Security Studies: An introduction
An introduction to security studies
Vier fundamentele vragen:
1. Wat is veiligheid? -> betwist concept
Definitie volgens Wolfer: “Security, in an objective sense, measures the absence of threats to
acquired values, in a subjective sense, the absence of fear that such values will be attacked.”
Veiligheid is een betwist concept:
- Brede vs nauwe betekenis? -> ‘Survival’ (vrijheid van levensbepalende dreigingen) of
‘survival-plus’ (vrijheid om keuzes te kunnen maken); bijna alles kan worden gezien als
bedreigend voor waarden.
- Wie bepaalt deze betekenis? Diplomaten, politici, activisten, academici?
- Is meer veiligheid altijd beter?
Veiligheid is politiek
Twee filosofieën:
- Veiligheid staat gelijk aan macht, wordt gezien als gemeengoed
- Veiligheid is gebaseerd op emancipatie en draait om rechtvaardigheid en
mensenrechten, wordt gezien als relatie tussen verschillende actoren
Internationale veiligheid is een sociaal fenomeen -> percepties zijn van belang.
2. Over wiens veiligheid hebben we het?
Traditioneel gezien ging IS altijd over de staat/het nationaal belang, maar je kan er ook meer
holistisch naar kijken en je richten op individuen, etnische groepen, de maatschappij en de
planeet (ecologisch systeem). Deze twee opvattingen zijn niet onafhankelijk van elkaar.
3. Wat telt als veiligheidskwestie?
Jouw idee van dreiging is afhankelijk van jouw idee van normaal. Bedreigingen komen vaak
onverwachts en kunnen in verschillende categorieën verdeeld worden:
- Militair (offensief/defensief)
- Politiek (stabiliteit van staten)
- Economisch (middelen en welvaart)
- Maatschappelijk (duurzaamheid van tradities en gebruiken)
- Ecologisch (onderhouden van lokale en planetaire biosfeer)
Er bestaat geen consensus over welke soort dreiging het belangrijkst is, aangezien dat
afhangt van de context/de betreffende staat.
Traditioneel gezien lag de focus op externe en extreme dreigingen, maar door de
globalisering en het einde van de Koude Oorlog en de diversiteit binnen het veld van IS wordt
dit betwijfeld.
4. Hoe kan veiligheid worden bereikt?
Hobbes: “The search for perfect security defeats its own ends. Playing for safety is the most
dangerous way to live.” Door voor volledige veiligheid te gaan i.p.v. bedreigingen te managen
1
, geef je andere dingen op, zoals vrijheid; er zijn altijd trade-offs -> min of meer veiligheid,
nooit complete veiligheid.
Het onderzoeksveld van Security Studies kan in verschillende perioden verdeeld worden en
weerspiegelt ontwikkelingen in de maatschappij:
De Golden Age, 1950-1960
Door de totale mobilisering in de Wereldoorlogen gingen burgers, i.p.v. het leger en de
overheid, zich bezighouden met de studie van strategie -> hoe kunnen we oorlog voorkomen
(i.p.v. strategie om te winnen), meer focus op veiligheid i.p.v. welvaart. Onderzoek naar de
nucleaire revolutie is heel ingewikkeld en afhankelijk van heel veel factoren. Er zijn geen
gegevens om strategieën op te baseren, omdat er nog nooit een kernoorlog geweest is; je
kan alleen theoretiseren over een kernoorlog.
Einde van de Golden Age, 1960-1970
De bestaande consensus wordt uitgedaagd en de beperkingen van de traditionele
benaderingen komen aan het licht. Ze zijn bijvoorbeeld niet van toepassing op de
Vietnamoorlog. Afkeer en kritiek op de oorlog maakte security studies heel onpopulair,
waardoor men zich ging richten op internationale politieke economie.
De Renaissance, 1970-1990
- Nieuwe data (meer systematische historische analyse en toegang tot archieven)
- Nieuwe methoden (vergelijkingen, meer diverse benaderingen)
- Nieuwe realiteiten (einde van de détente, revoluties, interventies van de SU in Afrika)
Het veld heeft zich altijd ontwikkeld in overeenstemming met huidige gebeurtenissen, maar
dit is altijd achteraf, terwijl dat waarschijnlijk niet de grootste dreiging is voor de toekomst.
