Aantekeningen Cognition and Communications
Hoorcollege 1
1. Communicatie
Put simply, ideational conversation is informative, whilst phatic conversation serves a
social function.
Fatische communicatie Ideationele communicatie
Sociologisch perspectief of communicatie Cognitief perspectief op communicatie
(meta-niveau) (microniveau)
- Stelt gemeenschap, groepsidentiteiten - Overdracht van informatie/ideeën
hiërarchie vast. bijv.: religie, populariteit,
mode, rituelen, tradities
- Nadruk fatische taaluiting ligt op - Veelgebruikte metafoor: bezorger van
semantiek: doel/inhoudsloos, maar wel boodschap
beleefd en sociaal gewenst.
- Vb.: Hoe is het? Welterusten. - Vereist: zender + medium + boodschap
Gezondheid! + ontvanger
Taaluitingen zijn pragmatisch (doel)
Communicatie = resonantie
Impliceert dat zender & ontvanger veel gemeenschappelijk moten hebben voordat de
communicatie werkt (‘op dezelfde ‘golflengte’ zitten’)
Communicatie = code
Impliceert dat zender & ontvanger veel gemeenschappelijke kennis moet hebben om
elkaar te begrijpen, maar ook dat de boodschap niet verkeerd/verkeerd kan worden
begrepen/ontrafelt.
- Letterlijk: Alan Turning, patronen en structuren herkennen in taal
(=behavioristisch perspectief)
Descriptieve communicatie vs. Normatieve communicatie
- Hoe het is - Hoe het zou moeten zijn
- Hoe communiceren we? - Hoe zouden we moeten communiceren?
2. De relatie tussen cognitie, communicatie & taal
Cognitie
Ook wel kenvermogen, is de mentale activiteit en het proces
van kennisverwerving door waarneming en het verwerken van de daarmee
opgedane informatie door het denken. Verwerkingsproces van informatie.
Cognitiewetenschap
Interdisciplinaire studie van cognitieve functies (waarnemen, denken, leren, motoriek
& taalgebruik)
Communicatie
Geslaagde interactie tissen cognitieve, talige en gedragsmatige vaardigheden.
,Taal
Communicatiesysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van geschreven of gesproken
woorden.
Relatie cognitie en taal is wederkerig!
3. Cognitiewetenschappen
Analytisch: a priori, niet ontleed aan ervaring, altijd waar (bijv. Wiskundige stelling)
Synthetisch: Aan ervaring ontleedt, heeft uitleg nodig (bijv. Deze kat is zwart)
4. Model Shannon & Weaver:
I gss you cn rd ths txt wtht vwls.
Yuo cna pborblaby raed tihs too. It is the phaonmneal pweor of the hmuan mnid.
Aoccdrnig to a rscheearch at Cmabrigde Uinervtisy, it dseno't mtaetr in waht oerdr the
ltteres in a wrod are, the olny iproamtnt tihng is taht the frsit and lsat ltteer be in the!
Natuurlijke talen: redundantie is cruciaal om succesvol te communiceren. (vb =
whatsapp/ rap slang & Hebreeuws/ Arabisch)
Kritiekpunten:
- Model veronderstelt eindige (‘finite’) code (bijv. Zinnen zijn oneindig)
- Model geeft niet aan hoe een boodschap wordt begrepen of wat de boodschap zou
kunnen inhouden
- Model omvat niet elke vorm van communicatie (non-verbaal)
, Werkcollege 1
1. Genre
Genre: discourse van hetzelfde soort dat zich kenmerkt door overeenkomstige:
- Conventionele functie/ context & communicatieve doel
- Inhoudelijke kenmerken
- Structuur
- Stijl
- (Soms) vormgeving
Geen: tekstsoort (doel tekst)/ medium (communicatiemiddel)!
Genre: discourse van hetzelfde soort dat zich kenmerkt door overeenkomstige aspecten
(o.a. conventionele functie).
Bijvoorbeeld:
- Skype, e-mail, romans, poëzie, drama, chat, direct mail, etc. (document-oriented
genre labels)
- Conversaties, discussies, flirten, onderhandelen, etc. (action-oriented genre
labels)
Waarom spelen genres een rol in zowel cognitie als communicatie? Genres:
- Bestaan uit doelgerichte communicatieprocessen;
- Zijn gebaseerd op individuele cognitieve processen die op elkaar zijn afgestemd;
- Zijn gebaseerd op individuele taalgebruiksprocessen.
Steen (2016): “Currently there is no generally accepted genre framework
across the humanities and the cognitive and social sciences [...] People are
often clearly at a loss or frustrated in the world of new media, and this
may be largely due to a lack of appropriate genre knowledge and skills.
Moreover, genres in the new media themselves are forever evolving,
mixing, and being transformed, which does not help the media user”.
Met andere woorden:
- Rol in cognitie: genres creëren verwachtingen over mogelijke betekenis van uitingen.
- Rol in communicatie: genres bieden houvast voor het bepalen van relevantie van
bijdragen aan het discours (helpt zowel interpretatie als productie).
2. Genreanalyse
Steen (2016) stelt een cognitief-psychologisch genremodel voor dat genre
karakteriseert aan de hand van:
- Contextmodel (interactie tussen taalgebruikers in verschillende typen
discourse; variabelen: deelnemers, doelen en functies, situaties en settings,
domeinen, medium)
- Tekstmodel (aspecten van de tekst (“text base” en “situational model” in
verschillende typen discourse; variabelen: inhoud, tekstype, vorm, structuur)
- Codemodel (taalaspecten en andere -uitingen (“surface text”); variabelen:
modaliteit, taal, register, stijl, retoriek)