Psychologie als wetenschap
Hoorcollege aantekeningen
DaphnePsychologie (Stuvia)
Geschreven in 2021
Psychologie als wetenschap (PAW)
1
,Inhoudsopgave
Introductiecollege 3
Wetenschapsfilosofie 7
Psychologische stromingen 12
Bias en het meten van psychologische concepten 21
Betrouwbaarheid 26
Validiteit 34
Factoranalyse 41
Itemanalyse 47
Beslissend testgebruik 53
Item-respons theorie 59
Testgebruik in de praktijk 65
Psychologie en de maatschappij 70
De toekomst van psychologie 74
Uitdagingen en oplossingen voor de psychologie 78
2
,Introductiecollege
Hoe weet je welke informatie waarheid is? Om die vraag te beantwoorden is de wetenschap
ontwikkeld.
De wetenschap heeft heel veel wonderen geproduceerd. Een voorbeeld is het onderzoek naar
sensitieve en kritiek perioden in de ontwikkeling. Hensch is een onderzoeker op dit gebied. Hij en zijn
collega’s kunnen bij knaagdieren de plasticiteit van het brein weer openmaken, waardoor de kritieke
periode niet meer geldt. Als een dier in een kritieke periode veel stress heeft ervaren en daardoor
getekend is voor het leven, kunnen zij als het ware de plasticiteit weer open maken, waardoor de
knaagdieren weer een fijn leven kunnen hebben. Een hele indrukwekkende ontdekking!
De wetenschap wordt uitgevoerd door mensen met voorkeuren. Daarom is het belangrijk dat je een
kritische en constructieve houding tegenover de wetenschap aanneemt. Die kritische houding moet
direct gevolgd worden door een constructieve houding (hoe kan het dan beter?). Voorbeelden van
verbetering:
- De wetenschap vindt soms niet transparant genoeg plaats. Je moet precies kunnen weten
hoe een onderzoek is uitgevoerd, want die kennis heb je nodig om te bepalen hoe goed de
evidentie van het onderzoek is. Je moet hem kunnen reproduceren.
- Onderzoeken zijn niet zo reproduceerbaar als ze zouden moeten zijn. Veel minder vaak
vinden mensen hetzelfde resultaat als wat eerder gevonden is. Dat kan ook te maken hebben
met die transparantie.
- De wetenschap is op dit moment niet divers genoeg, wat betreft etniciteit, economische
achtergrond, etc. De wetenschap is nu vrij homogeen, waardoor we niet voldoende
variërende perspectieven meenemen in onderzoek.
- De focus in de wetenschap ligt heel erg op het individu. Er is nu een push om meer te gaan
werken met teams, die met elkaar een bepaalde positie innemen.
Transparant > Het onderzoeksproces is stap voor stap helder en volledig beschreven.
Reproduceerbaar > Het onderzoek kan nog een keer uitgevoerd worden precies zoals het eerder
ook is gedaan. Dit kan op meerdere manieren niet mogelijk zijn, maar het is pas een probleem als het
niet reproduceerbaar is omdat het onderzoek niet transparant is.
Replicatie > Een studie vindt hetzelfde resultaat als een eerdere studie. Gaat echt over de bevinding!
Voordat kinderen kunnen praten, vragen zij zich af hoe dingen kunnen zijn. We zijn van nature
nieuwsgierig. In een onderzoek lieten ze baby’s video’s zien met dingen die niet kunnen. Je zag dat
als er een schending plaatsvindt, gingen kinderen meer objecten verkennen. Dus, een violation of
expectation leidt tot het meer verkennen. Verschillende uitkomsten leiden tot verschillende vormen
van herkenning. Dan werd een object op een specifieke manier verkent. Dus, kinderen gaan
hypothesen formuleren, en dat zit er al heel vroeg in.
