Samenvattingen periode 2.3 - De hulpvraag bij systeemaandoeningen in de leefstijlcontext
Inhoudsopgave
Fysiotherapeutisch handelen ................................................................................................................... 2
Anatomie ............................................................................................................................................... 97
Fysiologie ............................................................................................................................................. 105
Medisch handelen ............................................................................................................................... 121
Fysiotherapeutisch handelen - Pathologie........................................................................................... 166
Gedragswetenschappen ...................................................................................................................... 186
Klinisch redeneren ............................................................................................................................... 203
Methodisch fysiotherapeutisch handelen ........................................................................................... 207
Neuromusculaire elektrostimulatie ..................................................................................................... 215
,Fysiotherapeutisch handelen
Hoofdstuk 1, Lifestyle en risicofactoren in de FT. Wat moeten en kunnen we ermee?
Deel 1
Chronische aandoeningen zijn een wereldwijd probleem.
Chronische aandoeningen (Chronic diseases), ook wel ‘non-communicable diseases (NCD’s)’ genoemd= niet-overdraagbare
aandoeningen. Ze zijn van lange duur en meestal langzaam progressief. Veel van deze aandoeningen kunnen worden
beïnvloed door onder andere onze leefstijl.
De vier meest voorkomende NCD’s zijn:
- Cardiovasculaire aandoeningen (o.a. beroerte)
- Kanker
- Chronische longaandoeningen (o.a. COPD en astma)
- Diabetes mellitus
Denk ook aan verhoogde bloeddruk, overgewicht en mentale problemen (o.a. depressie).
Non-communicable diseases lijden tot 41 miljoen sterfgevallen wereldwijd wat neerkomt op 71% van de wereldwijde
sterfgevallen.
Cardiovasculair: 17,9 miljoen
Kanker 9,0 miljoen
Longaandoeningen 3,9 miljoen
Diabetes 1,6 miljoen
Lange tijd waren infectieziekten doodsoorzaak nummer 1. Nu zijn dat niet-infectieziekten (non-communicable diseases).
Levensverwachting in 2040: mannen: 84,2 jaar, vrouwen: 87,4 jaar
NL in 2040: 54% heeft minimaal één chronisch aandoening.
Dat komt neer op 12 miljoen Nederlanders; in 2015 waren dit er 11 miljoen.
RIVM doet onderzoek naar de onderliggende oorzaken in het voorkomen van
chronische ziekten. Veel directe oorzaken en risicofactoren zijn gebonden aan
levensstijlfactoren: BRAVO-D.
Bewegen
Roken
Alcohol
Voeding
Ontspanning
-
Drugs (o.a. medicatie)
,Wereldwijd percentage van aantal overlijdensgevallen ten gevolge van…
12,8% hoge bloeddruk
5,8% hoge bloedglucose waarde
5,5% fysieke inactiviteit
4,8% hoog cholesterol
2,9% te weinig inname van fruit en groenten
9 vrijwillige NCD doelstellingen 2025 van World Health Organisation (WHO):
Definitie van een risicofactor= “A risk factor is any attribute, characteristic or exposure of an individual that increases the
likelihood of developing a disease or injury.” (WHO, 2018)
Twee soorten risicofactoren:
- Factoren die je niet kunt beïnvloeden;
o Leeftijd
o Etniciteit
o Geslacht
o Erfelijkheid
Let op dat er een verschil is tussen genetisch belast en familiair belast!
In termen van erfelijkheid, erf je een bepaald gen wel of niet en krijg je die ziekte vroeg of laat.
Familiair betreft het hebben van aanleg om dik te worden in een gezin waarin veel wordt gegeten.
- Factoren die je wel kunt beïnvloeden.
o Hoge bloeddruk
o Te hoog cholesterol
o Roken
o Fysieke inactiviteit
o Obesitas
o Ongezonde voeding
o Diabetes Mellitus type II
, Deel 2
Veranderbare risicofactoren:
- Hoge bloeddruk
- Te hoog cholesterol
- Roken
- Fysieke inactiviteit
- Obesitas
- Ongezonde voeding
- Diabetes Mellitus
- Metabool syndroom
- Alcohol
- Lage socio-economische status
- Mentale gezondheidsproblemen
- Psychosociale stress
Hoge bloeddruk= hypertensie
Ideale bloeddruk: 120/80 mmHg
- Systolisch: de druk wanneer het hart pompt (linker kamer).
- Diastolisch: de druk wanneer het hart ontspant.
Hoge bloeddruk: 140/90 mmHg (wanneer het voortdurend plaatsvindt, niet als het één keer tussen deze waarde zit)
Weinig symptomen, maar… richt wel schade aan! Bijvoorbeeld:
- Beschadiging endotheel
- Vorming van plaques, die verstoppingen kunnen veroorzaken (in een ontstekingsreactie geeft het verdikkingen)
- Oorzaak van nierfalen of hart-/herseninfarct.
Belangrijke factoren voor het verlagen van de bloeddruk:
- Goede voeding
oGebruik voedingsmiddelen rijk aan kalium, calcium en magnesium.
oBeperk de inname van keukenzout (natriumchloride).
- Stress ↓ (het vrijmaken van adrenaline of bij langdurige stress het vrijmaken van cortisol draagt bij aan een
verhoogde bloeddruk.)
o Vermijd stressvolle situaties.
o Zorg voor voldoende ontspanning (bv. ademhalingsoefeningen).
- Lichamelijk activiteit ↑
o Wordt lichamelijk actiever.
Hoog cholesterol= Hypercholesterolemie. Twee soorten cholesterol:
- LDL-cholesterol= Low-density lipoprotein (Lagedichtheidlipoproteïne). Dit zijn deeltjes in het
bloed die zorgen voor het transport van cholesterol van de lever naar de weefsels. Afval. Het
overtollige wordt vanuit de lever aan de lopende band in het lichaam gedumpt en bevordert
slagaderziekte.
- HDL-cholesterol= High-density-lipoproteïne (hogedichtheidlipoproteïne) Een van
de lipoproteïnen (chylomicron, VLDL, IDL, LDL, HDL)die vettransport mogelijk maken in de waterige omgeving van de
bloedsomloop. Brengt het overtollige LDL-cholesterol “met kruiwagentjes tegelijk” terug naar lever waar het wordt
afgebroken.
Vet heb je nodig om in celwanden een soort barrière op te bouwen tegen vocht. LDL en HDL zijn bouwstoffen die je nodig
hebt om de dijk waterdicht te maken. Je vindt cholesterol terug in celwanden als natuurlijk bestanddeel als het lekken van
celstructuren. Als het LDL (de verzadigde vetzuren/transvetten) zo overtollig aanwezig is, dat het HDL dat niet meer af kan
breken, dan zie je dat i.c.m. de verruwing van vaatwanden dat LDL cholesterol zich gaat afzetten in en aan de wanden van de
bloedvaten en dat zorgt voor vernauwingen. Lichamelijke activiteit zorgt voor toename HDL-gehalte.
Vet zorgt ervoor dat je vitamine A, D en E binnenkrijgt. Gebruik zachte vetten (o.a. halvarine of vloeibaar uit de knijpfles) of
plantaardige vetten; eigenlijk wanneer het vloeibaar is bij kamertemperatuur.