Zo maak je een facilitair plan
Inleiding
Ontwikkeling van het vakgebied Facility Management
Tot jaren 80 heette FM= dienst algemene zaken, interne dienst of
huishoudelijke dienst
Verandering door boekje Jan Regterschot, FM: Het professioneel
bestuderen van de kantoorhuisvesting
Bekendheid in Nederland met het vak
Waarbij gedacht moest worden aan de aspecten; bedrijfskunde,
taakdifferentiatie, efficiency en effectiviteit
Kernproces en niet-kernproces
Elke organisatie heeft een doel, bestaansrecht
Het proces waarmee een organisatie haar externe klant zo goed
mogelijk probeert te bedienen wordt het kernproces genoemd.
Kernproces= uniek proces waaraan de organisatie haar ontstaan en
identiteit ontleent. Wanneer dit proces verandert, wordt het een andere
organisatie.
Engels: core business
Om het kernproces zo goed mogelijk te laten verlopen, heeft een
organisatie een aantal activiteiten die het kernproces ondersteunen.
Niet-kernproces= processen die zich richten op het scheppen van de
voorwaarden, zodat het kernproces zonder problemen uitgevoerd te
worden
Wat is facility management?
=integraal managen(plannen en bewaken) en realiseren van de
huisvesting, de services en de middelen die moeten bijdragen aan een
effectieve, efficiency, flexibiliteit en creatieve verwezenlijking van de
doelen van een organisatie in een veranderde omgeving.
Definitie van Regterschot: drie deling; huisvesting, services en middelen
Stap 1
1.1 Bepaal de context (van een facilitair plan)
Stap 1: bepaal de context
Verschillende manieren=
- Zelf als student
- Docent bepaalt
- Werkt voor externe opdrachtgever
- Facilitaire professional
,1.2 Oriënteer je op de organisatie
- Je moet weten welk kernproces(dienst)je als facilitaire organisatie
verleent
1.3 Organisatiebeschrijving
organisatie heeft doelen op kernproces te bereiken
facilitaire organisatie moeten toegevoegde waarde hebben voor
moederorganisatie
Voor strategie: missie, visie en doelen formuleren
1.3.1 missie, visie en doelen
missie=
- weet waarvoor je het doet
- wat de grote opdracht is
- reden van bestaan van organisatie
- waarden en identiteit
visie=
- droombeeld hoe het moet worden
- en waar je naar toe wilt met de organisatie
- in de toekomst
- missie is waarvoor we staat en visie is waarvoor we gaan
doelen=
- doelen sturen de activiteiten van de diverse afdelingen in het kernproces
aan
- doelen worden met SMART geformuleerd:
- S= specifiek; geeft precies je doel aan
- M=meetbaar; beschrijf je doel aan de hand van meetbare eenheden
- A=acceptabel;je doel moet een draagvlak hebben
- R=realistisch; je doel moet haalbaar zijn
- T=tijdgebonden; geef aan wanneer je doel behaald moet zijn
1.3.2 organisatiebeschrijving volgens 7-s model
7-s model is ontwikkelt door McKinsey= 7 belangrijke aspecten van de
samenleving
1. Strategie= doelen van de organisatie en op welke wijze denkt te bereiken
2. Structuur= inrichting organisatie(best zichtbaar in organogram)
3. Systemen= procedures, overleggen, regels, afspraken en hulpmiddelen
binnen een organisatie
4. Stijl(van management)= hoe medewerkers samenwerken, welke vrijheden
medewerkers hebben en hoe ze in hun werk worden ondersteund
5. Staf= personeelsaangelegenheden(beloning, opleidingsniveau,
beoordeling)
6. Sleutelvaardigheden=waar de organisatie goed in is
7. Significante waarden= waar voor de organisatie staat en wat de
medewerkers bindt(cultuur)
, 1.3.3 werken, wonen en verblijven
werken=
- dienstverlenende (tertiaire en quartaire) sectoren
- profitorganisaties(tertiaire sector): bedrijven die met het verkoop van
producten en/of diensten winst willen halen( commercieel
kantoororgnisaties)
- non-profitorganisaties(quartaire sector): ook dienstverleners, niet-
commerciële organisaties; zonder winstoogmerk(overheidsdiensten en
gesubsidieerde diensten door de overheid)
- primaire en secundaire sector; landbouwsector die grondstoffen en voedsel
levert; zit weinig facilitaire management
wonen=
- wonen in zzorgcentrum wordt mogelijk gemaakt facilitaire diensten
verblijven=
- (meestal tijdelijk) verblijf in bv hotels, ziekenhuizen, school
1.3.4 plaats, personen en processen
wonen, werken en verblijven= waar wonen, werken en verblijven
plaatsvindt
wie er werkt, woont of verblijft
wat er nodig is aan processen om het wonen, werken en verblijven
mogelijk te maken
1.4 Met wie heb je te maken?
stakeholders= mensen van wie en organisatie waarvan je afhankelijk bent
en/of waarmee de dienstverlening veel raakvlakken heeft.
- facilitair manager: verantwoordelijk voor initiëren, inrichten,
communiceren, organiseren, uitvoeren en evalueren. Meestal door een
heel team
- budgethouders: om de organisatie van facilitaire dienstverlening te
bekostigen moet er geld zijn
- opdrachtgever: geeft de opdrachten
- klant: neemt de facilitaire dienstverlening af
- overheid:stelt wetten en regelgeving op waarmee dienstverlening te
maken krijgt
- leveranciers: leveren producten, grondstoffen en/of diensten
- concurrenten: zorgen ervoor dat je scherp moet blijven als facilitair
aanbieder
- brancheverenigingen: kunnen advies geven
- indirecte belanghebbenden: mensen die slechts indirect te maken hebben
met de facilitaire organisatie
- media: kunnen de organisatie in een positieve en negatieve manier in de
publiciteit brengen
1.5 Ruimtelijk kader