Nanne Brooimans Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen maart 2022
HOORCOLLEGES BIJZONDER BESTUURSRECHT VOOR NOTARIËLEN
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
,Nanne Brooimans Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen maart 2022
WEEK 1
Opbouw van het vak: het omgevingsrecht wordt gevormd door Wet ruimtelijke
ordening.
Waar krijg je mee te maken als je grond gaat bebouwen?
Bijvoorbeeld een stuk grond waar een voorkeursrecht op rust. Je wil die grond
verkopen aan een ontwikkelingsmaatschappij: maar gezien het feit er een
voorkeursrecht op rust, mag je het niet zomaar verkopen aan een andere particulier. Je
moet de grond eerst aanbieden aan de gemeente. Gemeente kan dan haar ruimtelijk
beleid uitoefenen. Op het stuk grond kan een voorkeursrecht rusten, maar er zijn ook
andere beperkingen. Het kan zijn dat de overheid jouw stuk grond wil onteigenen, om
een bepaald project te realiseren (week 4 en 5). Bijvoorbeeld Rijksmonument of
gemeente monument.
- Ruimtelijke ordening en bestemmingsplan;
- Bouwrecht c.a. (Wabo, Bor, Erfgoedwet);
- Grondbeleid (BP, Wvg, Ow);
- Kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb).
Het omgevingsrecht
streven naar integratie (bundeling): na verloop van tijd waren er een aantal
verschillende wetten met verschillende compartimenten. Hinderwet, Woningwet,
Natuurbeschermingswet, aparte wet voor verontreiniging van water, lucht en bodem,
Wet algemene bepalingen milieuhygiëne.
Om te mogen bouwen heb je niet alleen een vergunning nodig, maar ook ontheffingen
m.b.t. de natuur – denk aan kapvergunning. Dit zijn aparte algemene maatregelen van
bestuur.
Een bestemmingsplan dient gedeeltelijk ter bescherming van het milieu, maar verschilt
op veel gebieden. Er gelden verschillende beslissingscriteria, termijnen en
indieningsvereisten schreeuwt om integratie of uniformering.
Omgevingswet
Of het zal komen tot een echte integratie is twijfelachtig. Er zijn verschillende
toetsingskamers: er is één omgevingsvergunning maar die aanvraag moet betrekking
hebben op twee activiteiten: bouwen en oprichten. Het bouwen kent andere vereisten
dan het oprichten. Er is niet één materiële norm. Je kunt een algemene norm formuleren,
maar dat is te ruim, te weinig rechtszekerheid blijkt over.
,Nanne Brooimans Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen maart 2022
Sectorale benadering
- Afstemmingsproblemen;
- Verschillende inhoudelijke kaders;
- Verschillende instrumenten;
- Verschillende bevoegde gezagen;
- Verschillende besluitvormingsprocedures;
- Verschillende rechtsbeschermingsprocedures.
Invloed EU-regelgeving
- M.e.r. (milieu effect rapportage)-richtlijnen;
- Seveso-richtlijnen;
- Habitatrichtlijn;
- Vogelrichtlijn;
- Richtlijn industriële emissies;
- Richtlijn milieuaansprakelijkheid;
- Kaderrichtlijn water;
- Dienstenrichtlijn.
Integratiestreven – bundeling:
(Onderdelen) milieuwetten > Wet milieubeheer;
Verschillende ‘waterwetten’ > Waterwet;
Vergunningenstelsels wetten m.b.t fysieke leefomgeving > Wabo.
Geen integraal toetsingskader.
Zoveel mogelijk alle hiervoor genoemde wetten plus nog veel andere voor benutting
omgeving belangrijke regelgeving > Omgevingswet.
Nieuwe Omgevingswet opnieuw uitgesteld, verbeterdoelen:
- vergroten inzichtelijkheid en gebruiksgemak;
- samenhangende benadering fysieke leefomgeving (ruimer begrip fysieke
leefomgeving, maar nog wel verschillende beoordelingskaders);
- vergroten bestuurlijke afwegingsruimte;
- versnellen en verbeteren besluitvorming.
Omgevingswet
1. omgevingsbesluit;
2. besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl);
3. besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
4. besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Waarom het huidige recht?
- Het huidige stelsel is de basis voor het toekomstige stelsel;
- Door eerbiedigende werking blijven huidige instrumenten na inwerkingtreding
Omgevingswet nog lange tijd hun gelding behouden;
- Bij inwerkingtreding Omgevingswet gaan alle …
, Nanne Brooimans Bijzonder bestuursrecht voor notariëlen maart 2022
Wro en ‘daaronder’ Bro (AMvB)
Belangrijk: definitiebepaling. Een term kan een heel vanzelfsprekende betekenis hebben,
maar kan een afwijkende betekenis hebben in de wet.
Opbouw:
- Definities;
- Instrumenten;
- Bevoegd gezag;
- Criteria voor aanvraag;
- Procedurele bepalingen;
- Bepalingen m.b.t. bestuur en handhaving;
- Bijzondere bepalingen m.b.t. rechtsbescherming, altijd verwezen naar Awb als er van
wordt afgeweken. Wanneer er niets over procedures en rechtsbescherming staat,
komt dat omdat daarover iets in de Awb staat. In het Omgevingsrecht wordt
regelmatig van de Awb afgeweken.
Drie bestuursniveaus:
Gemeente, provincie, Rijk
Twee kolommen:
1. Beleidskolom – beleidsregels/instrumenten, plan dat een bepaalde richting geeft.
Juridisch niet bindend. Zekere zelfbinding voor de overheid die het plan
vaststelt. Voorbeeld: streven om in 2025 in de polder een project te realiseren, =
enkel een streven, betekent niets.
De beleidskolom vind je met name in de structuurvisies (art. 2.1 e.v. Wro), het
bestuursniveau zie je hier terug: 2.1 voor de gemeenteraad en 2.2 voor
provinciaal niveau, 2.3 voor de minister.
2. Juridische kolom (bestemmingsplan e.d., art. 3.1 e.v. – bestemmingsplan, 3.26 e.v.,
3.38 e.v., 4.1. e.v. Wro) – hierin wordt vastgesteld wat een ieder bindt. Bij de
juridische kolom gaat het in wezen om het bestemmingsplan dat bepaalt wat is
toegestaan.
Niet alleen de gemeenteraad kan een bestemmingsplan vaststellen, het Rijk kan dat ook
met een zogenaamd inpassingsplan. Door de minister wordt een plan gemaakt dat
wordt ingepast in de plannen van de gemeenteraad. Het is eigenlijk een
Rijksbestemmingsplan. De minister kan de lagere overheden overrulen door een
inpassingsplan. Ditzelfde geldt voor de provinciale overheid.
Aanvragen van een vergunning voor een bouwactiviteit is in de eerste plaats
afhankelijk van het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan
Inhoud: art. 3.1 e.v. Wro en hoofdstuk 3 Bro;
Procedure en rechtsbescherming worden geregeld in de Wro en Awb:
Procedure: art. 3.8 Wro i.c.m. afdeling 3.4 Awb en hoofdstuk 3 Bro;
Rechtsbescherming: hoofdstuk 8 c.a. Awb en art. 8.2 e.v. Wro.