Samenvatting literatuur Complex Systems Theory
College 1
De mythe van het gemiddelde
Hoofdstuk 1 t/m 3
Deel 1: Het tijdperk van het gemiddelde
Hoofdstuk 1 De uitvinding van het gemiddelde
Onderzoek van Miller toont aan dat niet alleen elke individuele weergave van de hersenen van het
gemiddelde verschilde, maar ze verschilden ook sterk van elkaar.
- Niemands hersenen leken op het gemiddelde.
Vrijwel geen enkel stel hersenen uit Millers onderzoek kwam zelfs maar in de buurt van het
gemiddelde, en hij vroeg zich af of de verschillen misschien werden veroorzaakt door een technische
fout van de apparatuur conclusie: de afzonderlijke patronen die we zagen geen willekeurige ruis
waren, maar systematische kenmerken van ieders geheugen systeem, en dat het neurale patroon per
persoon verschilde.
- Dus een algemene theorie over gedachten, waarneming en persoonlijkheid, die uitgaat
van de gemiddelde hersenen, vrijwel zeker op niemand van toepassing is De gemiddelde
hersenen bestaan niet!
- Het gemiddelde lichaam en de gemiddelde hersenen bestaan helemaal niet en dat roept de
vraag op waarom onze samenleving hier dan toch zoveel waarde aan hecht?
De wiskunde van de samenleving
Adolphe Quetelet (geboren in 1796) voorbeeld was Isaac Newton.
Het menselijk gedrag leek geen waarneembare regels te volgen, net als het universum
voordat Isaac Newton orde in de chaos schiep.
Astronomen ontdekten de zwakke plek in een techniek: als tien astronomen de snelheid van
hetzelfde object probeerden te meten, kwamen daar vaak tien verschillende resultaten uit.
De uiteindelijke oplossing die astronomen bedachten raakte bekend als de ‘methode van de
gemiddelden’: alle afzonderlijke metingen werden samengevoegd tot één gemiddelde
meting.
- Volgens de voorstanders van deze methode was het aldus verkregen resultaat
betrouwbaarder dan één enkele waarneming.
Quetelet ontketende een ware revolutie in de manier waarop de samenleving naar het
individu keek met zijn toepasbare methodiek van het gemiddelde op de studie van de mens.
De gemiddelde mens
Quetelet verkondigede dat ieder mens een gebrekkige kopie was van een of ander kosmische
sjabloon. Die sjabloon noemde hij ‘de gemiddelde mens’.
Voor Quetelet was de gemiddelde mens het toonbeeld van perfectie, een ideaal waar de
natuur altijd naar streefde en dat vrij was van gebreken.
Elk van deze gemiddelde waarden vertegenwoordigde de verborgen eigenschappen van de
ene ware mens ofwel de gemiddelde mens. (bedacht ook BMI).
Nu beschouwen we de gemiddelde mens niet langer als het toonbeeld van perfectie maar we
denken wel dat de gemiddelde persoon de oervorm van een groep of type
vertegenwoordigt.
Wetenschappers en toonaangevende denkers in elk vakgebied prezen Quetelet als een
geniet die de verborgen wetten van de samenleving had ontsloten.
, Het tijdperk van het gemiddelde werd ingeluid met Quetelets theorie van de gemiddelde
mens. Vanaf dat moment stond gemiddeld gelijk aan normaal en individueel aan gebrekkig
en afwijkend en elk stereotype kreeg het goedkeurende stempel van de wetenschap.
Hele generaties ouders zouden zich er zorgen over maken of hun kind zich wel volgens de
gemiddelde normen ontwikkelde, en vrijwel iedereen maakt zich ongerust als zijn/haar
gezondheid, sociale leven of loopbaan te veel afwijkt van het gemiddelde.
- Zowel Quetelet als Galton belangrijk ontstaan tijdperk van het gemiddelde.
Van eminent tot imbeciel
Galton was het met vrijwel alle ideeën van Quetelet eens. De enige uitzondering was het
idee dat de gemiddelde mens het ideaalbeeld van de natuur zou zijn. Voor Galton stond
gemiddeld gelijk aan middelmatig, grof en alledaags, zoals de lagere klassen.
Galton zag het als een heilige opdracht aan de mensheid om het gemiddelde zo ver mogelijk
te ontstijgen, en hij beriep zich daarbij op het onderzoek den de woorden van zijn neef
Charles Darwin: Wat de natuur blind, langzaam en meedogenloos doet, doet de mens met
vooruitziende blik, snel en met mededogen.
Quetelet beschouwde mensen die veel van het gemiddelde afweken als gedrochten, maar
Galton was het daar niet mee eens.
- Voorbeelden van grootheiden die ver boven het gemiddelde waren uitgestegen, waren
Galton zelf, koningin Victoria en Isaac Newton. Zij vormden een duidelijk afgebakende
klassen die door hem het etiket eminent opgeplakt hadden gekregen.
