Deze Nederlandse samenvatting bevat de stof zoals besproken in college 3 inclusief uitwerkingen van de verplichte literatuur (Danese (2020), Jaffee (2014), Jaffee (2004), McCrory (2017) & Riem (2015).
College 2
Danese (2020) noemt in haar artikel dat onderzoekers objectieve en subjectieve ervaringen
van trauma uit de kindertijd hetzelfde behandelen en dus prospectieve en retrospectieve
metingen door elkaar heen gebruiken en interpreteren. Dit is niet juist, omdat het niet
hetzelfde is. Dit is onder andere aangetoond in een ander onderzoek van Danese, waarin
subjectieve metingen van kindermishandeling significant hogere psychopathologie lieten zien
en objectieve metingen niet. Ook worden er vaak twee groepen vergeleken, maar als er niet
duidelijk is wat er gebeurd is voor de metingen plaatsvonden, is juiste interpretatie lastig.
Een onderzoek bij Pittner toonde aan dat het ervaren van kindermishandeling deels werd
verklaard door genetische effecten, maar ook deels door de omgeving.
Jaffee (2004) deed hier ook onderzoek naar. Hij bekeek de
bijdrage van genen op de relatie tussen mishandeling en
antisociaal gedrag. Hiervoor werden tweelingparen gebruikt.
De passive gene-environment (G-E) correlation werd
onderzocht → ouders dragen bij aan zowel genotype als
omgeving, dus de kinderen tonen antisociaal gedrag omdat
het in hun genen zit en de kinderen tonen antisociaal gedrag
omdat ze mishandeld zijn (wat komt omdat hun ouders
antisociaal gedrag tonen omdat dit in hun genen zit).
Het onderzoek onderzocht of de associatie tussen mishandeling en antisociaal gedrag
verklaard kan worden door passive gene-environment (G-E) correlation, dus het
bovenstaande model. Om de causale rol van mishandeling aan te tonen (wat dus ingaat tegen
de G-E correlation omdat er enkel gekeken wordt naar omgeving), is er gekeken of er aan
zes condities is voldaan.
1. Fysieke mishandeling gemeten op één punt voorspelt antisociaal gedrag op een ander
punt → gevonden
2. Er is een dose-response relatie: meer fysieke mishandeling leidt tot
meer antisociaal gedrag → gevonden. Dit is gemeten door het
antisociale gedrag van drie groepen te vergelijken: zeker mishandeling
meegemaakt, waarschijnlijk mishandeling meegemaakt en geen
mishandeling meegemaakt.
3. Het meemaken van fysieke mishandeling voorspelt nieuw antisociaal
gedrag → gevonden
4. Het meemaken van fysieke mishandeling is niet erfelijk → gevonden
Note: in het vorige onderzoek werd wel een deel erfelijkheid gevonden
, 5. G-E association: De associatie tussen het meemaken van fysieke mishandeling en
antisociaal gedrag blijft staan nadat er gecontroleerd is voor antisociaal gedrag van de
ouder → gevonden. Als het wordt verklaard door antisociaal gedrag van de ouder, is
er sprake van genetische invloed.
Note: Het antisociale gedrag van ouders verklaarde bijna de helft van de associatie
met 7 jaar oud, maar het effect van fysieke mishandeling (dus omgeving) bleef
significant.
6. G-E association: De associatie tussen het meemaken van fysieke mishandeling en
antisociaal gedrag blijft staan nadat er is gecontroleerd voor genetische invloeden →
gevonden.
Note: Genetische factoren verklaarden iets meer dan de helft van de associatie
Het effect van mishandeling is dus causaal op antisociaal gedrag omdat fysieke mishandeling
gemedieerd wordt door omgevingsfactoren, maar er is ook deels invloed van genen.
Er is ook onderzocht of de relatie tussen mishandeling en agressie bij vrouwen causaal is, of
dat het verklaard wordt door genen van de ouders (die zorgen voor het mishandelende gedrag
van de ouders) of door genen van het kind in combinatie met de omgeving. Mishandeling
werd retrospectief gemeten met de CTQ en agressie werd in volwassenheid gemeten. Er werd
gevonden dat de associatie deels causaal was en deels werd verklaard door genen.
De HPA-axis wordt geactiveerd door stress. Het werkt zoals in het onderstaande plaatje. Er is
een negatieve feedbackloop om te voorkomen dat er te veel cortisol in het lichaam zit, omdat
te veel cortisol kan zorgen voor schade in het lichaam.
Normaal gesproken is cortisol hoog in de ochtend en laag in de avond, dit
heet ook wel het diurnal rhythm. Als cortisol lager is in de ochtend en
hoger is in de avond vergeleken met de norm, en er dus sprake is van een
platter diurnal rhythm, kan dit een indicator zijn van een chronische
stressor zoals mishandeling. Verschillende onderzoeken hebben een
plattere diurnal rhythm gevonden bij mishandelde kinderen van
verschillende leeftijden.
Naast deze veranderingen in diurnal rhythm, zijn er ook verschillen in
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sanne-driessen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.