Geen voorwaardelijk opzet, doordat meneer meerdere malen zijn inhaalmanoeuvre heeft
teruggetrokken en zelf geen doodswens had. Hij wilde er voorbij en dacht dat het kon.

Voorwaardelijk opzet: aanmerkelijke kans:
Opzet arrest:
Twee personen zijn bezig met een diefstal, ze worden betrapt en de eigenaar van de camping geeft zijn
vriendin de opdracht het hek te sluiten. Zodat dieven niet van het terrein af kunnen. De dieven proberen
van het terrein af te rijden, vrouw is het hek nog aan het dicht doen. Dieven zien het hek dicht gaan, maar
denken dat ze het nog wel kunnen redden en gaan vol gas. Dieven raken het hek en de vrouw, deze komt te
overlijden. Doodslag?
- Heeft dief bewust aanmerkelijke kans aanvaard?
Verweer: dief heeft haar wel gezien, maar pas op het allerlaatste moment, hij kon niet meer kiezen om te
stoppen doordat hij zo hard op het hek af gereden was.

,HR: Er is geen sprake van bewust (gevolg) aanvaarden als: de verdachte op het moment waarop hij zich er
van bewust werd dat het gevolg zou kunnen intreden, niet meer de mogelijkheid had om het gevolg te
voorkomen.
- Er is geen mogelijkheid om iets anders te kunnen doen
- Voor aanvaarden is het nodig dat je de ruimte daarvoor hebt

HIV-I arrest: er is geen grond om de inhoud van het begrip “aanmerkelijke kans” afhankelijk te stellen van
de aard van het gevolg. Het zal in alle gevallen moeten gaan om een kans die naar algemene
ervaringsregelen aanmerkelijk is te achten. Objectieve vaststelling:
- Hoe groot is de kans dat als jij HIV hebt, je iemand besmet. Hoe groot is de kans dat je daar ziek van
wordt. Hoe groot is de kans dat je daar dood aan gaat.
HR: er is geen aanmerkelijke kans: de kans is niet groot genoeg dat je HIV krijgt.

Voorwaardelijk opzet: uiterlijke verschijningsvorm:
Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht
op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte
de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.  Er wordt dan gekeken naar “wat
zien we? Kijkend naar het gedrag van persoon” en niet naar verklaringen.
- Bumperkleven arrest: twee auto’s rijden dicht op elkaar en irriteren elkaar, meneer voor geeft aan
bijrijder aan om riem om te doen en gaat vervolgens vol in de rem waardoor achterste er tegenaan
botst wat uitkomt op zwaar letsel. Aan dit rijgedrag kun je zien dat bewust de aanmerkelijke kans
aanvaard is op het gevolg.
- Contra indicatie: Porsche arrest

Oogmerk
Oogmerk als bestanddeel:
Type 1:
Art. 310 SR: ‘iets wegnemen met het oogmerk om het zichzelf toe te eigenen’.
Wegnemingshandeling is een bijzonder oogmerk: in de wegnemingshandeling zit opzet in + het wegnemen
moet een doel hebben.
Het ‘oogmerk’ is een zelfstandige bedoeling die moet worden vastgesteld om iemand voor diefstal te
kunnen beoordelen:
1. Alleen opzet voor het wegnemen is niet voldoende
2. Het wegnemen moet een doel hebben (oogmerk)

Type 2:
Art. 288a (jo 83a) het oogmerk heeft hier de bedoeling om als strafverzwarend omstandigheid te dienen
- Als moord (art. 288a) plaatsvindt met een terroristisch oogmerk (jo art. 83a) dan mag er een
hogere straf worden opgelegd. (Oogmerk = moord met terroristische bedoeling)

