Dit is een samenvatting van de leerdoelen voor het vake risico conceptueel (sociale- en fysieke veiligheid). Deze leerdoelen worden getoetst tijdens het tentamen. Ik heb dit vak in één keer gehaald met een goed cijfer. Leerjaar 1, IVK, blok A.
Benoemen wat (integrale) veiligheid is en een onderscheid kunnen maken uit de
verschillende deelgebieden,
Het verschil uitleggen tussen fysieke en sociale veiligheid.
Het verschil uitleggen tussen objectieve en subjectieve veiligheid
Onderscheiden welke disciplines er bestaan binnen fysieke veiligheid, zoals
externe veiligheid, arbeidsveiligheid, verkeersveiligheid en crisisbeheersing.
Op hoofdlijnen een beeld schetsen van letsel- en doodsoorzaken in Nederland.
Uitleggen wat er wordt bedoeld met de risicomaatschappij van Adams en Beck.
Uitleggen wat Wildawsky bedoeld met het 'nut van risico'
Uitleggen wat Perrow bedoeld met 'normale rampen'
Integrale veiligheid = Integrale veiligheid betekent dat je een bepaald
veiligheidsprobleem in een breder perspectief plaatst. Je plaatst het probleem dan langs
4 verschillende lijnen:
1. Tijd integrale veiligheid is geen momentopname, maar een onderdeel van een
proces.
2. Ruimte zodra een probleem bepaalde grenzen overschrijdt hebben ook andere
bestuurslagen een verantwoordelijkheid in de aanpak.
3. Sociale netwerken Veiligheidsproblemen zijn problemen die zich breder
uitstrekken en die dus ook moeten worden aangepakt door samenwerkende
personen en organisaties etc.
4. Kennisgebied Integrale benadering betekent een multidisciplinaire aanpak. Je
bekijkt een veiligheidsprobleem vanuit verschillende kennisgebieden.
Sociale veiligheid = Mate waarin mensen beschermd zijn en zich beschermd voelen
tegen persoonlijk leed van menselijke oorsprong zoals misdrijven, overtredingen en
overlast door anderen.
- Het gaat hierbij om wat zich afspeelt tussen individuen en groepen.
- Het gaat over veiligheid in de directe woon- en leefomgeving.
Fysieke veiligheid (systemische veiligheid) = Mate waarin mensen beschermd zijn en
zich beschermd voelen tegen persoonlijk leed van niet-menselijke oorsprong zoals
natuurrampen, falende machines etc.
Objectieve veiligheid = Gemeten niveau op een vooraf gestelde schaal van veiligheid.
Men meet uiterlijk waarneembare verschijnselen. Objectieve veiligheid is gebaseerd op
het meten van feiten.
Subjectieve veiligheid = Mate waarin mensen zich veilig voelen. Het gaat over de
persoonlijke beleving van veiligheid, onveiligheidsgevoel of de angst voor criminaliteit.
Subjectieve veiligheid heeft dus echt met gevoel te maken.
,Doodsoorzaken je hebt uitwendige en inwendige doodsoorzaken.
Uitwendige oorzaken hebben is dat het overlijden een direct gevolg is van een
uitwendige oorzaak. Een inwendige oorzaak kan bijvoorbeeld zijn kanker door werken
met asbest.
Meest voorkomende doodsoorzaken zijn hart- en vaatziekten.
Letsels letsels ontstaan als gevolg van een ongeval of doordat mensen zichzelf of
elkaar verwonden. Letsels ontstaan door externe oorzaken en zijn voor een groot deel te
voorkomen.
Hoofdthema’s in veiligheid zijn: externe veiligheid, interne veiligheid en
bedrijfsveiligheid. Externe en interne veiligheid zijn vormen van fysieke veiligheid.
Externe onveiligheid = de veiligheid van personen die zich bevinden buiten het systeem
van het bedrijf waar het ongeval zich voordoet.
Interne veiligheid = Gaat om personen die zich bevinden binnen het systeem van het
bedrijf waar het ongeval zich voordoet.
Arbeidsveiligheid = bescherming van werknemers tegen bedrijfsongevallen.
Bedrijfsveiligheid = Bescherming van mensen in het bedrijf tegen gevaren vanuit de
omgeving van het bedrijf (rampen, inbraak etc.).
Perrow ‘normale ongevallen’. Ongevallen zijn inherent verbonden aan complexiteit
van processen en is niet te voorkomen.
Adams mensen als risk-calculators en risk-compensators (totale risico blijft constant)
Wildavski het nut van risico’s, anticiperen of veerkracht.
Beck Risico’s als onvrijwillige loterij. Risico-pessimisme.
Week A3: Ongevallen en ongevalsanalyse
Uitleggen waarom ongevalsanalyse belangrijk is voor een veiligheidskundige
Uitleggen wat het verschil is tussen directe en basisoorzaken.
Het verschil uitleggen tussen risico en gevaar
Benoemen op welke wijze er naar ongevallen gekeken kan worden.