- De mensen aan de andere kant van het spectrum, ver beneden het gemiddelde werden
imbeciel genoemd.
Galton was voor Quetelets idee dat het gemiddelde lid van een groep het groepstype
vertegenwoordigde, maar verwierp hij het idee dat afwijkingen gelijkstonden aan fouten. Hij
verving het woord fout door rangorde.
Galton bedacht 14 verschillende klassen voor de mensheid, waarvan de laagste werd
gevormd door de imbecielen. Halverwege de rangorde bevonden zich de middelmatigen en
aan de top stonden de eminenten. De betekenis van het gemiddelde onderging een
verschuiving, van normaal naar middelmatig. Galton ging er ook vanuit dat eminenten een
op zichzelf staande klasse van mensen vertegenwoordigden dat hij durfde te stellen dat
iemands plek in de rangorde consistent was voor al zijn eigenschappen, zowel mentaal, fysiek
als moreel.
Wet van de afwijking van het gemiddelde Het idee dat het belangrijkste wat je over een
persoon kon vaststellen was in hoeverre hij boven het gemiddelde uitstak of eronder bleef.
Tot op de dag van vandaag zijn we ervan overtuigd dat het gemiddelde een betrouwbare
graadmeter vormt voor zaken als onze fysieke en geestelijke gezondheid, onze
persoonlijkheid en onze economische status. Ook geloven we dat hoe iemand scoort op één
onderdeel, iets zegt over hem/haar in het algemeen. Deze twee ideeën vormen de pijlers van
ons huidige onderwijs, verreweg de meeste sollicitatieprocedures en
functioneringsgesprekken.
Quetelets invloed op ons denken is innig verstrengeld met de inrichting van onze instituties,
maar voor de meeste mensen is Galtons erfenis het meest tastbaar. Wie voelt er niet de druk
om zo ver mogelijk boven het gemiddelde uit te komen?
De opkomst van de aanhanger van het gemiddelde
Zowel de indeling in typen als in klassen werd vanaf de 20 ste eeuw bepaald door het individu
te vergelijken met het groepsgemiddelde.
Quetelet en Galton betoogden beiden dat een persoon alleen kon worden begrepen door
hem/haar te vergelijken met de groep en daardoor verloor het individu, vanuit het standpunt
van de sociale wetenschappen, zijn betekenis. Individualiteit is niet van belang.
, Typeringen en rangorden komen ons als zo basaal, natuurlijk en passend voor dat we niet
eens meer beseffen dat we met elk oordeel de individualiteit van de betreffende persoon
ontkennen. We zijn allemaal aanhangers van het gemiddelde geworden.
Hoofdstuk 2: Hoe onze wereld is gestandaardiseerd
- Hoe is de leer van het gemiddelde uit zijn ivoren toren afgedaald en de grootste doctrine van
de wereld geworden? Deze vraag kan grotendeels worden beantwoord met de naam van
Frederick Winslow Taylor.
- Taylor geloofde dat hij systematisch alle inefficiëntie uit het productieproces kon bannen en
kon daartoe het basisprincipe van de leer van het gemiddelde over: het idee dat het individu
er niet toe deed.
- ‘In het verleden kwam de mens op de eerste plaats, maar in de toekomst is die positie
voorbehouden aan het systeem’.
Het systeem komt op de eerste plaats
Een bedrijf moest zich niet aanpassen aan individuele werknemers, in plaats daarvan
moesten ze werknemers in dienst nemen die in het systeem pasten.
‘Een organisatie die bestond uit werknemers met middelmatige vaardigheden die werkten
volgens een beleid, plannen en procedures, zoals deze waren vastgesteld na een analyse van
de procesbehoeften, werpt op de lange duur meer vruchten af dan een organisatie van
genieën die zich louter door hun inspiratie laten leiden’ stelde Taylor.
Zijn theorie was gebaseerd op een belangrijk concept binnen de leer van het gemiddelde:
standaardisatie. Er was altijd eén beste manier, en dat was de gestandaardiseerde manier.
Overal werd verwacht dat je prestaties het gemiddelde zo dicht mogelijk moesten benaderen
of overtreffen. Je moest hetzelfde zijn als iedereen, maar dan beter.
In een gestandaardiseerd systeem doet individualiteit er niet toe.
De geboorte van de manager
Wie stelt de normen binnen een bedrijf vast? Alle planning, controle en besluitvorming
moest de arbeiders uit handen worden genomen en worden overgelaten aan een nieuwe
klasse van ‘planners’ ook wel managers (taylorisme)
Het organisatieschema werd een belangrijke pijler binnen een bedrijf.
