100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting artikelen doelgroepen GGZ €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting artikelen doelgroepen GGZ

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting artikelen vak basiskennis doelgroepen GGZ

Voorbeeld 3 van de 19  pagina's

  • 11 april 2022
  • 19
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
cherrycurry
Artikel 1: H2 Autismespectrumstoornis

2.1 Autismespectrumstoornis

Autismespectrumstoornis (ASS). Aspecten die aan bod komen in dit hoofdstuk zijn: diagnostiek van
ASS en toekomstige ontwikkelingen hierin, oorzaken, verklaringsmodellen en bijkomende
problemen, prevalentie, epidemiologie en op de invloed van ASS op de gehele levensloop + het
maatschappelijk functioneren.

2.2 Historische achtergrond

Term ‘autisme (Gr. Autos=zelf) werd rond 1912 door Zwitserse psychiater Eugene Bleuler gebruikt als
beschrijving van gedrag van schizofrene patiënten die in zichzelf gekeerd waren en contact met de
buitenwereld verloren hadden.

Oostenrijks-Amerikaanse psychiater Leo Kanner (1894-1981) introduceerde term ‘infantiel autisme’.
Hij richtte zich op kinderpsychiatrie en schreef in zijn artikel de belangrijkste kenmerken:

 Extreme autistic aloneness.
 Afwijkend taalgedrag met echolalie (onwillekeurig herhalen).
 Letterlijk interpreteren.
 Onvermogen om taal te gebruiken in communicatie.
 Monotoon en repeterend gedrag met angstig, obsessief verlangen alles hetzelfde te houden.

IDC -> international classification of diseases and related health problems.
Oostenrijkse psychiater en kinderarts Hans Asperger (1906-1980) beschreef in zijn
proefschrift vier jongens met een opvallend gedragspatroon:

 Vertoonden gebrek aan inlevingsvermogen.
 Weinig vaardigheden om vriendschappen te sluiten.
 Eenzijdige conversatie.
 Enorme belangstelling voor bepaalde zaken.
 Onhandige bewegingen.
 Soms opvallend goed in bijv. rekenen of natuurkunde.

Asperger bedacht het label -> autistische psychopathie.
Beide artsen dachten dat er biologische grondslag lag aan autisme, omdat soortgelijke trekken bij de
ouders aangetroffen werden.

Psychoanalyse van jaren 60 in de vorige eeuw zag autisme als een stoornis die niet ontstond door
slecht contact tussen moeder en kind, veroorzaakt door de moeder (ijskastmoeder). Deze benadering
heeft veel schade berokkend.

In 1981 werd door een publicatie van een andere psychiater (Lorna Wing) onderscheid gemaakt
tussen Asperger en autisme. Bij Asperger zou het gaan om hoogfunctionerende autisten.

2.3 Diagnostiek

Classificatie van autismespectrumstoornissen

,Vanwege verschillende gradaties en manieren wordt er bij autisme gesproken van een spectrum aan
stoornissen -> grote variatie waarin de stoornis tot uiting komt. In de DSM-5 word gesproken over
autismespectrumstoornissen (ASS).

ASS -> aangeboren stoornis die beperkingen kan opleveren in allerlei gradaties tijdens alle
levensfasen op alle levensterreinen.

Doordat mensen met ASS hun leven lang afhankelijk zijn (in de meeste gevallen) dringt dit tot diep
door in het functioneren van de persoon en is daarmee pervasief (pervasief betekent dat de stoornis
invloed heeft op de totale ontwikkeling van het kind). Ieder persoon met ASS is uniek.

Criteria van een autismespectrumstoornis: van DSM-IV naar DSM-5

In de DSM-5 ontbreken ASS-subtypen, deze zijn komen te vervallen.

Classificatiecriteria van ASS zijn teruggebracht van gedragssymptomen in 3 verschillende domeinen
(1. Beperkingen in sociale interactie, 2. gestoorde communicatie en 3. zich herhalende stereotiepe
patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten) naar 2 domeinen (1. Tekorten in de sociale
communicatie en interactie enerzijds en beperkte, 2. repetitieve patronen van gedrag, interesses of
activiteiten anderzijds).

