Woordenschat
Labelen: op een voorwerp of gebeurtenis wordt als het ware een etiket geplakt. Leerlingen leren
waar een woord in een bepaalde context naar verwijst. (goudvis word vis genoemd)
Categoriseren: ieder label verwijst naar een categorie van dingen
Netwerk opbouwen: ieder woord is verbonden met een ander woord. (zwemmende dieren kan een
vis zijn)
Netwerkopbouw: ieder woord is verbonden met een ander woord (vis vang je met een vangnet)
Actieve/ productieve woordenschat: woorden die we zelf gebruiken
Passieve/ receptieve woordenschat: woorden die we begrijpen
Viertakt woordenschatdidactiek
- Voorbewerken: leerlingen warm maken voor nieuwe woorden
- Semantiseren: het verhaal vertellen waarin de woorden passen, nieuwe woorden 7 keer
herhalen
- Consolideren: de leerlingen gebruiken zelf de woorden, bijvoorbeeld met spel
- Controleren: de leraar controleert welke woorden de leerlingen beheersen en introduceert
nieuwe woorden
3 uitjes: uitbeelden, uitleggen en uitbreiden (vorige keer kwam hier een open vraag over, goed
onthouden en evt een praktijk voorbeeld zoeken)
Ruimte scheppen voor eigen bijdragen van kinderen: leerlingen genoeg zelf laten praten
Natuurlijke communicatiepatronen:
Coöperatief leren: samenwerking tussen sterke en zwakke leerlingen
Diepe woordbetekenis
Woordleerstrategieën
- Woord analyseren
- Gebruikmaken van de verbale en non-verbale context
- Gebruikmaken van een bron n de eerste of tweede tal
- Letten op overeenkomsten
- Woord herhalen en opschrijven
- Woord ophalen uit geheugen
- Woord produceren
Mentaal lexion: hier staan de leerlingen alle geleerde woorden in op
Vaktaal woorden: woorden die specifiek worden gebruikt voor een vak/beroep
Schooltaal woorden: begrippen die leerlingen moeten kennen om onderwijs te kunnen volgen
Inhoudswoorden: woorden met duidelijke inhoud
Functiewoorden: woorden met een minder duidelijke omschrijving
Identiteit van een woord
- Akoestische identiteit: hoe het woord klinkt
- Articulatorische identiteit: woord ligt in geheugen vast hoe je het moet uitspreken
- Fonologisch identiteit: naam voor akoestisch en articualtisch identiteit samen gevoegd
- Morfologisch identiteit: je weet hoe woorden zijn opgebouwd en je kan vanuit deze kennis
nieuwe woorden maken
- Semantische identiteit: betekenis van een woord, omschreven in het woordenboek
- Orthografische identiteit: de spelling van het woord
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jessiehutten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,89. Je zit daarna nergens aan vast.