1
Consument C is woonachtig aan de Schoolstraat 11bis te X, alwaar hem iedere dag de krant behoort
te worden bezorgd. B is sinds kort als krantenbezorger werkzaam voor uitgever U en dient onder
andere de krant rond te brengen in de wijk waar C woonachtig is. C constateert dat hij al enkele
dagen de krant niet meer heeft ontvangen. Omdat dit in het verleden al vaker is gebeurd, besluit C
om zijn abonnementsgeld niet te betalen. Bij nader onderzoek blijkt dat B reeds enkele dagen de
krant per abuis op Schoolstraat 11a bezorgd heeft en dat het huisnummer van C niet duidelijk
zichtbaar is. U beroept zich op schuldeisersverzuim.
a) Kan C betaling weigeren, althans opschorten?
b) Wat kan C vorderen, op welke rechtsgrond, en wie moet hij aanspreken?
c) Indien een onder b genoemde vordering kans van slagen heeft, is hiervoor dan een
ingebrekestelling vereist?
Antwoord:
Vraag a
Probleemstelling
Kan C betaling weigeren, casu quo opschorten?
Mogelijke kwalificatie
Bekeken moet worden of C een opschortingsbevoegdheid heeft indien U niet (deugdelijk) nakomt.
Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Relevante rechtsregels
artikel 6:52 en 6:262 of 263 BW: Een schuldenaar die een opeisbare vordering heeft op zijn
schuldeiser, is bevoegd de nakoming van zijn verbintenis op te schorten tot voldoening van zijn
vordering plaatsvindt, indien tussen vordering en verbintenis voldoende samenhang bestaat om deze
opschorting te rechtvaardigen.
artikel 6:54, sub a, BW: Geen bevoegdheid tot opschorting bestaat voor zover de nakoming van de
verbintenis van de wederpartij wordt verhinderd door schuldeisersverzuim.
Analyse en toetsing
Ad 1) Twee vereisten:
Een opeisbare vordering. De opeisbaarheid is afhankelijk van de overeengekomen
betalingsvoorwaarden. Vaak is levering pas opeisbaar nadat betaling heeft plaatsgevonden. Is niets
anders overeengekomen, dan is de vordering in beginsel terstond opeisbaar (zie art. 6:38 BW). In
casu is er sprake van een opeisbare vordering.
,Voldoende samenhang om de opschorting te rechtvaardigen. In casu is er voldoende samenhang
tussen vordering en verbintenis om de opschorting te rechtvaardigen. In beginsel heeft C een
opschortingsbevoegdheid.
Ad 2) De opschortingsbevoegdheid bestaat niet bij schuldeisersverzuim. Daarvoor moet er sprake zijn
van een beletsel waardoor de nakoming verhinderd wordt en de oorzaak van de verhindering moet
aan C kunnen worden toegerekend.
In casu was het huisnummer van C niet voldoende duidelijk zichtbaar. Gelet op het feit dat de krant
voorheen wel op het juiste adres werd gebracht, kan niet worden aangenomen dat de bezorging van
de krant door het niet zo duidelijke huisnummer verhinderd werd.
Conclusie
Er is dus geen sprake van schuldeisersverzuim en C kan de betaling opschorten.
Vraag b
Probleemstelling
Wat kan C vorderen en wie moet hij aanspreken, bezorger B of uitgever U?
Kwalificatie
Er is hier sprake van een tekortkoming in de nakoming van U.
Relevante rechtsregels
Van belang zijn:
artikel 6:61 BW: Zolang de schuldeiser in verzuim is, kan de schuldenaar niet in verzuim raken.
artikel 6:74 jo artikel 6:75 BW: Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de
schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de
schuldenaar niet kan worden toegerekend.
artikel 6:265 BW: Iedere tekortkoming in de nakoming geeft de wederpartij de bevoegdheid de
overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming de ontbinding met haar
gevolgen niet rechtvaardigt.
artikel 7:9, eerste lid, BW: De verkoper is verplicht de verkochte zaak met toebehoren in eigendom
over te dragen en af te leveren.
Analyse en toetsing
Ad 1) Indien sprake is van schuldeisersverzuim van C, kan C geen nakoming vorderen (althans niet
gedurende de tijd dat het schuldeisersverzuim voortduurt), noch schadevergoeding of ontbinding.
In casu is er geen sprake van schuldeisersverzuim (zie onder a), dus komt U, wederpartij van C, niet
na.
Ad 2) Indien de tekortkoming U toegerekend kan worden, is hij schadeplichtig. De tekortkoming kan
de schuldenaar niet worden toegerekend:
, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld;
indien zij niet voor zijn rekening komt krachtens wet, rechtshandeling of verkeersopvattingen.
In casu kan U aansprakelijk worden gesteld op grond van de wet (art. 6:76 BW) voor gedragingen van
hulppersonen (i.c. B) op gelijke wijze als voor eigen gedragingen. Indien B een beroep kan doen op
niet-toerekenbaarheid (overmacht), bijvoorbeeld in verband met de concrete woonsituatie, kan ook
U hierop een beroep doen. In casu is geen sprake van overmacht, aangezien niet blijkt dat de krant
voorheen ook op het verkeerde adres werd bezorgd.
Ad 3/4) Nu er ex artikel 7:9, eerste lid, BW sprake is van een tekortkoming van U kan C de
overeenkomst ex artikel 6:265 BW geheel of gedeeltelijk ontbinden, tenzij de tekortkoming de
ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Dit laatste is in casu niet het geval.
Conclusie
C kan derhalve op grond van toerekenbare tekortkoming vervangende schadevergoeding of
ontbinding (eventueel met aanvullende schadevergoeding) van U vorderen.
NB: probleem voor C zal zijn om de schade aan te tonen!
Vraag c
Probleemstelling en kwalificatie
Is er in casu een ingebrekestelling vereist?
Relevante rechtsregels
Toepasselijk is hier: artikel 6:83 jo artikel 6:82 BW: Het verzuim treedt zonder ingebrekestelling in
wanneer een bepaalde termijn is verstreken;
wanneer een verbintenis voortvloeit uit onrechtmatige daad of strekt tot schadevergoeding;
wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de
nakoming zal tekortschieten.
In alle andere gevallen moet de schuldenaar wel in gebreke worden gesteld.
Toetsing
In casu is het gestelde onder sub 1 van toepassing. Een dagblad bezit actualiteitswaarde en nakoming
moet derhalve tijdig geschieden.
Conclusie
De dagelijkse termijnen voor levering zijn dus fatale termijnen. In dit geval is geen ingebrekestelling
vereist (art. 6:83, sub a, BW).
NB: Men kan er ook van uitgaan dat de nakoming blijvend onmogelijk is: C heeft immers iedere dag
recht op een nieuwe krant. C kan dan op grond van artikel 6:74 BW ageren zonder dat daartoe
verzuim is vereist.