DSM-5 biedt mogelijkheid om aanzienlijke individuele verschillen binnen het spectrum te
beschrijven:

1. Ten eerste: door verschillen in ernst aan te geven op basis van ondersteuning die iemand
nodig heeft.

➢Ernstniveau 1: ondersteuning vereist
➢Ernstniveau 2: substantiële ondersteuning vereist
➢Ernstniveau 3: zeer substantiële ondersteuning vereist

2. Ten tweede: verschillen kunnen worden beschreven a.d.h.v. ‘specifiers’, zoals aanwezigheid
van een verstandelijke beperking of comorbiditeit (bijv. angst, depressie, eetstoornissen,
psychose).

In DMS-5 is het ook mogelijk om een ‘dubbel diagnose’ te stellen.

Sociale (pragmatische) communicatiestoornis -> a.d.h.v. strengere criteria in DSM-5 krijgen
bepaalde mensen nu geen ASS stempel meer maar de sociale (pragmatische) communicatiestoornis.

Beperking in de sociale communicatie en interactie:

Meest uitgesproken vorm van autisme is volledig afsluiten voor contact met anderen.

Bijv. kinderen met ASS die niet mét elkaar spelen maar náást elkaar, jongeren die in een gesprek de
ander niet hoort, maar vooral zijn eigen verhaal vertelt.

Praten gaat sommigen heel goed af, maar vaak merk je al wel snel bijzonderheden in het gebruik van
taal of taalbegrip. Grapjes worden vaak letterlijk genomen (mond spoelen met zeep). Communicatie
zowel verbaal als non-verbaal.

, Zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling en activiteiten:

Mensen met ASS hebben vaak vaste routines/starre patronen waar ze zich aan vasthouden. Kunnen
in paniek raken wanneer klein detail in de omgeving verandert. Daarnaast is er sprake van rigide
denkpatronen die bescherming bieden tegen te veel prikkels. Deze helpen om dingen controleerbaar
te maken. Zo zijn er mensen met ASS die het hele spoorwegnetwerk uit hun hoofd kennen.

Ook niet-functionele gewoonten en stereotiepe bewegingen (zoals wiegen met het lijf of wrijven met
de vingers) komen vaak voor.

Informatieverwerkings- en integratieproblemen:

Problemen met het verwerken van informatie speelt ook een grote rol bij de criteria voor ASS. Bijv.
overgevoeligheid voor bepaalde prikkels, trage informatieverwerking, moeite met verwerken van
non-verbale informatie (lichaamstaal), moeite met schakelen van ene situatie naar andere etc.

In neuropsychologisch onderzoek is er vooral aandacht voor de cognitieve stijlkenmerken van ASS:
het afwijkende gedrag van personen met autisme wordt verklaard vanuit beperkingen in de Theory
of Mind, centrale coherentie en de executieve functies. De volgende problemen worden vaak ook
opgemerkt bij mensen met ASS:

 Afwijkende, onhandige en houterige motoriek.
 Extreme en schijnbaar onlogische angsten.
 Gedragsproblemen, zoals eet- en slaapproblemen, driftbuien, agressie en soms zelf
verwondend gedrag.
 Automutilatie en agressie, vaak voortkomend uit het onvermogen zich verbaal uit te drukken
bij stress, frustratie en onbegrip.
 Angstig en faalangstig gedrag omdat zij bang zijn om niet aan de eisen van de omgeving te
kunnen voldoen.
 Depressiviteit, door het besef van de diagnose en de problemen die deze met zich
meebrengt, zoals het onvermogen een juiste partner te vinden en het niet kunnen realiseren
van een zelfstandig leven.
 Persoonlijkheidsproblematiek, doordat zij niet kunnen voldoen aan de ontwikkelingstaken
waarvoor zij komen te staan.

2.7 Oorzaken en verklaringsmodellen

Hoe autisme ontstaat is nog niet helemaal duidelijk. Wel wordt er steeds duidelijker dat er sprake is
van andere informatieverwerking in de hersenen, het verwerken kost meer tijd. Ook kan het
genetisch bepaald zijn, meerdere genen kunnen een rol spelen bij de overdracht van autisme.

Theory of Mind

ToM is het vermogen om je te verplaatsen in gedachten, gevoelens en intenties van anderen.
Kinderen rond de leeftijd van 4 jaar hebben hun ToM ontwikkeld. Mensen met ASS maken in hun
dagelijks leven weinig gebruik van hun ToM.

Centrale coherentie

Volgens Frith hebben mensen met ASS een zwakke centrale coherentie (CC): informatie wordt niet
automatisch globaal en in context verwerkt om tot een betekenisvolle, samenhangende interpretatie

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cherrycurry. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 60904 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen