Jodendom
Hoofstuk 1 | Mensbeeld: gedragen door het woord
De levenspraktijk van alledag gaat om de maaltijden, de vieringen en de gebruiken. Het bestuderen
van de religieuze teksten en bronnen maken ook een belangrijk deel uit van de joodse traditie.
- Gedachtegang is dat een mens altijd een leerling blijft.
De joodse teksttraditie kent commentaren op commentaren in de vorm van uitleg, betoog of
verhalen joods denken dwingt je in beweging te blijven, je niet vast te leggen op één enkele
betekenis of visie.
§1.1 Een joods verhaal over waarom de mens er is
Een joods verhaal uit een Midrasj vertelt over de betekenis van de schepping en de mens.
Midrash = een mondelinge overlevering.
Verhaal over schepping van de mens jodendom:
Volgens een oude overlevering had G’d voorafgaand aan deze wereld al vele andere
werelden geschapen. In die werelden verliep alles perfect en goed. Want in zijn almacht kon
hij dat bewerkstelligen. Tot zijn teleurstelling merkte G’d dat zijn schepsels noch het goede
noch liefde kenden en niet gelukkig waren. De mens en de wereld bleken perfect te zijn,
maar tegelijkertijd onverschillig: er was niets anders te doen dan de vastgelegde
wetmatigheid voort te zetten, er was geen besef van tijd, geen doel, geen liefde, geen
inspiratie, geen vrijheid en geen geluk.
Op een gegeven moment dacht de Schepper: ik wil een schepsel toevoegen dat niet alleen
voortkomt uit de wetmatigheid, uit de aarde, maar ook een schepsel toevoegen gemaakt uit
de geest, zodat het vrijheid kent. Op dat moment kwam bij hem de gedachte ‘waarheid’ naar
voren en deze zei: “G’d doe dat niet, dat schepsel zal de eenheid en harmonie verstoren, zal
de leugen kennen en misbruik maken van zijn vrijheid.”
Daar sprak de zachte stem van ‘barmhartigheid’, ook wel de oermoeder Anna (van Channa,
genade). Deze moeder sprak: “Volg je verlangen en schep wel een vrij mens, maar geef die
mens ook de mogelijkheid van vertrouwen mee en van een innerlijk weten van het goede,
van rechtvaardigheid en van liefde, zodat die mens in vrijheid verbinding kan zoeken en
ervaren.” G’d twijfelde tussen zijn stemmen, maar luisterde uiteindelijk naar barmhartigheid,
naar de moeder. En zo geschiedde, hij keek in de Tora en schiep (schept) deze wereld, hij trok
zichzelf terug om aan de mens vrijheid te schenken. Tegelijkertijd liet hij ‘waarheid’ vallen,
die op aarde in vele delen uiteenviel en slechts als zodanig zou gedijen.
G’d schept als een architect de wereld volgens de patronen uit de Tora. De mens geeft hij vrijheid
mee. En om deze wereld en de mens tijd, ruimte en beweging te geven trekt G’d zich terug. G’d geeft
zijn eenheid op, als een geschenk aan de wereld en de mens (= tsimtsoem).
Wel geloven, niet geloven
Het schenken van de vrijheid is een enorm offer van G’d, als een loslaten zonder garantie op het
goede en met alle risico’s van dien. Onrecht door mensen is mensenwerk.
Mezoezah = doosje aan de deurpost met daarin een tekst uit de Tora.
Joods leven wordt geassocieerd met leven volgens de wet en meestal worden daarmee de leefregels
uit de Tora bedoeld.
Op de sjabbat (vrijdagavond + zaterdag erna) koken praktiserende joden niet.
, Joden omschrijven zelf hun religie niet als een geloof. De joodse religie is een praktijk, meer dan een
leer, het is een manier van leven.
Leo Mock: In de ethiek komt het niet aan op geloven, maar op zelfstandig nadenken over wat wel of
niet goed is. De grens ligt dus bij het handelen. Met geloven kom je er dan niet. Voorop staat dat
handelen nooit te rechtvaardigen is door je te beroepen op de autoriteit van een ander, of op een
tekst. Je moet zelf blijven nadenken en toetsen.
Jodendom is een persoonlijke verhouding tot G’d “Het enige wat ons joden werkelijk bindt, zijn
onze gebruiken en dat wat niet verandert: de Tora.”
Wie is de jood?
Biologische bepaling diegene die jood is, heeft een joodse moeder. Iemand met alleen een joodse
vader (vaderjood) is geen jood.
- In progressieve joodse gemeenschappen worden vaderjoden inmiddels wel als joods erkend,
maar alleen onder de voorwaarde dat de vaderjood participeert in de joodse gemeenschap
en de markante joodse rituelen van de levenscyclus volgt.
- Onder bepaalde voorwaarden kan een niet-jood ook joods worden in de orthodoxe traditie,
maar dat kan alleen als hij of zij zich committeert aan de joodse leefstijl.
Halachische joden = personen met een joodse moeder of toegetreden tot het jodendom.
Thorajood = iemands joods-zijn is bepaald door de biologische achtergrond + dat de voorschriften uit
de Tora en Talmoed (tot in detail) nageleefd proberen te worden.
Als de Tora het heeft over jood is dat diegene die gelukkig is en door de manier waarop hij in het
leven staat dankbaarheid betoont aan G’d.
- ‘jood’ is afgeleid van ‘jehoedi’. Jehoedi komt van de naam Juda (zoon van aartsvader Jacob).
Juda betekent in het Hebreeuws ‘danken’ of ‘loven’.
Diaspora = verspreiding van het Joodse volk over andere langen
- Jood was ‘hij die van Judea komt’ voorheen alleen en geografische bepaling, maar na
diaspora kan jood die betekenis niet meer hebben. Omdat het jodendom geen geografische
basis meer had, kreeg het de basis uitsluitend in de definitie van volk.
De joodse ‘geslotenheid’ kent een sociologisch, historisch en biologisch component:
- Socialogisch Mensen met eenzelfde levensstijl zoeken elkaar op.
- Historisch Joden hebben elkaar vooral opgezocht in samenlevingen waar ze een
minderheid vormden, waar antisemitisme heerst en waar joden geen positief beeld kregen
van de omringende gemeenschappen.
- Biologisch het gaat erom met wie je trouwt.
Religieuze joden in Nederland
85% van de Nederlandse joden behoren tot de seculiere groep – door geboorte joods, maar niet
praktiserend of verbonden aan een religieuze gemeenschap.
Richtingen binnen religieuze jodendom:
- Orthodox als jood dien je te leven volgens de voorschriften, de 613 wetten uit de Tora,
opgetekend op schrift in de halacha.
- Liberalen (progressief) nadruk ligt meer op ratio dan de wetten van de Tora
- Mesorati (conservatief bevindt zich tussen orthodox en progressief