De verschillende modellen (dominomodel, gatenkaasmodel, visgraat,
ongevalspiramide) mbt ongevalsanalyse toepassen op een eenvoudige casus.
Ongevalsanalyse is belangrijk voor een veiligheidskundige zodat het probleem de
volgende keer kan worden voorkomen.
Ongevallen hebben een retroperspectief (terugblikkend) karakter. Risicoanalyse is
prospectief (vooruitblikkend). Ongevalsanalyse is om verdere verbeteringen in de
beheersing van risico’s te stimuleren.
Risico= kans x effect, een mogelijke gebeurtenis die schade of verlies kan toebrengen.
Risico als triplet scenario x kans x effect.
Gevaar = combinatie van scenario en effect. Kans ontbreekt.
Veiligheid draait om het beheersen van risico’s.
Risico is een combinatie van scenario, kans en effect. Risico omvat de notie van kans.
Gevaar bestaat uit scenario en effect. De notie van kans ontbreekt bij gevaar. Risico is
probalistisch. Gevaar is deterministisch situatie is veilig of onveilig.
,Scenario = opeenvolging van gebeurtenissen in de tijd.
Er kan op verschillende manieren worden gekeken naar ongevallen:
- Het ongeval als kansverschijnsel ongeval is synoniem aan schade en komt
onaangekondigd uit de lucht vallen.
- Het ongeval als menselijke fout fout van mensen die handelingen verrichten
(brokkenmakertheorie).
- Het ongeval als omvallende dominostenen Ongeval en daardoor veroorzaakte
schade zijn laatste stappen in een keten van gebeurtenissen.
- Het ongeval als besmettelijke ziekte wisselwerking tussen risicobronnen.
- Het ongeval als systeem storing systeem waarbinnen processen plaatsvinden.
Ongeval is een systeemstoring.
- Het ongeval als organisatorische tekortkoming organisatorische aspecten van
ongevallen.
De ongevallen piramide
Veiligheid is ongevallen voorkomen.
In een ongevallenpiramide zijn ongevallen weergeven in een aantal categorieën,
afhankelijk van de gevolgen. De piramide is een beknopte weergave van een
ongevallenstatistiek. Bij een smalle piramide vindt voor elk ernstig ongeval een relatief
klein aantal minder ernstige ongevallen plaats. Bijvoorbeeld: voor elk dodelijk
verkeersongeval vindt zo’n 10 ziekenhuisopnames en 40 medisch e behandelingen
plaats.
De ongevallenpiramide illustreert dat ernstige ongevallen trekken de aandacht, maar
zijn zeldzaam. De piramide illustreert dat grote ongevallen worden voorafgegaan door
kleine ongevallen die vrijwel hetzelfde scenario volgden, maar waarbij de schade minder
groot is.
Dood
Ziekenhuisopname
Medische
behandeling
Bijna-ongevallen
Heinrich’s dominostenen
Schade is het gevolg van een ongeval. Dit ongeval ontstaat op zijn beurt door een
onveilige handeling van een persoon of door een gevaarlijke omstandigheid. Deze
handeling/gebeurtenis is te herleiden tot de fout van een persoon. Heinrich’s
dominostenen corresponderen met verschillende stappen in het ongevalsproces. Als de
eerste dominosteen omvalt leidt dit uiteindelijk tot de val van de laatste dominosteen.
Door Heinrich kregen ongevallen een oorzaak. Heinrich maakte onderscheid tussen
oorzaak, ongeval en letsel. Hij beschrijft het ontstaan van een ongeval als een reeks van
opeenvolgende gebeurtenissen waarvan de laatste het letsel is.
, Oorzaken zijn te ontmaskeren door vanuit schade of ongeval logisch terug te redeneren.
De stenen corresponderen dan van rechts naar links:
- Schade (verlies)
- Ongeval
- Directe oorzaken (symptomen)
- Basisoorzaken
- Gebrek aan controle (beheersing)
Bij het onderzoeken van een ongeval gaat het erom de basisoorzaken te ontmaskeren
achter de directe oorzaken.
De Zwitserse kaasmodel
Beveiligingen zijn onvolmaakt. Ongevallen bevinden zich tussen oorzaak en schade
beschermen. Die bescherming barrières zijn niet volmaakt. Zwitserse kaasmodel toont
het ontstaan van een ongeval als lijn van oorzaak naar gevolg die wordt onderbroken
door barrières.
Barrières/beveiligingen verhinderen dat het van oorzaak tot gevolg komt. De
onvolmaaktheid daarvan maakt ongevallen mogelijk. In het model vinden ongevallen
plaats door een combinatie van imperfecte beschermingen.
Model heeft een dynamisch karakter doordat de kaasplakken niet onveranderlijk zijn,
maar kunnen wijzigen. Het aantal gaten, hun vorm en hun grootte veranderen
voortdurend. Elke kaasplak staat symbool voor een beveiliging. Elke barrière biedt
bescherming tegen verschillende bedreigingen, maar geen enkele beschermingslaag is
perfect.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bentemartina. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.