Burgerlijk procesrecht & Insolventieprocesrecht
B2 – 2021-2022
Week 1A: Infrastructuur, procesbeginselen en bevoegdheid van de rechter
1. Leerdoelen
Aan het einde van deze week kunt u:
1. de volgende begrippen en onderwerpen herkennen, opsommen, toelichten, hanteren en
toepassen aan de hand van concrete voorbeelden en er verbanden tussen leggen:
· Doel, functie en kenmerken van het burgerlijk procesrecht
· Procesbeginselen
· De verschillende soorten civiele procedures
· Arbitrage, bindend advies en mediation
· De (hoofdrol)spelers in de civiele procedure
· De bevoegdheid van de rechter
· (Verplichte) procesvertegenwoordiging
2. de kern van een uitspraak lezen, aangeven wat de centrale vraag is waarover de rechterlijke
instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die instanties zijn geweest
bij het beantwoorden van die vraag en het kunnen duiden van het commentaar in de
jurisprudentiebundel op die uitspraak;
3. een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden
rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij
het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie
beantwoorden van die rechtsvraag.
2. Literatuur
Hugenholtz/Heemskerk: nummers 1-11, 13-15, 20-22, 24-28, 30, 32-47, 49, 80, 117, 125,
208, 212, 219, 230-231
3. Jurisprudentie
Geheel:
· EHRM 9 oktober 1979, NJ 1980/376 (Airey/Ierland; bundel nr. 2)
· HR 25 maart 2011, NJ 2012/627 (Waarheidsplicht; bundel nr. 7)
● HR 20 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:472 (Rechterswissel; bundel nr. 9)
● HR 16 maart 1939, NJ 1939/1048 (Rijwielzadel; bundel nr. 59)
, ● HR 10 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:210 (X./Dexia Nederland; bundel nr. 68)
Alleen de opgegeven rechtsoverweging(en):
· EHRM 25 juni 1987, NJ 1990/231 (Capuano/Italië; bundel nr. 3): r.o. 30, 32, 37
· HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:587 (Stichting UVDTAB/Trafigura beheer;
bundel nr. 58), r.o. 3.2-3.3
Opdrachten
Opdracht 1: Soorten civiele procedures en alternatieven daarvoor
Geef aan welk soort civiele procedure of alternatief daarvoor wordt gevoerd in de volgende
gevallen.
Kies uit:
· dagvaardingsprocedure
· verzoekschriftprocedure
· arbitrage
· bindend advies
· deelgeschilprocedure
· collectieve actie
· mediation
Motiveer uw antwoord.
1. Het Scheidsgerecht Gezondheidszorg verklaart voor recht dat het ziekenhuis
toerekenbaar tekort is geschoten jegens een kinderarts die bij het ziekenhuis in dienst
is.
Arbitrage
2. De rechter spreekt de echtscheiding uit tussen een man en een vrouw.
Verzoekschriftprocedure
3. De Rijdende Rechter stelt vast hoe een koopovereenkomst tussen A en B moet
worden uitgelegd.
Bindend advies
4. De Stichting Gerechtigheid Gedupeerden Aandelenlease vordert voor recht te
verklaren dat Aegon onrechtmatig heeft gehandeld door onnodig hoge leningen te
verstrekken aan de deelnemers aan een aandelenleaseprodukt van Aegon.
Collectieve actie
5. Windmolenpark SkyHigh vordert Aluminiumfabriek Westland te veroordelen tot het
betalen van € 250.000 op grond van wanprestatie.
Dagvaardingsprocedure ( signaalwoord vordert)
, 6. De vader en de moeder van Anna en Jesse maken onder begeleiding van een neutrale
derde afspraken over een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen.
Mediation
7. Tijdens schikkingsonderhandelingen tussen de verzekeraar van Hassan - die zijn rug
heeft gebroken als gevolg van een door Gert-Jan veroorzaakt verkeersongeval - en de
verzekeraar van Gert-Jan, verzoeken beide partijen de rechter een oordeel te geven
over de eigen schuld van Hassan.
Deelgeschilprocedure (artikel 1019W Rv)
Opdracht 2: Roosje
Sherwood Forest Farm B.V. (SFF), gevestigd in Drachten, fokt en verkoopt Dartmoor pony’s.
