Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 1
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Naam: Randy Huijnen
Studentnummer: 852435688
Cursus: Onderzoekspracticum Experimenteel Onderzoek (PB0412)
Examinator: dr. R. Pat El
Inleverdatum: 31-2-2022
,Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 2
Samenvatting
Uit onderzoek is gebleken dat muziekonderwijs een rol speelt bij de ontwikkeling van
executieve functies (EF) bij kinderen. EF spelen een belangrijke rol in verschillende
leerprocessen die leiden tot beter cognitief functioneren en zelfregulerend vermogen.
Dit onderzoek heeft als doel te achterhalen wat de invloed is van het type muziekonderwijs
leidt tot een verbetering in EF en in welke frequentie dit aangeboden moet worden. De
volgende onderzoeksvraag is hiervoor opgesteld: Wat is het effect van speciaal
muziekonderwijs (SMO) of regulier muziekonderwijs (RMO) op de ontwikkeling van
executieve functies bij groep 4-leerlingen en neemt deze ontwikkeling toe met de frequentie
van het muziekonderwijs? Bij dit onderzoek zijn er zevenhonderd groep 4-leerlingen
willekeurig verdeeld over zes condities: twee typen muziekonderwijs RMO en SMO die ieder
gegeven werden in een lage (1 keer per twee weken), gemiddelde (1 keer per week) of hoge
frequentie (2 keer per week). EF werd gemeten voor het aabieden van muziekonderwijs en
na 30 weken muziekonderwijs in een pretest-posttest 2x3 design. De hypotheses zijn
getoetst door middel van een repeated measures ANOVA. Hieruit is de concluderen dat
SMO een significante stijging van executieve functies laat zien ten opzichte van RMO. Er is
ook een significante stijging van EF te zien bij het aanbieden van SMO in een hoge
frequentie ten opzichte van RMO of SMO in andere frequenties. Aanbevelingen voor
vervolgonderzoeken zijn erop gericht om de interne validiteit en de generaliseerbaarheid van
dit onderzoek te vergroten.
, Running head: MUZIEKONDERWIJS BIJ KINDEREN 3
Het effect van speciaal muziekonderwijs op de executive functioning bij kinderen
Training in muziek speelt een rol bij de ontwikkeling van de executieve functies bij
kinderen (Jaschke, Honing, & Scherder, 2018; Joret, Germeys & Gidron, 2017; Roden,
Kreutz, & Bongard, 2012). Executieve functies hebben betrekking op een palet aan
vaardigheden (zoals plannen en zelfmonitoren), gedragingen en emoties (Diamond & Lee,
2011). Hoewel er nog veel discussie is over de precieze conceptuele definitie van dit begrip,
is er consensus over het belang van dit begrip voor het leren en de ontwikkeling van
kinderen, wat zich uit in een verbeterd cognitief en sociaal functioneren (Blair & Raver, 2015;
Diamond, 2016; Miyake et al., 2000).
Er zijn sterke aanwijzingen dat actieve participatie, zoals bewegen, vragen stellen en
actieve klassendiscussies de leerprestaties bevorderen doordat deze actieve participatie de
executieve functies verbeteren (Cavanaugh, Clemence, Teale, Rule, & Montgomery, 2017).
Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot lesvormen waar leerlingen aangemoedigd worden om
meer te bewegen in plaats van stil te zitten, of om actiever bij de les betrokken te worden. Zo
is langzaam de vraag ontstaan in hoeverre muziekonderwijs in het bijzonder geschikt is om
de theorie te toetsen dat actieve participatie de executieve functies verbeteren. De
veronderstelling dat muziekonderwijs veelbelovend is voor de ontwikkeling van executief
functioneren is gebaseerd op het feit dat muziek verschillende relevante gebieden in het
brein activeert, inclusief de prefrontale cortex, die gelinkt is met executief functioneren
(Särkämö et al., 2014). Hoewel veelbelovend, is empirische ondersteuning voor een causaal
verband tussen muziek en executief functioneren nog zeer beperkt. Tevens zijn
generalisaties moeilijk te maken vanwege de grote diversiteit in de eerdere studies. Zo werd
muziektraining bijvoorbeeld geconceptualiseerd als instrumentele lessen (Joret et al., 2017),
vocale training (Bialystok & Depape, 2009), gestructureerd muziekonderwijs in school
(Jaschke et al., 2018) en als luisteren naar muziek (Moreno et al., 2011).
Voor zover bekend is bij studies naar muziektraining en onderwijs niet eerder een
interventie gedaan die plaatsvond in het reguliere schoolcurriculum. Een interventie die in het