Week 1: Introductie & achtergrond & rechtvaardiging
van zekerheidsrechten
1. Wijdverbreid gebruik
Zekerheidsrechten zijn wijdverbreid. Vaak is bijna alles wat een financier heeft aan hem in
zekerheid gegeven. Dus de belangrijkste financiering wordt vrijwel altijd onderlegd met
zekerheidsfinanciering. Leverage buy-out > krediet gebruiken om bedrijven over te nemen.
Dat doen vaak private equity bedrijven (klein beetje eigen geld (equity) en veel geld lenen om
een bedrijf te kopen. Vaak lenen ze het geld niet zelf, maar het bedrijf dat wordt uitgekocht
leent het geld. Dat geldt wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders en daarmee wordt het bedrijf
gekocht. Dus het bedrijf gaat schulden aan om gekocht te kunnen worden. Zekerheden
worden dus o.a. gebruikt om leverage buy-out te kunnen accommoderen.
2. Te ver?
Met zekerheidsrechten sta je beter in faillissement, een handelscrediteur heeft die voordelen
niet. Kortmann zegt dus eigenlijk dat het nu wel ver gaat met de zekerheidsrechten. Hoe komt
dit? Bankvriendelijke wetgeving: vooral de laatste jaren. Daarnaast hebben banken een grote
regierol in het faillissement (groter dan in andere landen). En tenslotte is er ook
bankvriendelijke rechtspraak.
3. Bankvriendelijke wetgeving
Pand & hypotheek bieden voorrang in faillissement op de meeste andere schuldeisers ten
opzichte van het verhaal op de opbrengst van het goed waarop je een zekerheidsrecht hebt (als
het goed door de curator verkocht wordt, na aftrek van de faillissementskosten). Daarnaast is
er in Nederland ook het recht van separatisme: recht van parate executie mag ook
uitgeoefend worden in faillissement alsof er geen faillissement was, dus je mag het
faillissement gewoon negeren (recht van parate executie: buiten faillissement kan je zonder
naar de rechter te gaan, de goederen executeren en je op de opbrengst verhalen). Dus je hoeft
dan niet te wachten op de partijen die voorrang hebben of eerst de opbrengsten van
faillissement te betalen. Je mag dus zelf de spullen veilen en je uit de opbrengst voldoen,
zonder dat bijv. eerst de curator zich op de spullen verhaalt. In de praktijk zal er best overleg
plaatsvinden, maar wel in de wetenschap dat de bank eigenlijk kan doen wat hij wil door het
recht van separatisme. Daarnaast nog wat andere punten: ruime verrekeningsmogelijkheden
en je kan zekerheid vestigen op bijna alles (slechts enkele uitzonderingen, zoals
bodemvoorrecht van de fiscus).
4. Bankvriendelijke rechtspraak
De rechtbank wil niet al te veel praktische bezwaren of hobbels opleggen t.o.v. het
functioneren van het kredietverkeer. Denk aan de rechtspraak over de verzamelpandakte (HR
Dix q.q./ING). Verzamelpandakte: makkelijke manier om vorderingen die in de toekomst
ontstaan alvast onder je pandakte te laten vallen. Alle vorderingen, behalve degene die
onverpandbaar zijn bij partijafspraak, worden dan verpand aan de zekerheidsgever door de
zekerheidsnemer. Omdat alles al verpand is aan de bank, is er vaak niets meer beschikbaar
voor de andere crediteuren (uitgehold). Dit komt mede door de verzamelpandakte. Waarom
staat de rechtbank dit toch toe? Daar gaan we het vandaag over hebben.
1
, 5. Waarom wil crediteur zekerheid?
