2022
Inleiding onderzoek doen
Inzendopgave 283S5
Kwalitatief praktijkgericht onderzoek
Naam:
Studentnummer:
Opleiding:
Opleidingsinstelling:
Opleidingscoach:
Praktijkopleider:
Duaal instelling:
Aantal pagina’s:
Aantal woorden:
,Samenvatting
Aanleiding:
Op de afdeling interne geneeskunde worden met regelmaat patiënten met gevorderde dementie
opgenomen. De vraag onder het team heerst of de pijn bij deze doelgroep goed gesignaleerd wordt en
wat de signalen van pijn zijn bij patiënten met gevorderde dementie.
Doelstelling:
Bij afronding van dit kwalitatief onderzoek zal ik een aanbeveling uitbrengen om een passende
pijnscore methode toe te passen bij patiënten met gevorderde dementie.
Onderzoeksvraag:
Hoe kunnen de verpleegkundigen van afdeling interne geneeskunde, afdeling … van het ….
ziekenhuis, de pijnmeting optimaliseren bij patiënten met gevorderde dementie?
Methode:
Bij dit onderzoek is er voor kwalitatief praktijkgericht onderzoek gekozen, verder is er ook gebruik
gemaakt van semi gestructureerd interview.
Conclusie:
De pijnzorg voor patiënten met gevorderde dementie kan geoptimaliseerd worden door de
verpleegkundigen, van afdeling…., scholing te geven over pijn bij deze doelgroep. Het leren
herkennen van pijn en de gedragsveranderingen / gedragingen welke hierbij passen.
Daarnaast kan de observatie pijnscore schaal PAINAD veel winst weten te behalen door een score te
geven aan de pijn welke geobserveerd wordt bij de patiënt met gevorderde dementie.
De verpleegkundigen zouden ook graag de patiënt met gevorderde dementie completer in beeld willen
krijgen, dit door direct bij opname een uitgebreide hetero anamnese af te nemen.
Aanbevelingen:
Een passende praktische aanbeveling voor de praktijk, zoals eerder genoemd, is het implementeren
van de PAINAD schaal in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Als aanbeveling voor een
vervolgonderzoek is hoe pijn wordt ervaren bij de verschillende soort van dementie.
1
Inleiding onderzoek doen – inzendopgave 283S5
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Inleiding............................................................................................................................3
1.1 Probleemstelling...........................................................................................................................4
1.2 Ontwikkeling in het werkveld.......................................................................................................4
1.3 Onderzoeksdoelstelling................................................................................................................4
1.5 Deelvragen....................................................................................................................................4
1.6 Theoretisch kader.........................................................................................................................5
Hoofdstuk 2. Methode van onderzoek...................................................................................................7
2.1 Populatie.......................................................................................................................................7
2.2 Soort interview.............................................................................................................................7
2.3 Betrouwbaarheid en validiteit......................................................................................................7
2.4 Analyseprocedure.........................................................................................................................7
Hoofdstuk 3. Resultaten.........................................................................................................................8
Hoofdstuk 4. Conclusies, discussie en aanbeveling................................................................................9
4.1 Conclusie deelvraag 1...................................................................................................................9
4.2 Conclusie deelvraag 2...................................................................................................................9
4.3 Conclusie deelvraag 3...................................................................................................................9
4.4 Conclusie deelvraag 4...................................................................................................................9
4.5 Conclusie centrale vraag.............................................................................................................10
4.6 Discussie.....................................................................................................................................10
4.7 Praktische aanbeveling...............................................................................................................10
4.8 Aanbeveling vervolgonderzoek...................................................................................................10
Bibliografie...........................................................................................................................................11
Bijlage 1. Interviewgids.........................................................................................................................14
Bijlage 2. Samenvatting interviews.......................................................................................................15
Samenvatting interview 1: leerling verpleegkundige....................................................................15
Samenvatting interview 2: MBO verpleegkundige........................................................................15
Samenvatting interview 3: HBO verpleegkundige.........................................................................16
Samenvatting interview 4: verpleegkundige, lid werkgroep pijn..................................................17
Samenvatting interview 5: geriatrie verpleegkundige i.o.............................................................18
Bijlage 3. PAINAD schaal.......................................................................................................................19
2
Inleiding onderzoek doen – inzendopgave 283S5
,Hoofdstuk 1. Inleiding
Door mijn werk op de afdeling… , interne geneeskunde, van het … ziekenhuis, kom ik veel in
aanraking met een oudere patiënten doelgroep. Terugkerend zien wij patiënten met dementie welke
opgenomen worden. Naast mijn dagelijkse werk als verpleegkundige aan het bed houdt ik mij bezig
met het verbeteren van de pijnzorg op onze afdeling. Dit doormiddel van mijn actieve deelname aan
de werkgroep pijn. Dit onderzoek is er op toegespitst een aanbeveling te kunnen doen voor het
verbeteren van de pijnzorg bij patiënten met gevorderde dementie. Het gaat hier om patiënten met
dementie in fase 3 en 4, ook wel de midden- en eindfase genoemd. In de middenfase heeft de patiënt
meer hulp nodig bij dagelijkse bezigheden zoals eten en ADL. De patiënt zal verward zijn op de tijd,
plaats en persoon. In de eindfase zal de patiënt ook incontinent zijn, onrustig zijn, verdrietig of
agressief zijn (Fases van alzheimer, z.d.).
