Onderneming volgens de KVK:
- Je levert goederen/diensten
- Je vraagt hier meer voor dan een symbolische vergoeding
- Je neemt deel aan het (normale) economische verkeer. Je krijgt dus opdrachten van
derden/klanten.
Rechtssubject:
Drager van rechten en plichten. Natuurlijke personen en rechtspersonen kunnen hierdoor
eigendom hebben en dat we van hen kunnen verwachten dat ze hun plichten nakomen.
Rechtsobject:
Een rechtsobject is iets waar een rechtssubject recht op kan hebben. Denk aan een huis of
een hond.
Eenmanszaak:
Je moet je simpelweg inschrijven bij de kvk zodat je geregistreerd staat in het
handelsregister en mensen kunnen zien dat je een serieuze onderneming bent. Het grote
voordeel is dat er geen oprichtingsvereisten of -kosten zijn. Een eenmanszaak kan wel
werknemers in dienst hebben, zolang er maar één persoon hoofdelijk de rechten en plichten
binnen het bedrijf draagt art. 3:276 BW. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen privé-
en bedrijfsvermogen. Zo kan bij faillissement ook de persoon zelf failliet gaan.
Als iemand getrouwd is in gemeenschap van goederen is deze persoon eveneens
aansprakelijk voor alle schulden.
Personenvennootschappen:
Er zijn 3 soorten vennootschappen:
Maatschap: er wordt een gemeenschappelijke naam, beroep of bedrijf uitgeoefend.
Het wordt opgericht op basis van een overeenkomst waar iedereen iets mee
inbrengt. Het is vooral handig voor mensen die zelfstandig hun diensten verlenen en
daardoor in een maatschap bepaalde faciliteiten zoals een kantoor met elkaar delen.
Vof: Vennootschap onder firma is hetzelfde als een maatschap alleen werken al deze
bedrijven onder een gemeenschappelijke naam.
Cv: Commanditaire vennootschap is hetzelfde als een Vof, alleen heeft een Cv stille
vennoten die niet werkzaam zijn binnen de vennootschap maar wel geld inbrengen
en meedelen in de winst of verlies.
,Ze kunnen vrij eenvoudig worden opgericht. In beginsel is slechts een mondelinge
overeenkomst nodig waarin mensen afspreken samen te werken en arbeid of geld in te
brengen. Er moet dus sprake zijn van gelijkwaardigheid tussen de personen.
In welke wet
Rechtsvorm Afkorting Oprichting middels Rechtspersoon? geregeld
Eenmanszaak EZ Geen Nee -
Maatschap Mts Samenwerkingsovereenkomst nee
Boek 7A
Vennootschap onder Boek 7A + WvK
firma. VOF Samenwerkingsovereenkomst nee
Commanditaire WvK
vennootschap VF Samenwerkingsovereenkomst nee
Besloten vennootschap Bv Notariële akte ja
Boek 2
Naamloze vennootschap NV Notariële akte ja Boek 2
Stichting - Notariële akte ja Boek 2
Vereniging - Notariële akte ja Boek 2
Coöperatie Coöp Notariële akte ja
Boek 2
Ondernemingsraad (art. 2 WOR):
Een onderneming waar minstens 50 werknemers werkzaam zijn is verplicht een
ondernemingsraad in te stellen. De ondernemingsraad kan advies geven aan de
onderneming maar het advies is niet bindend! Als de onderneming niet mee gaat met het
advies van de ondernemingsraad moeten ze dat wel motivering. In art. 25 WOR staat
waarover de ondernemingsraad advies mag geven.
Voor bepaalde besluiten heeft een onderneming toch instemming nodig van de
ondernemingsraad (art. 27 WOR). Wil de onderneming niet luisteren en nemen ze toch
besluiten waar de ondernemingsraad het echt niet mee eens is, dan kan een rechtszaak
gestart worden bij de ondernemingskamer (art. 26 WOR).
,Hoe groot de ondernemingsraad moet zijn en wie er actief of passief kiesrecht heeft, staat
uitgebreid beschreven in art. 6 WOR.
Rechten van de ondernemingsraad:
Elke 3 jaar wordt de ondernemingsraad herkozen en is iedereen herkiesbaar (art. 12 WOR).
Recht op informatie (art. 31 WOR): Tenminste 2x per jaar de algemene gegevens van
de onderneming. Resultaten, werkzaamheden, verwachtingen van de toekomst enz.
Recht op overleg (art. 23 WOR): Je zit echt aan tafel.
Adviesrecht (art. 25 WOR): Wanneer er een besluit wordt genomen die zorgen voor
grote wijzigingen in de structuur moet er advies worden gevraagd aan de
ondernemingsraad. Dit is geen bindend advies. Wel moet de ondernemer
onderbouwen waarom hij niet met het advies is mee gegaan. Wil de onderneming
niet luisteren en nemen ze toch besluiten waar de ondernemingsraad het echt niet
mee eens is, dan kan een rechtszaak gestart worden bij de ondernemingskamer (art.