Voorbedachte rade
Een bestanddeel dat een strafverzwarende omstandigheid met zich meebrengt.
Voorbedachte raad ll arrest:
- Man legt hamer naast zijn nachtkastje voordat hij en zijn vrouw gaan slapen. Als zijn vrouw slaapt
slaat hij met de hamer meerdere malen op het hoofd van zijn vrouw. Zijn vrouw wordt wakker en
gaat zich verzetten waardoor meneer niet meer met zijn hamer kan slaan, en gaat haar proberen te
wurgen.
- Wurgen lukt niet en meneer en mevrouw vallen uit bed, waarna mevrouw kan ontsnappen en
tegen meneer zegt om 112 te bellen. Meneer belt 112, maar weigert te zeggen waarom mevrouw
gewond is.
- Meneer geeft mevrouw een handdoek, waarna mevrouw het huis uit vlucht naar de buren

, - Voordat de buren opendoen trekt meneer zijn vrouw terug en ze raken in een worsteling, waarna
meneer zich na een tijdje wegmaakt en terugkomt met een paraplu waarmee hij haar op haar
hoofd slaat.
- De paraplu breekt af, en met het ijzeren scherpe stuk prikt meneer mevrouw in de hals. Mevrouw
overleeft dit zodra buren naar buiten komen de aanval stopt.
Is hier sprake van voorbedachte rade? Is hier sprake van poging tot moord?
HR: voorwaarden voor voorbedachte rade:
1. Gedurende enige tijd beraden op het te nemen of genomen besluit
2. Niet gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat de gelegenheid heeft bestaan om
na te denken over de betekenis en de gevolgen van de voorgenomen daad en daarvan rekenschap
te geven
Als je uitkomt tot voorbedachte rade moet er ook gelet worden op contra-indicaties, is er hiervan sprake,
dan moet er gemotiveerd worden waarom er, ondanks de contra-indicaties, toch sprake is van
voorbedachte rade:
1. Besluitvorming en uitvoering vinden plaats in plotselinge hevige drift
2. Korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering
3. De gelegenheid tot beraad ontstaat pas bij uitvoering van het besluit

In casus is er sprake van voorbedachte rade, aan de twee voorwaarden is voldaan:
1. Een hamer op je nachtkastje hebben is niet normaal, hier is dus over nagedacht
2. Van zijn voornemen is meneer niet afgezakt toen de hamer niet werkte, hij is overgegaan tot
wurgen.
Contra-indicaties:
Nadat het wurgen ook niet lukte belde meneer 112, op dat moment was hij niet meer van plan om
mevrouw te doden.
Dan vlucht mevrouw waarop meneer erachter aan gaat, en wanneer mevrouw niet terug wil naar huis pakt
meneer de paraplu (het moordwapen), wat niet normaal is om te pakken om iemand van het leven te
beroven, maar uiteindelijk wel een moordwapen werd.
Op het moment dat meneer gaat prikken met de paraplu, is er geen sprake meer van voorbedachte rade:
Want op het moment van het prikken in de hals was er sprake meer van hevige gemoedsbewegingen die op
dat moment zijn ontstaan en niet eerder.
- Door deze contra-indicaties is er sprake van poging tot doodslag en geen moord (voor moord is
voorbedachte rade nodig).

Culpa
Waar moet culpa betrekking op hebben: alles wat na het woord ‘schuld’ komt moet je iemand daarvan een
verwijt kunnen worden gemaakt.
Verschil tussen:
- Art. 307 Sr: ‘de dood van een ander’  de culpa heeft betrekking op de dood
- Art. 6 WVW: ‘verkeersongeval’  op de dood heeft het grammaticaal geen betrekking, slaat slechts
op het ‘verkeersongeval’. Het gevolg hiervan is geobjectiveerd: dat een ander dood gaat.
De culpa in art. 6 WVW heeft betrekking op het verkeersongeval en niet op de dood van een ander, het
verkeersongeval moet wel als gevolg hebben de dood van een ander, er moet wel een causaal verband
zijn. Van de dood hoeft geen zelfstandig verwijt gemaakt te worden.

Twee varianten van culpa:
1. Bewust schuld, Porsche arrest: verdachte wist van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen
intreden, maar is er – achteraf ten onrechte – van uitgegaan dat dit gevolg niet zou intreden.
 Geen opzet – wel bewuste schuld
2. Onbewuste schuld: verdachte wist niet van de mogelijkheid dat het gevolg zou kunnen intreden,
maar had daar gezien de omstandigheden van het geval wel aan moeten denken.

