1.2Energie 3
1.3Interacti es 7
1.4Affi niteit 8
1.5ATP 10
II Protein Structure & 11
Dynamics
2.1Aminozuren 11
2.2Structuren 12
2.3Eiwit Dynamiek 14
III Protein Function 16
3.1Structuur Proteine 16
3.2Hemoglobine en Myoglobine 16
3.3Fluorescerende Eiwitt en 18
3.4 Bindingen in het DNA 18
IV Enzymes 20
4.1Enzym Katalysator 20
4.2Motor Eiwitt en 22
4.3Enzym Regulati e 22
V Biological Membranes
5.1Lipiden
5.2Membraanlaag
5.3Membraan Proteine
5.4Membraan Transport
VI Metabolisme
6.1Routes voor Metabolisme
6.2Chemische Osmose
2
,Per Hoofdstuk
ELEMENTEN & ENERGIE
Alle materie op aarde is opgebouwd van elementen. Van alle bekende elementen zijn maar enkelen
te vinden in biologische systemen. Zij vormen moleculen, die volgens de natuurwetten met elkaar in
wisselwerking treden en reageren.
STRUCTUUR VAN PROTEINE
Alle eiwitten bestaan uit amino zuren als bouwstenen. Hun volgorde en schikking in de ruimte
volgen bepaalde regels en zorgen uiteindelijk voor de structuur van een eiwit. Deze structuur
ontstaat tijdens het opvouwen van een nieuw eiwit en is niet star, maar vertoont dynamische
veranderingen.
FUNCTIE VAN PROTEINE
In dit hoofdstuk behandelen wij een aantal eiwitten die geen enzymen zijn. Bij structurele eiwitten,
zuurstof-shuttles, antilichamen en fluorescente eiwitten kijken we naar de samenhang tussen
structuur en functie.
ENZYMEN
Enzymen zijn de werkpaardjes van alle levende cellen. Nauwelijks een enkele reactie zou zonder
enzym op voldoende snelheid aflopen. Enzymen worden op veelvoudige manieren in hun activiteit
gereguleerd, onder meer vaak ook door geneesmiddelen.
MEMBRANEN
Biologische membranen zijn permeabiliteits barrieres die cellen afzetten van hun omgeving of
compartimenten binnen cellen definiëren. Ze scheiden reactie-volumina van elkaar met vaak zeer
verschillende condities. Cellen hebben transportprocessen nodig om moleculen over deze grenzen
heen te bewegen
METABOLISME
In alle levende cellen is continu een grote hoeveelheid van opbouwende en afbrekende
reactiecyclen bezig. Hiervan bekijken we in deze cursus alleen de grondprincipes van
het energiemetabolisme inclusief de ademhaling.
Ecem Yuksel
3
, I Elements & Energies
1.1 Belangrijke elementen
Atomen hebben een kern met een elektronenwolk. Deze elektronen lopen in verschillende banen, de zogenaamde
KLM banen. De hoeveelheid elektronen bepaald de eigenschappen van dat atoom. Alle atomen streven naar de
octetregel ook wel de edelgasconfiguratie genoemd. Deze wordt bereikt als de buitenste schil vol is.
er zijn 2 manieren om de edelgasconfiguratie te bereiken: atomen nemen elektronen op of staan ze af. Deze
elektronen kunnen atomen delen met andere atomen, zo maak je van een atoom een molecuul. Deze atomen
hebben dan een chemische binding, ook wel een covalente binding genoemd.
Δ ENW Type binding tussen 2 atomen
ΔENW > 1,6 Ionaire binding
0,4 < ΔENW < 1,6 Polair covalente binding
ΔENW < 0,4 Apolair covalente binding
Elektronegativiteit is de mate waarin een elektron naar een atoom wordt getrokken.
Bijvoorbeeld fluoride heeft een hogere elektronegativiteit dan natrium. Dus zal natrium zijn elektronen afstaan en
fluoride de elektronen opnemen. Je krijgt dan een polaire binding.
Het meest polaire stof op aarde is water. Water kan namelijk alles in een oplossing brengen (polaire stoffen)
Voorbeelden van apolaire stoffen zijn koolstofverbindingen. Apolaire stoffen zijn water afstotend of met andere
woorden hydrofoob.
Water kan optreden als een amfoliet en kan protonen opnemen en of afstoten. De pH berekenen we als volgt:
pH = -log ( M ) en (M) = 10^-ph.
Redoxreacties werkt met elektronen.
Je hebt de oxidator dat elektronen opneemt en de reductor dat elektronen afstaat.
Oxidatie is afstaan, reductie is opnemen.
1.2 Energie
Systeem = iets wat je zelf definieert, dat mag je zelf bepalen
Omgeving = iets wat niet bij het systeem hoort
Toestand functies = beschrijft de verschijnselen van energie en is onafhankelijk van de weg er naartoe het maakt niet
uit hoe je tot het eind punt komt. De potentiele energie blijft hetzelfde.
Je moet energie toedienen als een bepaalde handeling niet spontaan gaat. Bijvoorbeeld iets naar boven duwen. Als
iets naar beneden valt hoef je geen extra energie toe te dienen, want dit gebeurt wel spontaan. Energie wordt dan
omgezet in warmte en kinetische energie.
Inwendige energie is bijna niet vast te stellen. Er zitten vele soorten energie in. Het is moeilijk om dat te berekenen.
Als we een verandering hebben, dan is de vraag: hoe groot is de verandering en waar gaat de verandering naartoe.
∆U=Ueind-Ubegin
Een verandering van hoge naar een lage energie is een spontaan proces.
Een verandering van een lage naar een hoge energie heeft het energie nodig.
Eerste wet van de terminologie
Je kunt geen energie genereren of laten verdwijnen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ecemyuksel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.