Emma, wonende in Amsterdam, koopt voor haar zoon Aron een pony (Roosje) van SFF voor
een bedrag van € 4.500,-. Al snel na de levering van Roosje blijkt dat Roosje niet de beloofde
brave en betrouwbare kinderpony is. Aron kan Roosje niet berijden, omdat zij bokt en
steigert. Emma begint een procedure tot ontbinding van de koopovereenkomst.
Beantwoord de volgende vragen.
1. Welk gerecht is absoluut bevoegd van de vordering van Emma kennis te nemen? Wat
zal gebeuren als de zaak wordt aangebracht voor een rechter die niet absoluut bevoegd
is?
De rechtbank is absoluut bevoegd (artikel 42 RO), als de rechtbank niet absoluut bevoegd is
moet de rechter op grond van artikel 72 en 73 Rv zich zo nodig ambtshalve onbevoegd
verklaren, en verwijst de rechter de zaak naar de rechter die wel bevoegd is. (Artikel 74 Rv
geeft aan dat een lagere rechter aan die verwijzing verbonden is, een hogere rechter niet)
2. Welke kamer van dat gerecht is bevoegd? Wat zal gebeuren als de zaak wordt
aangebracht voor de verkeerde kamer?
Het is een kantonzaak, het gaat om een consumentenkoopovereenkomst (artikel 93 sub c Rv).
De kantonrechter is dus bevoegd. Als de verkeerde kamer wordt gekozen, verklaart de kamer
voor niet-kantonzaken zich onbevoegd. (Artikel 71 lid 1 en 2)
3. Welk gerecht is relatief bevoegd? Wat zal gebeuren als de zaak wordt aangebracht voor
een rechter die niet relatief bevoegd is?
Hoofdregel: artikel 99 Rv zegt in de woonplaats/vestigingsplaats gedaagde (Drachten
Noord-Nederland).
Uitzondering: artikel 101 Rv zegt dat als er sprake is van een consumentenovereenkomst, kan
ook de rechter van de woonplaats van de natuurlijk persoon bevoegd zijn (Emma
Amsterdam). De keuze is nu aan Emma.
Als de verkeerde rechtbank wordt benaderd, geldt dat de andere rechtbank zich alleen
onbevoegd zal verklaren en zal doorverwijzen als daarop een beroep wordt gedaan (artikel
110 lid 1 Sv). De gedaagde moet dit verweer naar voren brengen. Uitzondering voor deze
casus: ook als gedaagde geen beroep doet, zal de rechter ambtshalve ook moeten beoordelen
of hij relatief bevoegd is. De rechtbank zal dan ambtshalve verwijzen naar de relatief
bevoegde rechtbank.
,Opdracht 3: Procesbeginselen
1. a. Welke sanctie heeft het hof in de zaak Waarheidsplicht (bundel nr. 7) opgelegd
vanwege de schending van de waarheidsplicht door partijen?
Het Hof had bepaald dat beide ouders de helft van de kosten van hun kinderen moesten
voorzien omdat ze niet voldeden aan de waarheidsplicht.
b. Hoe luidt het oordeel van de Hoge Raad in het arrest Waarheidsplicht (bundel nr. 7)?
Geef daarbij aan of de Hoge Raad de toepassing van de sanctie door het hof marginaal of
uitgebreid toetst.
In r.o. 3.3 staat dat de HR de waarheidsplicht voor alle soorten zaken van toepassing is en dat
het de rechter vrijstaat bij schending van deze plicht de gevolgen in mag roepen die hij nodig
acht. HR: mag ambtshalve oordelen dat een van partijen of beide partijen in strijd heeft of
hebben gehandeld en daaraan de gevolgen verbinden die in overeenstemming zijn met de
aard van en de ernst van deze schending. De HR toetst hier marginaal: ze zegt dat de gekozen
sanctie moet in overeenstemming zijn met de aard en ernst van de schending. De HR laat zich
dus niet uit over de feiten.
2. a. Zie opdracht 2. Emma heeft ontbinding van de koopovereenkomst gevorderd,
omdat Roosje niet aan de overeenkomst beantwoordt. SFF voert niet het verweer dat
Emma te laat heeft geklaagd over de non-conformiteit (zie art. 7:23 BW). Tussen de
bewijsstukken zit wel een brief van Emma, waarin kan worden gelezen dat Emma
ervan uitgaat dat zij te laat heeft geklaagd. De rechtbank wijst de vordering van
Emma af, omdat Emma te laat heeft geklaagd over de non-conformiteit.
Aan welk artikel in het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering heeft de rechtbank zich
niet gehouden? Motiveer uw antwoord.
