Bouwstoffen: Voor groei en ontwikkeling van je - Eiwitten
lichaam. - Koolhydraten
- Vetten
Voor herstel bij verwondingen en - Water
beschadigingen. - Mineralen
- Vitamines
Voor aanmaak van cellen en nieuwe
weefsels.
Brandstoffen, leveren Op peil houden van - Eiwitten
door dissimilatie lichaamstemperatuur. - Koolhydraten
energie dat nodig is Alle bewegingen die je maakt. - Vetten
voor: Groei, ontwikkeling en herstel.
Beschermende Nodig om het lichaam gezond te houden. - Mineralen
stoffen: Een tekort aan mineralen en vitamines - Vitamines
kan ziektes veroorzaken. - Antistoffen
Moedermelk
Moedermelk bevat brandstoffen, bouwstoffen, beschermende stoffen en nuttige bacteriën.
De samenstelling van de moedermelk verandert in de tijd. In de eerste dagen meer eiwitten
(bouwstof), later meer vetten en koolhydraten (brandstoffen).
Een eiwit is een bouwstof. Dit gebruikt een baby om cellen te maken.
In moedermelk zitten ook vetten en koolhydraten, brandstoffen. Dit levert energie. Een baby raakt
snel warmte kwijt, daarom zijn brandstoffen nodig.
Bacteriën in de darm
De samenstelling van de darmflora (darmbacteriën) varieert per persoon. Bacteriën van het
moederlichaam en moedermelk komen in de darm van de baby terecht. Hiermee start de
ontwikkeling van de darmflora van de baby.
Moeder-kind
In het eerste levensjaar groeit een baby snel door de moedermelk. Door de melk raakt het
afweersysteem van de baby niet overbelast. Een baby herkent de moeder aan de geur.
Borstvoeding
De WHO adviseert lang borstvoeding te geven, onder andere in verband met het voorkomen van
allergieën.
Evenwichtige voeding
Een gezonde voeding voorziet in de behoeften die een mens op dat moment of in een bepaalde
levensfase heeft. Het voedsel van iedereen is afgestemd op groei, herstel of lichamelijke inspanning.
Het vet dat je niet als brandstof gebruikt, sla je op. Welvaartsziekten zijn het gevolg (bv. vetzucht,
hart- en vaatziekten). Eten en drinken kunnen het welbevinden (gezelligheid) van mensen vergroten.
, 2
6.2 Verteringsstelsel
Tanden
Melkgebit => volwassen gebit. Het gebit vermaalt voedsel. Door het grotere oppervlak van deze
kleine deeltjes samen kunnen verteringsenzymen de voedselmoleculen beter afbreken.
Verteren
Darmcellen kunnen bijvoorbeeld vitamines, glucose en zouten uit de darminhoud halen. Moleculen
van bepaalde koolhydraten, vetten, eiwitten en DNA zijn te groot. Op de vetten en disachariden na
zijn al deze stoffen macromoleculen: opgebouwd uit een groot aantal vrijwel identieke moleculen.
Verteringsenzymen breken macromoleculen (en vetten) af tot kleinere moleculen die wel door je
cellen kunnen worden opgenomen. Binas 67G-H en 71
Verteringskanaal
Het verteringsstelsel bestaat uit organen die alle bijdragen aan de stapsgewijze afbraak van
macromoleculen. Verteringskanaal:
- Mond: speekselklieren maken speeksel waardoor mond vochtig blijft of speeksel met een
enzym (amylase) dat zetmeel verteert.
- Maag: maagsapklieren maken een enzym (peptase) dat eiwitten verteert. Het enzym werkt
het beste in een zure omgeving.
- Dunne darm: enzym, gemaakt door cellen van de alvleesklier en dunne darm, verteren
vetten, DNA, bepaalde koolhydraten en eiwitten. Binas 82C
Transport
Bloed vervoert kleine moleculen van voedingsstoffen van de darm, via de lever (waar ze tijdelijk
opgeslagen worden) naar de cellen waar ze nodig zijn. Daar verlaat (door de bloeddruk) een deel van
het bloedplasma met een deel van de voedingsstoffen de haarvaten. Het vocht dat zo ontstaat, heet
weefselvocht. Je lichaamscellen nemen de voedingsstoffen op die ze nodig hebben uit het
weefselvocht.
Additieven
Kleurstoffen, geurstoffen en smaakstoffen zijn additieven: stoffen die de fabrikant aan het product
toevoegt. E-nummer (goedgekeurd door EU).
Van een aantal additieven is de ADI-waarde vastgelegd (Aanvaardbare Dagelijkse Inname). Dat is de
hoeveelheid die mensen dagelijks veilig kunnen eten zonder risico op gezondheidsklachten. Binas 95
6.3 Enzymen
Slopen
Verteringsenzymen bevorderen de afbraak van voedingsstoffen met grote moleculen => kleinere
opneembare moleculen.
Een verteringsenzymmolecuul werkt specifiek: elk enzymmolecuul past bij één bepaalde
voedingsstofmolecuul. De stof waar het verteringsenzym op inwerkt heet substraat => enzym-
substraat-complex => reactie => substraatmolecuul valt uiteen in kleinere moleculen die de darm op
kunnen nemen. Het enzymmolecuul verandert niet en kan vervolgens een nieuw substraatmolecuul
afbreken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienke312. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.