, Voorwaarden culpa:
Er moet sprake zijn van een verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid:
1. Grove of aanmerkelijke geconstateerde onvoorzichtigheid, onzorgvuldigheid, onnadenkendheid
etc. (Wederwettelijkheid)
2. Vermijdbaar (Wederrechtelijkheid):
 Waarvan hij de gevolgen had kunnen en moeten voorzien
 Zorgplicht had om het gedrag achterwege te laten
3. Verwijtbaarheid
 In staat was anders te handelen en dat dat van hem onder deze omstandigheden ook mag
worden verwacht (bewust en onbewust)
Het gaat bij culpa dus om: aanmerkelijke vermijdbare verwijtbaarheid.
Overstekend kind arrest: verdachte rijdt kind dood door met zijn bus de kruising op te rijden zonder zich te
vergewissen dat een met de fiets overstekend kind de wel al volledig was overgestoken. Kind was met de
fiets gevallen en wordt door hem overreden.
(1) Aanmerkelijke onvoorzichtigheid: geen voorrang verlenen aan overstekend kind (los van het feit of
meneer het kind wel of niet heeft gezien, er moet voorrang verleend worden).
(2) Vermijdbaar:
 Voorzien: verdachte heeft niet gezien dat het kind al was overgestoken maar is wel
opgetrokken: dan is het voorzienbaar dat het kind dan wordt overreden, verdachte heeft
namelijk ook niet gezien dat kind al wel was overgestoken.
 Zorgplicht: van verdachte mag worden gevergd dat hij een grote mate van zorgvuldigheid in
acht neemt t.a.v. kwetsbare verkeersdeelnemers: van verdachte mag worden gevergd dat je
zeker bent van het feit dat persoon is overgestoken, vooral als het een kind is, voordat je
optrekt.
(3) Verwijtbaar:
 Verwachten om andere te handelen: uitzicht was beperkt door de hoogte van de bus en zijn
geringe hoogte als persoon  maar dat neemt de verwijtbaarheid niet weg: hij had immers
een andere auto of een hogere stoel kunnen en moeten nemen

Black-out arrest: vrouw had gevaarlijk gereden en beriep zich dat ze een black-out zou hebben gehad
omdat ze altijd netjes heeft gereden, nooit een bekeuring heeft gehad.
Criteria (alleen een van de art 5a WVW overtredingen overtreden is niet genoeg, het gaat om de): het gaat
om de (1) aard en de (2) concrete ernst van de overtreding en de (3) omstandigheden waarin deze is
begaan  als er bijvoorbeeld hagel is, het is glad op de weg, en je veroorzaakt een ongeluk, dan heeft het
strafrecht hier niks mee te maken door de omstandigheden waar het ongeval in is begaan.

Roekeloosheid in het verkeer
Zwaarste vorm van culpa, die dicht tegen onvoorwaardelijk opzet aanligt.
Roekeloos is een bijzondere vorm van culpa:
Voordat sprake is van roekeloosheid, moet aan alle voorwaarden van culpa zijn voldaan

Zeer onvoorzichtig gedrag, waarbij welbewust en met ernstige gevolgen onaanvaardbare risico’s zijn
genomen.  Zit dicht tegen voorwaardelijk opzet aan en dat rechtvaardigt een verdubbeling van de straf.
Voorbeeld: art. 307, 308 lid 2 Sr + art. 6 jo 175 lid 2 WVW
Filefuik arrest: politie achtervolging. Politie heeft toen file laten veroorzaken, maar degene die achtervolgd
werd had niks door en reed in de file op, waardoor iemand overleed.
Drie noodzakelijke voorwaarden van roekeloosheid, naast de voorwaarden van culpa (RO 3.6):
1. Een buitengewoon onvoorzichtige gedraging
2. Dat een zeer ernstig gevaar in het leven roept
3. De verdachte daarvan bewust was, althans had moeten zijn (moeten zijn = onbewuste schuld)
Minimaal twee van de genoemde gedragingen in art. 5a WVW moeten aan de orde zijn, anders kan er
geen sprake zijn van roekeloosheid.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper aileen1howard. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen