Samenvatting Bedrijfseconomie
Week 1 H1 ondernemingen en hun functie in de economie
1.1. Consumenten en producenten
Bedrijfseconomie: het economisch handelen binnen de productieorganisaties
Onderneming: productie organisatie die naar winst streeft.
Productie: omzetting van productiemiddelen in producten.
Organisatie: samenwerkingsverband van arbeid en kapitaal.
Winst: opbrengst producten groter dan de kosten productiemiddelen.
In een productieorganisatie worden productiemiddelen bij elkaar gebracht en vervolgens in
een productieproces omgezet in producten. Een productieorganisatie opereert tussen twee
markten: de inkoopmarkt (hier worden productiemiddelen verkregen) en de verkoopmarkt
(hier worden de geproduceerde goederen/diensten verkocht).
Input: inkoop
Transformatieproces: het omzetten van productiefactoren naar een eindproduct
Output: eindproduct
Efficiency (kosten/kostprijs): de doelmatigheid van het productieproces, ofwel de gegeven
hoeveelheid tegen met zo gering mogelijke kosten wordt geproduceerd.
Effectiviteit (opbrengsten/verkoopprijsopbrengst): de doelgerichtheid van het
productieproces, ofwel de mate waarin het eindproduct geschikt is om te voldoen aan de
eisen van de afnemers.
Doel-realisatie: winst, dit is de maatstaaf van de onderneming voor zowel de efficiency als de
effectiviteit: het is immers het saldo van de omzet.
Winst: kosten – opbrengsten
Continuïteit: financieel plannen, ook langetermijnperspectief en doelen omschrijven. Ofwel,
de samenhang van een bedrijf wat hand in hand staat met de winst.
,1.2. Profit- en non-profitorganisaties
Onderneming: met winstoogmerk, er is sprake van marktmechanisme, dit houdt in: vraag en
aanbod bepalen hoe de onderneming verkoopt en opbrengsten vergaard. Bij
ondernemingen zijn activiteiten een middel, dit doen zij om een doel te bereiken winst.
Bij ondernemingen zijn efficiency en effectiviteit af te lezen uit winst.
Non-profit organisatie: zonder winstoogmerk, er is sprake van budgetmechanisme, dit houdt
in: het geld wat burgers afdragen aan belastingen en premies en deze verdeelt zij over onder
andere: defensie, onderwijs, zorg etc.
Bij (particuliere) non-profit organisaties zijn activiteiten het doel, het Rode Kruis verleend
hulp, de activiteit – het verlenen van hulp - is dus ook het doel.
Bij (particuliere) non-profit organisaties is dat lastiger meetbaar, want zij streven niet naar
winst, dus de effectiviteit is slechts te benaderen door niet-financiële maatstaven (bv,
wanneer is de brandweer effectief?)
Particuliere non-profit organisaties: zonder winstoogmerk, (bv, een stichting) hier wordt
doormiddel van donaties geld ontvangen wat weer vaak wordt besteed aan onder andere
een goed doel.
1.3. Ondernemingsactiviteiten
1.4. Rechtsvormen van ondernemingen
Een onderneming heeft een zogenaamde rechtsvorm, en door de keuze van de rechtsvorm
wordt er vastgelegd hoe de juridische relatie binnen de onderneming, en tussen de
onderneming en de buitenwereld in elkaar zitten.
Voorbeelden: eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF), commanditaire vennootschap
(CV), besloten vennootschap (BV), maatschap, naamloze vennootschap (NV), vereniging en
coöperatie.
Overwegingen bij de keuze van een rechtsvorm:
- Leiding en eigendom
- Financieringsmogelijkheden (bv, lening bij een bank verkrijgen)
- Continuïteit
- Aansprakelijkheid van de eigenaren
- Fiscale consequenties (belasting technische zaken)
- Publicatieplicht
Een hoofdindeling kunnen we maken door ondernemingen met- en zonder
rechtspersoonlijkheid.
Eenmanszaak geen rechtspersoon
Vennootschap onder firma geen rechtspersoon
, Maatschap geen rechtspersoon
Hierbij mogen de eigenaren zelf, rechtstreeks, contracten afsluiten.
Bij de grotere ondernemingen, ofwel kapitaalvennootschappen:
Besloten vennootschap wel een rechtspersoon
Naamloze vennootschap wel een rechtspersoon
Coöperatie (Bv, Rabobank) wel een rechtspersoon
Die mogen als entiteit/bedrijf contracten afsluiten.
Bij coöperatie: WA/BA/UA = Wettelijke, Beperkte en de Uitgesloten aansprakelijkheid.
Overzicht totaal rechtspersoon, leiding/eigendom, financiering, continuïteit,
aansprakelijkheid, belastingheffing en publicatieplicht.
1.5. Omzetbelasting
Als de koper een ondernemer is, dan heeft hij het recht om de aan hem doorberekende
belasting terug te vorderen van de belastingdienst (btw).
Fiscus: belastingdienst
De groothandel verkoopt een product door aan de detailhandel, en de detailhandel moet
daarvoor die prijs incl. btw betalen aan de groothandel, de groothandel draagt de btw af aan
de fiscus (32,30). De detailhandel verkoopt het product aan de klant, de klant betaalt hier