Er is namelijk naar voren gekomen dat er knelpunten zijn bij het herkennen van pijn bij patiënten met
gevorderde dementie. De huidige Numeric Rating Scale (NRS) is vaak niet sluitend. “De Numeric
Rating Scale is een aspecifieke meetschaal, bestaande uit 11 nummers van 0-10, daarbij betekent 0
geen enkele pijn en 10 is de meest denkbare pijn” (Meetinstrumenten in de zorg, 2021). “Naar
schatting kan ongeveer 25 procent van de ouderen met dementie pijn niet aangeven met behulp van
een 0 tot 10 score” (Kennisplein zorg voor beter, 2021).
“In Nederland hebben 290.000 mensen dementie” (Factsheet cijfers en feiten, 2021). Uit cijfers van
2017 blijkt dat 23% van de mensen met dementie ten miste één keer opgenomen is in het ziekenhuis.
Ook is er onderzocht wat de duur is van een ziekenhuis opname in vergelijking met patiënten zonder
dementie. Patiënten met dementie liggen gemiddeld iets langer in het ziekenhuis dan 80-plussers uit
de algemene populatie. 7,3 dagen tegenover 6,9 dagen (Alzheimer Nederland, 2017).
“Mensen met dementie kunnen vaak niet goed aangeven of ze pijn hebben. Zij uiten pijn op een
andere manier, bijvoorbeeld door gedragsverandering“ (Kennisplein zorg voor beter, 2021). Dit vraagt
dan ook om een passende methode in plaats van de standaard NRS.
3
Inleiding onderzoek doen – inzendopgave 283S5
, 1.1 Probleemstelling
Wat is het probleem?
Het niet herkennen van pijn bij patiënten met gevorderde dementie. “Pijn bij mensen met
dementie is onderbehandeld. Dit betekent dus dat mensen met dementie regelmatig onnodig
pijn hebben.” (Kennisplein Zorg voor Beter, 2021)
Wie heeft het probleem?
Het probleem ligt bij de betrokken zorgverleners van deze doelgroep patiënten. Dit zijn onder
andere verpleegkundigen, artsen als fysiotherapeuten. De patiënt ondervindt hier de gevolgen
van.
Wanneer is het probleem ontslaan?
Het probleem speelt mogelijk al net zo langs als dat de pijnscore methodiek NRS is
geïntroduceerd in het ziekenhuis. Dit probleem is voor mij zichtbaar geworden na mijn actieve
deelname aan de werkgroep pijn in augustus 2020 en in mijn dagelijkse verpleegkundige zorg
aan deze patiënten.
Waarom is het een probleem?
“De helft van de mensen met dementie zou pijn hebben. Door de mentale achteruitgang
kunnen ze echter niet of beperkt aangeven dat ze pijn hebben.” “Deze pijn kan zelfs de
oorzaak zijn achter onbegrepen gedrag.” (Kennisplein Zorg voor Beter, 2021)
Waar doet het probleem zich voor?
Het probleem doet zich voor op de verpleegafdeling … in het … ziekenhuis. Dit is de afdeling
interne geneeskunde en tevens de afgelopen twee jaar de COVID afdeling.
Waardoor ontstaat het probleem?
Het probleem is mogelijk ontstaan door een kennis te kort bij de betrokken zorgverleners van
deze doelgroep patiënten. Zorgmedewerkers zijn zich er niet altijd van bewust dat pijn de
oorzaak kan zijn van onbegrepen gedrag bij mensen met dementie.” “‘Zorg verlenen en
observeren is best moeilijk. Zorgmedewerkers zien heel veel, maar ook veel niet. Er is dus
winst te behalen als zij zich realiseren dat pijn misschien een rol speelt.’” (Van der Zalm, 2015)
1.2 Ontwikkeling in het werkveld
Op de afdeling … is er de afgelopen jaren geen onderzoek gedaan naar de pijnscore methodiek. Er
bestond voorheen geen werkgroep pijn. Dit “probleem” is dus niet eerder zo duidelijk aan het licht
geweest. Wel is er binnen het … ziekenhuis een pijnteam, echter komen zij alleen in consult wanneer
een patiënten, ondanks pijnstilling, NRS >4 blijft scoren. Dit team komt vrijwel nooit in consult bij een
patiënt met gevorderde dementie.
1.3 Onderzoeksdoelstelling
Bij afronding van dit kwalitatief onderzoek zal ik, vanuit mijn functie van de werkgroep, een
aanbeveling uitbrengen om een passende pijnscore methode toe te passen bij patiënten met
gevorderde dementie.
1.4 Centrale vraagstelling
Hoe kunnen de verpleegkundigen van afdeling interne geneeskunde, afdeling .. van het … ziekenhuis,
de pijnmeting optimaliseren bij patiënten met gevorderde dementie?
1.5 Deelvragen
1. Wat zijn pijnsignalen bij patiënten met gevorderde dementie volgens de literatuur?
4
Inleiding onderzoek doen – inzendopgave 283S5