Je hebt prioriteit (hoger in de rangorde in faillissement dan andere schuldeisers). Daarnaast
heb je meer controle, doordat je niet eerst naar de rechter hoeft voordat je de goederen
waarop je zekerheid hebt kunt uitwinnen. Je kan ook dreigen met uitwinnen: als jij nu niet
betaalt, ga ik je woning verkopen bijvoorbeeld. Hangt samen met parate executie: buiten
faillissement uitwinnen zonder tussenkomst van de rechter. Je hoeft ook minder na te denken
over aan wie je uitleent, spaart ook weer onderzoekskosten. Denk aan pandhuizen: wat
doen die? Mensen brengen daar een oude ring of iets heen. Dan zeggen ze oke als jij die ring
hier brengt, wil ik daar best 200 op lenen. Dat moet je met rente terugbetalen. Doe je dat niet:
prima, dan hou ik je ring. Dus hier zie je in extreme zin dat er geen onderzoek wordt gedaan
naar de lener/degene die zekerheid wil.
6. Waarom staan we zekerheden toe?
Je verlaagt het risico van de bank met zekerheden, maar je verhoogt het risico van andere
partijen met net zoveel. Als de bank meer krijgt in faillissement, krijgen andere partijen
minder. Je haalt het risico dus niet weg, je verplaatst het naar anderen. Dus andere partijen
zouden in theorie dus minder snel met jou in zee willen gaan. Maar het is ook efficiënt. ‘Oil
of the economy’: geld wordt sneller uitgeleend als er meer zekerheid is dat er terugbetaald
wordt. Je bent bereid hogere lening te verstrekken. Hangt dus allemaal samen met een risico-
inschatting (maar: voor kanttekening zie kopje: ‘goedkoper krediet?). Naast deze financiële
redenen, is er natuurlijk het principe van contractsvrijheid*: je mag afspreken wat je wil
binnen de grenzen van het recht. Dan mag je ook afspreken: als ik failliet ga, mag jij als eerst
in de opbrengst. Als je mag verkopen aan een derde als eigenaar zijnde, dan mag je toch ook
bezwaren aan een derde (als het meerdere mag, mag toch ook het mindere)? Dus vrijheid om
over je eigendom te beschikken**. Bij zekerheidsrechten draag je dus een deel van je
beschikkingsbevoegdheid over aan de bank. Als ik niet op tijd betaal, heb jij het recht om
mijn grond te verkopen en je te verhalen op de opbrengst ervan.
*Contractsvrijheid > je mag in principe afspreken wat je wil, maar als het negatieve effecten
op derden heeft, dan zouden in principe die derden ook betrokken moeten zijn in het contract.
Je spreekt eigenlijk af, ik ga voor op C. Maar dat spreek je niet met C af.
**Vrijheid over eigendom te beschikken > er is een gesloten stelsel (numerus clausus), dus
je mag alleen zekerheidsrechten vestigen die het goederenrecht toestaat en je kan niet meer
overdragen dan je zelf hebt (nemo plus). Je kan dus niet zelf nieuwe zekerheidsrechten
verzinnen. Je kan niet alles doen met je eigendom wat je wil dus juridisch gezien. Hier speelt
ook het probleem: als jij iets verkoopt, wat komt er dan voor terug? Als ik mijn huis verkoop,
zijn mijn andere schuldeisers dan heel boos? Wie is er dan weer benadeeld? C. Je belooft
namelijk iets aan je zekerheidsgever wat ten nadele komt van je overige schuldeisers. Je
beschikt over iets wat in faillissement aan overige schuldeisers zou toekomen in ruil voor iets
dat jij wil (lagere rente). Dus eigenlijk is het geven van zekerheid aan bepaalde partijen
problematischer dan je eigendom verkopen voor schuldeisers (omdat dat meer ten koste van
hen gaat). Er zijn wel vragen over dit vraagstuk. Moet je niet als je eigendom hebt ook alle
zekerheidsrechten kunnen vestigen? De eigenaar is aansprakelijk wat er met de spullen
gebeurd, maar de eigenaar biedt vaak geen verhaal want de spullen zijn in zekerheid gegeven.
De zekerheidsnemer die is dan weer niet verantwoordelijk voor de toestand van de spullen.
De zekerheidsgerechtigde is namelijk beschermd via een vorm van beperkte
aansprakelijkheid.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper michelleooijen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.