Er zijn verschillende benaderingen van Security Studies met een eigen focus:
Traditioneel -> de staat
- Realisme -> militaire veiligheid, afschrikking
- Liberalisme -> instituties, oorlog tussen staten
- Constructivisme -> nationale belangen, identiteiten, cultuur
Critical security studies -> grenzen, migratie, surveillance
Feminisme -> gender in vrede en oorlog
Postkoloniale studies -> ontwikkeling, economische en regionale veiligheid
After the Return to Theory: The Past, Present, and Future of Security Studies – Waever en Buzan
Security Studies begon in de VS in de jaren ’40, een periode van kernwapens en lange termijn
mobilisering tegen de SU. Later ging het van think-tank, Amerikaans en interdisciplinair naar
geïnstitutionaliseerd als onderdeel van één discipline, IR. Sinds de jaren ’90 is het veld in een nieuwe
periode van hoge productiviteit, maar wel grotendeels in twee gescheiden clusters, met de VS en
Europa in het centrum. In de toekomst zullen Europese theorieën proberen wijzer te worden over
milieuveiligheid, gezondheidsveiligheid, identiteitskwesties en gender, terwijl Amerikaanse theorieën
voornamelijk actief zullen zijn in gebieden als proliferatie van massavernietigingswapens en mondiale
militaire stabiliteit. Maar er is ook veel overlap: beide zullen zich bezig houden met terrorisme,
migratie, de spanning tussen veiligheid en vrijheid, globalisering, internationale economische orde,
de rol en aard van technologie.
De scheiding is nu iets minder duidelijk, meer een middenweg.
2
,Problem-solving theorieën nemen de wereld zoals hij is, i.t.t. kritische theorieën die nemen
instituties en sociale en machtsrelaties niet voor lief nemen maar deze in twijfel trekken.
3
, Uncertainty
Er zijn drie existentiële condities van de ‘international environment’: anarchie, onzekerheid en de
machtsverdeling. Deze leiden tot een veiligheidsdilemma en mogelijk oorlog.
Anarchie klinkt heel negatief en wordt geassocieerd met chaos en wanorde, maar betekent
simpelweg dat er niks boven staten bestaat om conflicten op te lossen; “the absence of government”
(Waltz) over states. Er zijn natuurlijk wel organisaties en recht, maar deze zijn juist gecreëerd door
staten om de situatie van anarchie te verhelpen/verminderen. Anarchie heeft niks te maken met het
vóorkomen van geweld en wordt voornamelijk geassocieerd met het realisme.
Onzekerheid is cruciaal voor hoe staten zich gedragen en wordt gedefinieerd als: “the quality of not
(being) known beyond doubt”. Het is een existentiële conditie, omdat we er niet omheen kunnen; we
weten nooit zeker wat anderen gaan doen, wat hun intenties zijn, etc. Hoe staten met dit gegeven
omgaan is van belang. Er zijn twee soorten onzekerheid:
1. Onoplosbare onzekerheid
Het idee dat besluitvormers nooit zeker kunnen zijn over de huidige en toekomstige intenties
van degenen die hen militair kunnen schaden, vormt de basis van het veiligheidsdilemma. De
oorzaken van onoplosbare onzekerheid kunnen worden gereduceerd tot:
- Materiële factoren
Ambigu symbolisme: het is heel moeilijk, zo niet onmogelijk, om onderscheid te maken
tussen offensieve en defensieve wapens.
- Psychologische factoren
Other minds probleem: besluitvormers hebben een beperkt begrip (weten nooit zeker)
van intenties en motieven, hopen en angsten, en emoties en gevoelens van
besluitvormers in andere staten.
2. Future uncertainty
“Not knowing what the future will bring”, maar dit is niet onoplosbaar
Volgens Buzan kan je staten categoriseren naar macht:
Superpowers opereren mondiaal
Great powers zijn invloedrijk in meerdere wereldregio’s
Regional powers zijn voornamelijk invloedrijk in één regio
Maar hoe zit het met non-powers?
Er zijn drie mogelijkheden voor de machtsverdeling in de wereld:
1. Multipolair -> relatief instabiel, groot risico op oorlog tussen grootmachten
2. Bipolair -> relatief stabiel, omdat niemand oorlog met de ander wil (“Mutual Assured
Destruction”), maar er kunnen wel perifere conflicten uitbreken. Daarbij is de kans op oorlog
misschien kleiner, maar de gevolgen van een oorlog tussen de twee grootmachten zouden
veel erger zijn.
3. Unipolair -> er bestaat veel onduidelijkheid over de implicaties van deze situatie. Het
betekent in ieder geval niet dat er altijd vrede is, maar wel tussen de machtigste staten.
Er bestaat onenigheid over de huidige machtsverdeling in de wereld en of de VS de enige
grootmacht is.
De drie condities van anarchie, onzekerheid en machtsverdeling leiden tot een veiligheidsdilemma en
soms oorlog. Het veiligheidsdilemma bestaat uit twee dingen:
1. Dilemma van interpretatie (van de motieven, intenties en capaciteiten van de ander)
2. Dilemma van respons (hoe daarop te reageren)
Zijn deze opeenvolgend of gelijktijdig?
Het veiligheidsdilemma is heel belangrijk om conflictescalatie en wapenwedlopen te begrijpen. Het
bestaat vanwege anarchie en het ‘self-help’ systeem en het blijft bestaan door onzekerheid. De
consequenties zijn onbedoeld en tragisch, maar niet onvermijdbaar. Staten kunnen het dilemma op
verschillende manieren oplossen:
1. Fatalist logic
4