Engels:
Economy = de economie, hetgeen wat erbuiten is.
Geheel van economische relaties van productie, ruil en consumptie.
Economics = de economische wetenschap.
Aristoteles : huishoudkunde, geen staat, noch money maken.
Adam Smith : grondlegger moderne economie. Veranderde de betekenis
van het woord economie. ‘The wealth of nations’ uit 1776 voegde political toe,
waardoor de staat aan de economie werd gebonden. Van huis naar politiek.
Ontdekt dat handel het middel is dat staten zichzelf en de burgers kunnen
voorzien.
Alfred Marshall : schreef een boek over de princiepen van de economie. Nu
wordt het en studie van alle materiële goederen. Haalt veel van het staatsverhaal
af, en maakt er een studie van hoe we ons dagelijks brood verdienen.
Sir Lionel Robbins : klassieke definitie: economie kijkt naar alle
keuzehandelingen in schaarste.
Jacob Viner : economie is wat economen doen.
Frank Knight : economen studeren economie.
Gary Becker : economie wordt gekenmerkt door de benadering en waarop
ze iets bestudeert. Al het gedrag is maximaliserend gedrag. Economie is niet iets
wat je studeert, maar een bril waarmee je iets bestudeert. Deze manier van naar
de wereld kijken kan je op alles toepassen.
Steven Levitt : freakonomics geschreven hele wereld beschrijven
aan de hand van economie.
De betekenis van economie als studie verandert steeds door de tijd heen.
Economische wetenschap wilde zich wetenschappelijk voordoen, hardste sociale
wetenschappers. Economie is een recente uitvinding. Daarnaast is het van
object-definitie naar approach-definitie gegaan. Economie is imperialistisch
geworden elke sociale wetenschap doet soort van economie, in ieder geval
een economische denkwijze.
Krugman beschrijft hoe de economen de wereld bekijken in 3 principes:
1. Economie ziet de hele wereld als keuzes.
a. Econoom ziet geen verschillen tussen mensen ieder is gelijk en
zijn keuzenwezens. Keuzes worden alleen gemaakt in tijd van
schaarste.
i. Van elke beslissing wordt afgewogen of het de tijd en het geld
waard is. Geld is altijd schaars. Net als tijd. Tijd = geld.
ii. Opbrengsten moeten opwegen tegen de kosten.
2. Markthandel.
a. Econoom zegt dat als je een beslissing maakt je moet kijken naar de
opportunity cost.
i. Niet alleen kosten in geld, maar ALLES wat je kunt doen.
1. Alternatieven die je niet kunt doen omdat je een
bepaalde beslissing hebt genomen.
2. Zitten in college is niet werken, dus fictief 20 euro
verloren.
3. Economie als geheel functioneert anders dan in individuele gevallen.
1
, a. Marginale beslissingen beslissingen die aan het randje zitten. Een
extra eenheid moet een bepaald iets opleveren. De extra investering
moet opwegen tegen de extra winst.
4. Mensen benutten over het algemeen hun mogelijkheden en zijn gevoelig
voor incentives.
a. Bijv. bonusregeling van het vak mensen zullen dit gebruiken
omdat ze er beter van worden kosten baten analyse.
2e set principes, interactie markthandel = de motor van de economie:
1. Mensen zijn altijd handel aan het drijven en het moet voordeel opleveren
voor beide partijen.
2. Markten neigen naar evenwicht
a. Markten gaan naar evenwicht aangezien alle partijen er dan
(maximaal) tevreden mee zijn. Niemand kan er beter af zijn door
iets anders te doen.
3. Samenleving is het meest gebaat bij efficiënt gebruik van middelen
a. De meest doelmatige inzet van middelen niemand kan beter af
zijn als ze anders worden ingezet.
4. Markten zorgen altijd voor efficiëntie
a. Marktevenwicht hangt samen met efficiëntie.
5. Als de markt faalt is er een rol weggelegd voor de overheid.
3e set van principes, economie als geheel:
1. Een z’n koop is de ander z’n brood
a. Economische kringloop de een krijgt geld, de ander krijgt voedsel
beide blij.
2. Totale bestedingen in de economie wijken soms af van de totale
productiecapaciteit van de economie.
a. Niet efficiënt, aangezien er naar het evenwicht wordt gekeken.
3. Overheidsbeleid kan een bijdrage leveren aan he tin het gareel brengen
van de bestedingen.
Europese economie
Sub-discipline binnen de economie waar er in een economisch analyse kader
naar de Europese situatie wordt gekeken.
Economische methoden
Economen hebben een bepaalde benadering bij verschillende situaties.
Economen werken veelal aan de hand van modellen model = gesimplificeerde
en systematische weergave van de werkelijkheid. Kan wiskundig en grafisch zijn.
Volgens PW gaan economen telkens de wereld conceptueel herbeschrijven.
Basis modellen van KWG
Economie is een kringloop.
Het oer model is het model van de markt met vraag en aanbod. Interacties van
mensen zie je op de markt en alles is dus ook een markt. Het is gebaseerd op:
1. Fysieke markten
2. Abstracte markten
Vraag en aanbod model is een model met veel vragers en veel aanbieders
competitieve markt met een marktevenwicht. Her ha ling
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper davatol. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.