College 1
De prevalentie van kindermishandeling ligt rond de 127.000, maar is waarschijnlijk hoger.
Emotionele verwaarlozing komt het meest voor, seksueel misbruik het minst. Verschillen van
prevalentie over de jaren kunnen komen door bijvoorbeeld betere metingen of daadwerkelijk
hogere prevalenties.
Definities mishandeling:
- Seksueel misbruik: betrokkenheid van kinderen in seksuele activiteiten die ze niet
compleet begrijpen, geen toestemming voor kunnen geven, waar ze niet qua
ontwikkeling voor zijn voorbereid of die de standaarden van de maatschappij waarin
zij leven schenden.
- Fysieke mishandeling: elke verwonding die niet persoonlijk is gedaan aan een kind
onder de 18 jaar door een ouder of verzorger, waaronder slaan, schudden,
verbrandingen, bijten, verstikkingen, brandwonden door warm water en interne
verwondingen.
- Emotionele mishandeling: een herhaald patroon van gedrag van een verzorger of
extreme incidenten die overbrengen aan kinderen dat ze waardeloos, niet geliefd, niet
gewild, in gevaar of onvolmaakt zijn.
- Fysieke verwaarlozing: het chronisch falen van een ouder of verzorger om een kind
onder de 18 te voorzien van basisbehoeften zoals eten, kleding, onderdak, medische
zorg, school, bescherming en toezicht.
- Emotionele verwaarlozing: het consistent falen van een ouder of verzorger om een
kind voldoende support, aandacht en affectie te geven. Dit is passiever dan emotionele
mishandeling.
Structurele verwaarlozing is ook wel bekend als institutional rearing: gereguleerd, frequente
veranderingen van verzorger en hoge kind-verzorger ratio. Dit zorgt ervoor dat kinderen geen
continue en wederkerige interacties hebben met stabiele verzorgers → nodig om te reageren
op ontwikkelingsbehoeften.
Pereira onderzocht de leefstandaarden van 50ers die fysiek verwaarloosd (prospectief
gemeten door ouder- en leraarinformatie) en emotioneel verwaarloosd (zelfrapportage) waren
als kind. Ze hebben gecorrigeerd voor maternale leeftijd, opleiding ouders, huishoudelijke
voorzieningen, overbevolking en sociale klasse waarin ze geboren waren. Mishandeling was
gerelateerd aan een lagere SES op 45 jaar (niet in werk), maar de relatie kon niet worden
verklaard.
Vachon (2015) bekeek de relatie tussen mishandeling en internaliserende en externaliserende
problemen bij 2.292 kinderen van 5-13 jaar oud met een lage SES op een zomerkamp. De
helft van de kinderen had mishandeling ervaren en deze kinderen werden vergeleken met
kinderen die niet mishandeld waren. Mishandelde kinderen ervaarden meer internaliserende
en externaliserende problemen. Meer verschillende vormen, hogere frequentie en meer
ernstige mishandeling zorgden voor meer symptomen, zowel internaliserend als