Maar, als je gaat meten, ben je nog niet op het punt van weten. We willen observaties hebben om te
komen tot een theorie: Hoe hangen observaties met elkaar samen. Theorieën doen uitspraken die
overstijgend zijn ten opzichte van observaties. Dus, theorie heeft eigenlijk een integrerende rol! Het
integreren van observaties. Observaties zijn cruciaal, maar ze moeten wel op een bepaalde manier
georganiseerd worden, namelijk via een theorie, om bruikbaar te zijn. De samenhang tussen
observaties kan op verschillende manieren. Wetenschappers stellen zichzelf vaak de vraag: Hoe kan
ik verschillende observaties met elkaar in verband brengen? Die samenhang wordt uitgedrukt in
theorieën, wat:
- Wiskundige theorieën kunnen zijn (getallen). Het proces van een theorie bedenken en
opstellen is een heel creatief en intensief proces (diepgaand).
3
, - Empirische theorieën zijn (concepten met een empirische inhoud). Die gaan over
statements over de wereld en dus niet alleen maar over getallen. Ook hier zijn observaties
cruciaal, maar daarnaast willen we ook onderliggende processen begrijpen die de
bouwstenen met elkaar verbinden (een ontwikkelingsproces bijv.). Als we dingen meten zien
we snapshots van het proces, de observaties. We willen dus hiernaast weten welke
processen deze observaties hebben voortgebracht. Wat verklaart de observaties? Wat is de
theorie?
Waar komen theorieën nou vandaan? Virginia Woolf heeft het over de oorsprong van hypotheses
als volgt: Een moment van inzicht. Opeens is er een soort samenhang en begrip van observaties.
Andere manieren van het genereren van hypotheses zouden kunnen zijn:
1. Introspectieve zelfanalyse. Hoe reageer je zelf op iets? Misschien geldt dat ook wel voor
andere mensen.
2. Opmerken van patronen. Het valt me op dat in deze situatie dit fenomeen eerder voortkomt.
3. Opmerken van onverwachte uitzonderingen op patronen. Het voorkomen van het
onverwachte kan leiden tot nieuwe inspiratie.
4. Bestaande theorie toepassen op nieuwe fenomenen. Theorieën die gelden voor dieren
bijvoorbeeld toepassen op mensen. Geldt dat ook voor … ?
5. etc.
Als we een hypothese hebben, zijn we geïnteresseerd in het toetsen hiervan. Hier komen we bij de
voorspellende rol van theorie. Theorieën worden vaak gebruikt als zaklamp, want je gaat kijken of
jouw theorie bepaalde dingen kan verklaren. Naast een integrerende rol, kent de wetenschap dus ook
een voorspellende rol. Dat heeft ook te maken met de theorie-data cyclus:
1. Nieuwe hypothese (algemeen).
2. Nieuwe voorspelling (uitkomst).
3. Het ontwerpen van een nieuw experiment.
4. Voorspelling toetsen op nieuwe data.
5. Het uitvoeren van een statistische analyse.
6. Evaluatie (wel of niet steun gevonden voor de hypothese).
7. Kennis updaten, vernieuwen.
8. Oude kennis wordt geupdate.
9. Op basis van de kennis weer nieuwe speculaties doen en verkennen.
Je kunt de theorie-data cyclus opdelen in twee delen:
- De statistische context van beoordeling. Het toetsen en evalueren van het probleem.
- De creatieve context van ontdekking. Hypothesen worden geformuleerd en er worden
voorspellingen gedaan.
Het proces van onderzoek dus is dus zowel creatief, als statistisch en analytisch.
De data kan dus wel of niet consistent zijn met theorie. Vaak niet. Juist als het wel zo is wordt het
gepubliceerd… De data kan ook wel consistent zijn met de theorie. Dan moeten we nadenken wat je
hebt geleerd. Moet je de theorie gaan uitbreiden? Of kun je het al gaan implementeren? Ook al is
data consistent met de theorie, dan hoeft het nog niet zo te zijn dat de theorie waar is. Je mag wél
zeggen dat de theorie ondersteund is, maar niet bewezen. Je mag het niet hebben over “bewijzen”
vanwege het fenomeen onderdeterminatie. Dat betekent dat als je een patroon hebt in de data, er
altijd meerdere mogelijke verklaringen zijn van dat patroon. Het is zelden zo dat er slechts één
mogelijkheid is voor een verklaring. Altijd zijn er meerdere mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan het
gegeven dat correlatie niet een oorzakelijk verband impliceert.
Psychologische wetenschap.
4