26 WOR).
Instemmingsrecht (art. 27 WOR): De ondernemer moet hier instemming van de
ondernemingsraad krijgen om een beslissing te nemen. Dit gaat om besluiten die de
werknemers direct raken. Denk aan verandering in werktijden of pensioenfonds.
Wordt er toch een besluit als in lid 1 genomen zonder instemming van de OR, dan is
dit besluit nietig (lid 5).
Kamer van Koophandel – Handelsregister (art. 2 Hrw):
Alle ondernemingen (tevens alle rechtspersonen art. 6 Hrw) zijn verplicht zich in te schrijven
in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (art. 5 Hrw). Enige uitzondering is de
informele vereniging. Omdat alle rechtspersonen meestal ook een onderneming onder zich
hebben, is 1 inschrijving genoeg (art. 7 Hrw). Degene die aan de onderneming toebehoort is
verplicht tot inschrijving van de onderneming (art. 18 Hrw). Dit is de ondernemer bij een
eenmanszaak, de vennoot bij een VOF of een maat bij een maatschap. Bij rechtspersonen
zijn het de bestuurders.
In de registratie is te vinden wie de bestuurder en de vertegenwoordigers zijn. Zo kan de
overheid bijhouden wie belastingplichtig zijn en kan er makkelijk veilig gehandeld worden.
Zonder inschrijving bestaat een onderneming nog steeds!
Wanneer je je niet inschrijft terwijl dat zou moeten pleeg je een economisch delict, dit staat
in art. 47 Hrw. De sanctie verschilt per rechtsvorm.
Inschrijven kan maximaal een week na oprichting!
Kenmerken personenvennootschappen:
Ze kunnen vrij eenvoudig worden opgericht. In beginsel is slechts een mondelinge
overeenkomst nodig waarin mensen afspreken samen te werken en arbeid of geld in te
brengen. Er moet dus sprake zijn van gelijkwaardigheid tussen de personen.
, Maatschap (art. 7A:1655 BW):
“een overeenkomst waarbij twee of meerdere personen zich verbinden om iets in
gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstane voordeel met elkaar te
delen. Een maatschap moet zich inschrijven bij de KvK volgens art. 5 Handelsregisterwet
2007. Dit niet doen is een economisch delict. De maten van een maatschap worden
vennoten genoemd.
Stille maatschap: ieder werkt in een eigen praktijk onder eigen naam, maar ze
kunnen wel gezamenlijk mensen aannemen of spullen aanschaffen. Omdat ze dit
onder eigen naam doen zijn ze niet zo zichtbaar voor anderen. Ze moeten zich wel
inschrijven bij de KvK.
Openbare maatschap: hierbij nemen de vennoten mee onder een
gemeenschappelijke naam aan het rechtsverkeer. Het gaat dan wel om de
uitoefening van een beroep.
Het onderscheid is belangrijk omdat je wanneer iemand anders namens de openbare
maatschappij optreedt ook hoofdelijk aansprakelijk bent. In een stille maatschap is dit niet
het geval. maar wanneer er extern onder de naam van stille maatschap wordt opgetreden,
wordt dit snel als openbare maatschap gezien.
Oprichting maatschap:
Zoals al eerder gezien zijn er voor de maatschap minimaal 2 personen nodig die een
overeenkomst tot samenwerking sluiten. Ze moeten iets in de gemeenschap brengen om het
daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen. Verder moet de overeenkomst voldoen aan
de normale vereisten van boek 3 en 6. Volgens art. 7A:1661 BW begint de maatschap op het
moment dat de overeenkomst is gesloten, tenzij er een ander tijdstip is bepaald. Dit is
mondeling mogelijk maar de voorkeur gaat natuurlijk uit naar schriftelijk. De overeenkomst
is vormvrij.
Uitvoering maatschap (en vof en cv):
Iedere maat moet “iets” inbrengen. Die inbreng kan bestaan uit geld, goederen, genot van
goederen en arbeid volgens art. 7A:1662 lid 1 BW. In de praktijk komt daar ook “goodwill”
bij. Dit kan zijn het uitwisselen van kennis. Er kan niet worden afgesproken dat er een
bepaald soort goed altijd in de maatschap wordt gestopt, ook kan niet iemand zijn algehele
vermogen in een maatschap worden gestopt art. 7A:1658 BW.
Verder moet er, indien er geen andere afspraken over zijn gemaakt, een evenredige
verdeling van de winst zijn op basis van hoeveel iemand heeft ingebracht volgens art.
7A:1670 BW. Iemand die arbeid heeft ingebracht heeft evenveel recht op winst als degene
die het minste heeft ingebracht. Wanneer iedereen arbeid heeft ingebracht moet de winst
precies gelijk worden verdeeld. In principe mogen ze alle afspraken maken over de
winstverdeling, het is alleen niet toegestaan om alle winst naar één maat te laten gaan
volgens art. 7A:1672 lid 1 BW. Wel is het volgens lid 2 toegestaan om al het verlies op één
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Rechtenstudentstan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.