Managers ervan overtuigen dat individualiteit er niet toe deed, was niet moeilijk want het
maakte hun werk makkelijker en de kans op succes groter. Als je je beslissingen over mensen
baseert op typen en rangorden, zul je het niet altijd maar wel gemiddeld bij het recht eind
hebben. En als een manager een foute beslissing nam over een werknemer, dan kon de
schuld eenvoudig bij de werknemers worden gelegd ‘omdat hij niet in het systeem paste’.
- Hoe wordt er in zo’n samenleving besloten wie de arbeiders zijn en wie de managers?
De onderwijsfabriek
Volgens de educatieve tayloristen moest de nieuwe missie van het onderwijs zijn om grote
aantallen leerlingen klaar te stomen voor het werk in de nieuwe ingerichte economie
(volgens het principe van Taylor). Ze stelden dat scholen standaardonderwijs voor de
gemiddelde leerling zouden moeten bieden, i.p.v. te proberen het beste in iedereen naar
boven te halen.
De tayloristen voerden een complete reorganisatie van het onderwijsstelsel door volgens het
kernprincipe van het wetenschappelijk management: alles standaardiseren rond het
gemiddelde.
- De leerlingen werden opgedeeld in leeftijdsgroepen (dus niet o.b.v. hun prestaties,
interesses of talenten) en gingen na een gestandaardiseerde periode over naar een andere
klas.
, - In navolging van fabrieksbellen kwamen er schoolbellen om de kinderen mentaal voor te
bereiden op hun toekomstige leven als arbeider.
De onderwijshervormers bedachten ook een nieuwe functie in het onderwijs: de leerplanner.
Leerplanners ontwikkelden een vast, onveranderlijk leerplan o.b.v. de wetenschappelijke
bedrijfsvoering waarin alles wat er op school plaatsvond nauwkeurig stond beschreven, zoals
wat de leerlingen moesten leren, wie er lesgaf, wat de inhoud van de leerboeken was en hoe
leerlingen werden beoordeeld. Zo werd de standaardisatie in steeds meer scholen
doorgevoerd.
Managementstructuur met centrale rollen voor directeuren, rectoren en conrectoren.
Over begaafden en nuttelozen
Thorndike was een van de productiefste en invloedrijkste psychologen aller tijden door zijn
grootste succes, het vestigen van scholen, colleges en universiteiten volgens de leer van het
gemiddelde (educatieve psychologie en educatieve psychometrie).
Thorndike was een voorstander van de taylorisatie van het onderwijs, maar hij vond dat
scholen jonge mensen moesten schiften o.b.v. hun talent, zodat ze efficiënt opgeleid konden
worden voor hun toekomstige positie in de maatschappij.
Kwaliteit is belangrijker dan gelijkheid; hiermee bedoelde hij dat het belangrijker was om
superieure leerlingen te identificeren en te ondersteunen, dan iedere leerling dezelfde
educatieve kansen te geven.
Biologische theorie over leren:
- Sommige mensen werden geboren met hersenen die snel informatie in zich op konden
nemen op school en rest van het leven goed doen.
- Mensen geboren met langzaam werkende hersenen gedoemd om zowel op school als in
rest van het leven moeilijk te hebben.
Thorndike vond dat scholen getalenteerde leerlingen alle ruimte moesten geven, zodat ze
later naar de universiteit en vervolgens naar banen konden doorstromen waar hun
superieure vaardigheden konden worden benut om het land te dienen en leiden. En wat de
trage leerlingen betrof, daar kon je beter geen geld aan uitgeven.
Thorndike was het ermee eens dat elk aspect van het onderwijsstelsel o.b.v. gemiddelden
moest worden gestandaardiseerd. Vooral omdat je op die manier eenvoudiger kon zien in
hoeverre een leerling afweek van het gemiddelde en je dus makkelijker kon vaststellen wie
superieur of inferieur was.
Hij schreef gestandaardiseerde toetsen, die hedendaags nog steeds gebruikt worden.
Het doel van scholen was volgens Thorndike niet om alle leerlingen tot hetzelfde niveau op
te leiden, maar om een schifting naar aangeboren talent aan te brengen.
Een wereld van typen en rangorden
Wat heeft het principe van het gemiddelde opgeleverd:
- Het bedrijfsleven bloeide op
- De lonen stegen, waardoor veel de armoede ontstegen
- Door gestandaardiseerde testen werd machtsmisbruik en vriendjespolitiek vermeden en
kregen studenten uit lagere milieus een kans op een beter leven.
- Rijkdom en komaf mochten geen rol spelen in de kansen die leerlingen kregen.
Wat heeft het principe van het gemiddelde gekost:
- De samenleving dwingt ons te voldoen aan bepaalde nauwkeurig omschreven verwachtingen
om succesvol te zijn op school, werk en in het leven in het algemeen.
- We zijn de waardigheid van onze individualiteit kwijtgeraakt. Onze unieke persoonlijkheid is
tot een last geworden, een obstakel of een vervelende omleiding op onze weg naar succes.