100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Geschiedenis HC1: Lage Landen samenvatting (VWO) €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Geschiedenis HC1: Lage Landen samenvatting (VWO)

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting over HC1: De Lage Landen uit het boek Memo voor VWO

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 7 april 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4876)
avatar-seller
lisanneflinkert
HC1  Steden en burgers in de Lage Landen (1050-1700)

1050: vanaf de 11e eeuw verbeterde de landbouw en steeg de bevolking, handel bloeide op
en er ontstond een monetaire economie.
1700: na het rampjaar 1672 waren de gouden tijden van de Nederlandse Republiek voorbij.
Door toenemende concurrentie in de wereldhandel raakte de Republiek haar leidende
positie kwijt.

13  De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een
agrarisch-urbane samenleving.
14  De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
17  Het begin van staatsvorming en centralisatie.
22  Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse
staat.
23  Het streven van vorsten naar absolute macht
24  De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel
opzicht van de Nederlandse Republiek
25  Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een
wereldeconomie

Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk
(1050-1302)?

Door verbetering van de landbouw en bevolkingsgroei trokken in de 11 e eeuw veel
mensen naar de steden. Om hun economische belangen te beschermen vochten ze voor
stadrechten. Beroepsgroepen verenigden zich in gildes. De lagere burgerbevolking bleef
maatschappelijk achter, maar de Guldensporenslag in 1302 veranderde dat. Vanaf de 14 e
eeuw vormden de Lage Landen (Nederland, Luxemburg en een deel van België) een
politieke eenheid door de groei van steden (KA13&14) en het streven van hertogen naar
één gebied (KA17).

De bevolking steeg door verbeterde landbouwtechnieken en de ontginning van meer grond.
Hierdoor groeide de bevolking en trokken veel mensen naar de steden waar mensen zich
konden specialiseren. In steden kwamen jaarmarkten voor de verkoop van
voedseloverschotten. Het platteland (verzorgingsgebied van de stad) en de stad gingen
samenwerken.

Adellijke grondbezitters (heren) profiteerden van de landbouwstedelijke samenleving omdat
rijke stedelingen meer belasting betaalden dan horigen op het domein. Horigen gingen naar
de stad voor vrijheid (leegloop platteland), dus hun plichten verminderden. Door slechte
hygiëne en ziekteverspreiding was er veel sterfte in de stad waardoor toestroom belangrijk
was. Landsheren gaven autonomie aan steden maar daarvoor moesten ze het hoogste gezag
van de vorst wel accepteren en financieel en militair steunen. Stedelingen dwongen
privileges af, dat werden stadsrechten. Hierdoor werden steden onafhankelijk en kreeg de
stedelijke burgerij meer macht. Er ontstond een klasse met rijke, machtige poorters
(stadsburgers); de patriciërs.

, In het noorden werd Vlaanderen een van de meest verstedelijkte gebieden van Europa.
Atrecht had daarin een belangrijke positie. Vlaanderen had een hoge
landbouwproductiviteit, ze hadden belangrijke grondstoffen (wol), ze hadden een goede
ligging (voor schepen etc.) en Atrecht was een bisschopstad (goed contact met het Vaticaan).
In de 11e en 12e eeuw ontwikkelde Atrecht zich tot een grote industriestad. Doordat
scheepvaart verbeterde werden havensteden steeds belangrijker dan jaarmarkten. Brugge
en Antwerpen lagen voor scheepvaart gunstiger waardoor zij de positie van Atrecht
overnamen rond 1300.

Handelaren vormden steeds vaker koopmansgilden om elkaar te beschermen omdat
langeafstandshandel onzeker was (tussenpersonen, oorlog, politieke versnippering). Door
goede samenwerking konden ze bescherming van handelsbelangen afdwingen door druk uit
te oefenen op overheden. De Hanze bestond uit belangrijke handelssteden aan de Noord- en
Oostzee. In Brugge kregen ze grote handelsprivileges en in de 14e en 15e eeuw werd Brugge
het belangrijkste trefpunt van internationale handelaren.

In de 12e en 13e eeuw ontstonden ook ambachtsgilden om leden te beschermen tegen
concurrentie. Er werden afspraken over prijzen, kwaliteit, goederen en opleidingen gemaakt.
Ze hadden samen spaargeld om elkaar te ondersteunen.

Het huidige Nederland ontwikkelde zich niet zo snel, op een paar Hanzesteden na. De
Europese handel strekte zich uit tot Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Er ontstond een
geldeconomie omdat de waarde van producten moeilijk te bepalen was door de taal- en
cultuurbarrières. Er kwamen munten en een wisselbrief die ingeruild kon worden voor geld,
hierdoor werd het bezit en vervoeren van geld veiliger.

De samenleving was hiërarchisch; de patriciërs, de nieuwkomers in de stad (rijk door
handel), gildeleden en het gemeen (arme deel bevolking). Patriciërs gedroegen zich als leden
van de adel (huizen, kleding). De adel en patriciërs concurreerden met elkaar. De stad werd
vooral bestuurd door de patriciërs tot ergernis van het gemeen. In de 13 e eeuw kwamen
stakingen in Vlaanderen (Guldensporenslag) waarbij het gemeen protesteerde tegen
machtsmisbruik van de patriciërs en slechte werkomstandigheden. Het gebeurde in Kortrijk
(Vlaanderen). De Franse koning wilde Vlaanderen maar de graaf van Vlaanderen wilde dat
niet. De patriciërs steunden de Franse koning, het gemeen steunde de graaf van Vlaanderen.
Het was een gevecht tussen een ridderleger (Franse koning) en een boerenleger (graaf). Het
gemeen (boerenleger) won en kregen gelijk meer respect.

Welke invloed hadden sociaaleconomische en politieke ontwikkelingen op de positie van
de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten (1302-1602)?

Na Brugge nam Antwerpen de rol van belangrijkste haven over. Vanaf de 15 e eeuw botste
de zelfstandigheid van de steden met de groeiende centralisatie vanuit hertogdommen.
Dat leidde tot een opstand. Door de blokkade van de Antwerpse haven in 1585 werd
Amsterdam de belangrijkste havenstad. Hier begon de Gouden Eeuw voor de
Nederlanden. In 1602 kwam de VOC waardoor de wereldwijde handel groeide en de
Nederlanden nog rijker werden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisanneflinkert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd