BANKZAKEN Uitwerkingen
HOOFDSTUK 1 COMMERCIAL BANKING
1.1
activa passiva
Kasmiddelen 8 Schulden aan Bankiers 208
Kredieten aan de overheid 26 Toevertrouwde middelen 397
Vorderingen op bankiers 140 Schuldbewijzen 91
Kredieten 443 Overige schulden 56
Rentedragende waardepapieren 165 Overlopende passiva 18
Aandelen 19 Voorzieningen 13
Deelnemingen 2 Reserves 3
Onroerende zaken en bedr.midd. 9 Achtergestelde schulden 20
Overige activa en overl. activa 24 Groepsvermogen 30
836 836
1.2
1. Actiefbedrijf:
Zakelijke kredieten: kort, middellang en lang; hypotheken; kredieten in vreemde
valuta; leaseproducten; reverse repo’s; etc.
2. Passiefbedrijf:
Zakelijke en interbancaire deposito’s o/g; spaarrekeningen; rekening-couranttegoeden;
repo’s; etc.
3. Betaalbedrijf:
Betaalrekeningen (pinnen; chippen; overschrijvingen); telebankieren, internetbanking;
documentair krediet; incasso; vreemde valuta (contant en op termijn); etc.
4. Zonder transformatie zou de bank geen klantwaarde leveren en geen risico’s lopen en
dus ook geen rentemarge (in feite opgebouwd uit risicopremies) kunnen halen.
1.3
1. Staat van herkomst van Middelen en Bestedingen
Middelen Bestedingen
Activa
Kasmiddelen 34,456
Kortlopend overheidspapier 223,266
Bankiers 1,420,396
Kredieten 2,272,224
Rentedragende waardepapieren 227,474
Aandelen 168,858
Deelnemingen 37,854
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 14,629
Overige activa 3,230
Overlopende activa 116,261
Totale activa 241,125 4,277,523
© Convoy Uitgevers B.V.
, BANKZAKEN Uitwerkingen
Passiva
Bankiers 1,618,695
Toevertrouwde middelen 1,366,049
Schuldbewijzen 254,715
Overige schulden 204,881
Overlopende passiva 195,418
Voorzieningen 1,289
Groepsvermogen 397,929
Totale passiva 4,037,687 1,289
Totale middelen en bestedingen 4,278,812 4,278,812
2. - De bank heeft de meeste middelen verkregen door het aantrekken van
‘Toevertrouwde Middelen’ (met name ‘overige’ toevertrouwde middelen zoals
deposito’s) en leningen van ‘Bankiers’. Tegenover deze funding van Bankiers staan
echter bijna evenveel uitzettingen bij Bankiers. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat
de bank het afgelopen jaar actiever is geworden op de internationale geldmarkten.
- De bank heeft de kredietverlening aan de private sector sterk weten uit te breiden. Dit
heeft waarschijnlijk een gunstig effect op de rentabiliteit van de bank (maar wellicht
gaat dit gepaard met meer kredietrisico).
- De bank belegde ook meer geld in ‘Rentedragende waardepapieren’ en ‘Aandelen’
van andere bedrijven.
- De bank trok ook geld aan door de uitgifte van schuldbewijzen.
- De bank vergrootte het groepsvermogen, met name het eigen vermogen door uitgifte
van aandelen. Hierdoor verbeterde de solvabiliteit.
1.4
1. Financieringsfunctie toevertrouwde middelen 850.
2. Bufferfunctie (waarborgfunctie) kapitaalobligaties 150 + onderhandse
achtergestelde leningen 150 + agioreserve 80 + algemene reserve 120 +
aandelenkapitaal 300 = 800
3. Kapitaalobligaties zijn achtergestelde obligaties. Bij liquidatie worden ze pas
terugbetaald als alle andere schulden zijn voldaan. Voor dit risico is de
rentevergoeding in vergelijking met gewone obligaties hoger.
4. Tier-1 ratio = tier-1 vermogen / naar risico gewogen activa.
De risicowegingsfactoren zijn hier niet bekend en dus is deze ratio niet te berekenen.
5. BIS-ratio = (tier-1 vermogen + aanvullend vermogen) / naar risico gewogen activa.
Deze ratio kan om dezelfde reden als hierboven genoemd niet berekend worden.
1.5
1.
Boston Bank
Kasmiddelen (tegoed Fed) – 1.500
R.crt.krediet John W. + 700 Rek. courant John W. – 800
© Convoy Uitgevers B.V.