Artikel 24 Rv zegt dat de rechter de feiten niet mag aanvullen. Geeft partijautonomie van
partijen weer zij bepalen of er een procedure gevoerd wordt en welke feiten zij daarbij aan
grondslag leggen. De rechter mag dit niet doen omdat hij hiermee de autonomie van de
partijen schendt. SFF baseert het niet op te laat klagen. De rechter mag dit niet aanvullen.
Arrest X Dexia Nederland
Artikel 25 Rv zegt dat bij rechtsgronden er wel mag worden aangevuld door de rechter.
b. Zie opdracht 2. SFF beschikt over een keuringsrapport van een dierenarts dat dateert
van een dag voor de levering van Roosje. Mag de rechter SFF bevelen het
keuringsrapport in het geding te brengen of overtreedt de rechter dan het in vraag 2a
bedoelde artikel?
Motiveer.
Als je kijkt naar artikel 22 Rv zie je dat dit weldegelijk kan, als het gaat over het verloop van
de procedure, mag de rechter zich daarin actief opstellen.
3. Zie opdracht 2. In de zaak Emma/SFF wordt de rechter na de mondelinge behandeling
vanwege ziekte vervangen. Mag een andere rechter in de rechtbank nu vonnis wijzen?
Motiveer uw antwoord.
Arrest Rechters wissel r.o.
Als er rechtswissel plaatsvindt na een mondelinge behandeling, dan is het zo dat voorafgaand
aan een eerstvolgende uitspraak, dient van die wisseling mededeling worden gedaan aan
, partijen. Partijen kunnen dan verzoeken om een nieuwe mondelinge behandeling in te
plannen. Dit verzoek mag niet worden afgewezen als er gene proces-verbaal van eendere
mondelinge behandeling is opgemaakt. De uitspraak kan op die grond worden aangetast, bij
een tussenuitspraak is dat anders.
Opdracht 4: Meerkeuzevragen
1. Jaap woont in het centrum van Amsterdam. Wanneer hij een goede baan in Rotterdam
krijgt, huurt hij in Rotterdam een kamer van verhuurder ABC, gevestigd te
Groningen, waar hij drie dagen per week verblijft. De andere dagen van de week
verblijft Jaap in zijn woning in Amsterdam. In de kamer in Rotterdam oefent Jaap
wekelijks met zijn hardrockband en geeft hij geregeld feesten waarbij het er nogal
wild aan toegaat. De omwonenden hebben al vaak over geluidsoverlast geklaagd bij
Jaap. Op een gegeven moment is de maat vol. Verhuurder ABC en een aantal
omwonenden beginnen een procedure bij de kantonrechter en vorderen - kort gezegd -
ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de kamer.
Welke kantonrechter(s) is of zijn relatief bevoegd van deze vordering tegen Jaap kennis te
nemen?
1. Uitsluitend de kantonrechter in Noord-Nederland.
2. Uitsluitend de kantonrechter in Rotterdam.
Artikel 103 Rv geeft exclusieve bevoegdheid voor de rechter binnen wiens
rechtsgebied het gehuurde ligt.
3. Zowel de kantonrechter in Amsterdam als die in Noord-Nederland
4. Zowel de kantonrechter in Rotterdam als die in Amsterdam.
2. Jaap uit vraag 1 is ontzettend boos op zijn buurman, omdat de buurman een van de
omwonenden is die de ontbindingsprocedure tegen hem is begonnen. Jaap weet dat de
buurman een vakantiehuisje vlakbij Utrecht heeft. Op een nacht trekt Jaap erop uit en
vernielt hij het vakantiehuisje van de buurman. De buurman begint op 13 oktober
2021 een procedure tot vergoeding van de schade van € 24.750,-. De buurman vordert
daarbij ook de wettelijke rente vanaf 1 mei 2018.
Tot welke rechter(s) kan de buurman zich volgens de wet wenden met zijn vordering?
A. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam.
B. De rechtbank, kamer voor kantonzaken, Amsterdam en Midden-Nederland.
C. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam.
D. De rechtbank, kamer voor niet-kantonzaken, Amsterdam en Midden-Nederland.
Kamer voor niet-kanton: drempel van 25.000 (artikel 93 Rv).
Relatieve bevoegdheid: hoofdregel woonplaats gedaagde, uitzondering artikel 102
Rv: ook rechtbank Midden-Nederland bevoegd.