Aantekeningen live colleges
Onderstaande colleges zijn gegeven door Ronald Ars, Johan Oosterwold en Nynke Duinstra.
Onderstaande informatie komt grotendeels uit mondelinge toelichting van deze drie docenten, tijdens
colleges te NHL Stenden Leeuwarden. Mocht de bron anders zijn, is deze weergegeven.
Hersenkwabben
o Temporale: ligt achter de slaap, direct aan de
zijkant.
Hier wordt de taal gereguleerd.
Motorische; het kunnen spreken, zit
vooral links. Sensorische is het begrijpen,
zit vooral rechts.
o Pariëtale: bevindt zich boven de occipitaal kwab.
Verantwoordelijk voor zintuiglijke
waarneming en ruimtelijke redenering,
maar ook voor beweging en oriëntatie.
o Occipitaal: ligt achterop.
Functie: ogen, visueel.
o Frontaal: Ligt voorop.
Gedrag, waarbij je verder kijkt dan dat je neus lang is. Als je jong bent is deze
kwab dus nog niet helemaal doorontwikkeld.
Cognitieve processen: plannen, emoties reguleren/empathie.
Neuronen die gevoelig zijn voor dopamine.
Hersenen
- Hemisferen
o Links: verbale zaken.
o Rechts: non-verbale zaken.
- Cerebrum = Grote hersenen.
o Deze bestaan uit de 4 kwabben.
o Sensorische informatie verwerken en sturen naar de motorische informatie.
- Cerebellum = Kleine hersenen
o Is betrokken bij de voortbeweging en bij het bewaren van evenwicht.
- Truncus Cerebri = Hersenstam (veel vitale functies)
o Mesencefalon = middenhersenen
Bevinden zich tussen het cerebrum en de pons. Ze bestaan uit
kernen en zenuwvezels, die de grote hersenen met de lagere delen
van de hersenen en het ruggenmerg verbinden. De kernen werken
als schakelstations voor de opstijgende en afdalende zenuwvezels.
(Waugh & Grant, 2012)
o Pons
De pons ligt voor het cerebellum, onder de mesencephalon en boven de
medulla oblongata. Hij bestaat voornamelijk uit zenuwvezels (witte stof) die
een brug tussen de 2 hersenhelften vormen, en uit vezels die tussen de
hogere niveaus van de hersenen en het ruggenmerg lopen. Ook bevinden
, zich in de pons kernen die als schakelstations fungeren. (Waugh & Grant,
2012)
o Medulla Oblongata = verlengde merg (hartslag en bloeddruk)
Deze loopt door tot aan de pons. De buitenkant bestaat uit witte stof, die
tussen de hersenen en het ruggenmerg loopt, en grijze stof die centraal ligt.
Het verlengde merg heeft verschillende eigenschappen: kruising
piramidebanen, kruising sensorische banen, cardiovasculaire centrum, het
ademhalingscentrum en de reflexcentra. (Waugh & Grant, 2012)
- De hersenventrikels
o De linker en de rechter laterale ventrikel.
Deze liggen binnen de hersenhelften, één aan elke kant van het mediane
vlak.
o De derde ventrikel
o De vierde ventrikel.
(Waugh & Grant, 2012)
- Hersenvliezen (meninges) Functie: bescherming.
o 3 stuks, deze 3 stuks ook kennen.
o Dura mater
Deze bestaat uit 2 lagen. De buitenste laag neemt op het binnen oppervlak
van de schedel de plaats in van het periost en de binnenste laag biedt
bescherming aan de hersenen.
o Arachnoïdea
Heeft een subarachnoïdale ruimte, die cerebrospinaal vocht bevat.
o Pira mater
Hierdoor lopen veel kleine bloedvaatjes. Het kleeft aan de hersenen, bedenkt
alle windingen en duikt in de spleten ertussen.
o Schedel dura mater arachnoïdea pira mater.
