Samenvatting geschiedenis, hoofdstuk 3, par. 1 t/m 3
Tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
Hoofdstuk 3, Een Gouden Eeuw?:
1588 – De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
o Werden bestuurd door Regenten niet van Adel
Belangrijkste functie was Stadshouder
o Niet meer de vervanger van de koning, zelfde naam maar andere functie
In de Republiek; handel en nijverheid zeer belangrijk, ook cultuur en wetenschap
Hoofdstuk 3.1, Een handelsvolk:
De scheepvaart gaat veel geld opleveren
Basis voor de handel in verre landen; door de haringvangst en de Oostzeehandel
Natte gronden in de zee gewesten; geschikt als weidegrond en voor de veeteelt.
o Minder voor akkerland om graan te verbouwen, land is te nat
Moesten wel handelen om eten te krijgen
Producten worden gemaakt, en in een grote beurs verkocht aan de hele wereld = Moedernegotie.
Ook de cultuur ging beter, er was meer welvaart, economie was goed en de mensen konden zich meer
luxe veroorloven.
Handelaren sloegen de niet direct verkochte graan op in hun pakhuizen. Ze wachtten vervolgens tot
misoogst of hongersnood en verkochten het graan met heel veel winst
o Stapelmarkt, plek waar producten werden opgeslagen om later verhandeld te worden.
o Handelskapitalisme, producten kopen en wanneer de koop hard nodig is verkopen ze het met
extra winst.
o Kapitalisme, veel wist maken, iedereen heeft zijn privébezit
De economie wordt heel erg vrijgelaten, rijken, armen, middel.
Precies tegenovergestelde van ‘communisme’ iedereen het zelfde, niemand heeft meer of
minder.
Amsterdam; het knooppunt van de Europese handel
o Handelsafspraken, koop, verkoop en investeringen werden geregeld op de beurs van Amsterdam.
o Ook was er een wisselbank, hier kon je verschillende muntsoorten kopen en verkopen.
De Staten-Generaal ging zich met de handel bemoeien
Ze wilde dat NL nog rijker werd
1602 – VOC opgericht
o NL gaat samenwerken en gaan handelen in specerijen
o Doel was om een monopolie op te starten in de specerijenhandel met Azië
Alleenrecht
1621 – WIC opgericht
o Vooral handel in slaven.
De Republiek blonk uit in het maken en verwerken van stoffen
Stad en platteland gingen elkaar steeds beter aanvullen.
o Boeren zorgden voor grondstoffen en arbeidskracht
o Stedelingen zorgden voor de productie voor op het platteland
Waarom was de Nederlandse vloot groter dan Frankrijk en Engeland samen?
o 1. Frankrijk en Engeland waren erg zelfvoorzienend en hoefde niet zo nodig zo’n grote handel als
Nederland te bedrijven.
o 2. Nederland was al jaren bezig met de handel omdat ze hun eigen land niet konden voorzien met
het eten, dus waren de schepen meer ontwikkeld omdat ze meer kennis hadden.
Hoofdstuk 3.2, Ondernemen en investeren:
, Er waren twee belangrijke mensen; Hooft (geld door Oostzeehandel) en de Geer (wapenhandel en ook
bankieren)
Mensen leggen geld in een klein bedrijfje en zodra dat bedrijfje groter wordt krijgen ze winst
Multinational is een bedrijf met vestegingen in verschillend landen.
Speculanten in taal; als ik later iets win dan geef ik jou een beetje en jou en jou
Speculanten in handel; geld verdienen met iets wat nog niet zeker is
o Dingen kopen wat eigenlijk nog helemaal niet zeker was.
1609 – Beurs van Amsterdam
De rijke burgers in de steden zijn patriciërs
o Als zij een bestuursfunctie krijgen heten ze regenten
Nederland gaat de strijd aan met het water
o Droogmakerijen in Noord-Holland
Voordelig vanwege hoge landbouwprijzen
Jan Adriaenszoon Leeghwater; bedacht de molen
o Hierdoor is veel land gewonnen = meer landbouwproducten
Hoofdstuk 3.3, Ik heb de macht:
Republiek werd door de Staten-Generaal bestuurd
Stadhouder; legerbevelhebber in dienst van de Staten-Generaal
o Nog maar een, niet per gewest maar per gebied
Landsadvocaat (raadspensionaris) – belangrijkste overheidsfunctie van de Republiek
o Doet de ‘buitenlandse zaken’
Oldenbarnevelt werd vermoord omdat de mensen dachten dat hij een landverrader was.
Johan en Cornelis de Witt (raadspensionaris)
o Vond dat de familie van Oranje niet meer alles mocht zeggen
o De Witt wilde monarchie tegenhouden van de familie van Oranje
Engeland was de grootste handels concurrent en zee concurrent van Nederland en Frankrijk had een
heel sterk leger op het land
Er waren twee Engelse zeeoorlogen, de 1ste had de republiek verloren = handelsroute minder, de 2de
hadden ze gewonnen, zeeslag gewonnen.
Karel ll uit Engeland en Lodenwijk xiv uit Frankrijk ging samenwerken tegen de republiek, omdat de 2 de
zeeoorlog heel erg had gewonnen.
1672 – het Rampjaar, Frankrijk, Engeland en de Duitse Bisdommen Munster en Keulen verklaarde de
oorlog tegen de republiek.
Johan de Witt ging met de Ruyter de Engelse en Franse vloten op zee aanvallen, op zee ging het goed,
maar op land heel slecht, Frankrijk overwint het landleger van de Republiek en had allemaal delen in
beslag genomen.
Willem 111 werd, met tegenzin van Johan de Witt, tot Stadshouder genoemd.
Mensen vinden dat Johan de Witt de schuld van de slechte situatie is.
Johan de Witt kreeg de schuld van de Stadhouder
Cornelis (de broer van Johan de Witt) en Johan de Witt werden allebei vermoord op een gruwelijke
wijze vermoord
o Dit gebeurde medeweten, mogelijk zelfs medewerking, van de Oranjepartij = complot
Hoofdstuk 3.4, De tolerante Republiek:
Nederland leeft van de handel
o De contact met buitenlanders en hun ideeën veranderden
Nederland gaat steeds meer denken over bepaalde dingen
De Katholieke kerk had geen in vloed op de wetenschap
17e eeuw: wetenschappelijke revolutie
o Het experimenteren, observeren en het samenwerken leidde tot een andere kijk op de wereld