(Waugh & Grant, 2012)
- Diëncefalon
o Thalamus
Sensorische receptoren in de huid en de ingewanden sturen informatie over
aanraking, pijn, temperatuur en invoer van speciale zintuigen naar de
thalamus. Hier worden de signalen herkend. Het stuurt/distribueert
prikkelingen van de meeste delen van hersenen naar hersenschors.
o Hypothalamus
Ligt onder/voor de thalamus, vlak boven de hypofyse. Het regelt de secretie
van hormonen uit beide kwabben van de hypofyse. Daarnaast heeft het
functies voor het besturen van: autonome zenuwstelsel, honger en
verzadiging, dorst en waterhuishouding, lichaamstemperatuur, gevoelens,
seksueel gedrag en slaap-waakcycli.
(Waugh & Grant, 2012)
- Hypofyse
o Uitscheiden hormonen. (groeihormoon, ADH etc.)
, o Werkt samen als eenheid met hypothalamus. Ze reguleren de activiteit van de
meeste endocriene klieren.
(Waugh & Grant, 2012)
Bewustzijn controleren
- EMV = Glasgow coma scale. Deze heeft op de neurologie de voorkeur, boven de AVPU.
o E = Eyes
o M = Motoric
o V = Verbal
- Pupilcontrole
o Iscoriteit pupilreflex
Normaal = constrictie bij lichtinval en links/rechts gelijk.
Pupillen reageren normaliter op plotseling invallend licht met constrictie. (=
samentrekking)
De pupilreactie is een hersenstamreflex.
De snelheid waarmee de constrictie optreedt, hoort links en rechts gelijk te
zijn. (Bakker, 2017) Daarnaast zal er ook een indirecte pupilreflex plaats
moeten vinden. Als je rechts schijnt met een lampje, zal links ook kleiner
moeten worden. Dit wil je vergelijken. Als het oog niet kleiner wordt, kan er
zowel bij n. oculomotorius, als de n. opticus iets mis zijn.
Naast schijnen/het beoordelen van het pupilreflex, wil je de pupillen ook
opmeten. De grootte van de pupillen kan je informatie geven.
Groot = alcohol/drugs.
Klein = pijnstilling.
o De pupilreflex wordt beïnvloed door:
Dilaterende medicatie, zoals atropine, adrenaline en belladonna.
Opiaten, deze vernauwen de pupillen sterk. (Bakker, 2017)
o De n. opticus en de n. oculomotorius zijn belangrijk voor het pupilreflex.
N. oculomotorius: = motor, geeft aan dat het oog kleiner moet worden. Is
motorische.
N. opticus = Sensorische
PEARLE
P = pupils
E = gelik
A = and
R = reactive
L = reageren op lichts
Ze zijn dan zoals ze moeten zijn, wanneer er
gesproken wordt van PEARL.
AVPU
- A = Alert
- V = Verbal, contact met iemand na aanspreken?
, - P = Pas contact met iemand na pijnprikkel.
- U = Unresponsive
o Deze gebruik je in de eerste aanval, met EMV kun je het bewustzijn hierna
specifieker beoordelen.
Halfzijdige verlamming
- Hemiplegie
o Halfzijdige verlamming.
- Hemiparese
o Halfzijdige zwakte.
- Hemianopsie
o Gezichtsvermogen neemt af aan één zijde van het
oog, aan beide kanten. Ze zien dus maar de helft.
o Neglect: deel wordt genegeerd, want dat ziet de cliënt
niet.
o Als de n. opticus kapot is, dan ben je blind.
CHIMI
- C = CVA
o ICVA
o Hemorragische CVA
o Test: (BE)FAST
- H = Hyper- of hypoglykemie
- I = Insult
- M = Meningitis
- I = Intoxicatie
Wordt gebruikt bij acute situaties, je ziet opeens een verandering. Bij een tumor heb je namelijk ook
veranderingen, maar vaak geleidelijk i.p.v. acuut.
- Andere oorzaken, los van de CHIMI:
o Hersenschudding = Commotio cerebri.
Hoofdpijn
Ze zijn over het algemeen wel adequaat.
Bij zware hersenschudding ben je wel periodes van het padje af. Denk aan
dronken.
o Hersenkneuzing = Contusio cerebri.
Zwaarder letsel.
Hoofdpijn
(BE)FAST
- B = Balance
- E = Eyes
o Verminderd zicht.
- F = Face
o Deel van het gezicht kan gaan hangen.
- A = Arms
- S = Speech