Kinderopvang SAW4: Thema 6 Kinderen met
ontwikkelingsachterstanden
6.1 Inleiding
Ongeveer 22% van de kinderen in het basisonderwijs heeft een
ontwikkelingsachterstand. Deze achterstand wordt vaak niet meer
ingehaald, daarom wordt al heel vroeg aandacht besteed aan het
extra stimuleren van kinderen die mogelijk achterstand oplopen.
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) heeft als doel om (dreigende)
ontwikkelingsachterstanden in een vroeg stadium op te sporen en te
bestrijden.
6.2 Het begrip ontwikkelingsachterstand
Ontwikkelen is het uitbreiden, verbreden en verdiepen van
kwaliteiten en activiteiten van kinderen, zowel als individuele
ontplooiing als om het ingroeien in de samenleving. Programma’s
om ontwikkelingsachterstanden te voorkomen zijn gericht op
kinderen van 2-3 jaar en sommige lopen door tot groep 2, ze zijn
vooral gericht op de cognitieve en sociaal-affectieve ontwikkeling.
Kennis, taal en gedrag zijn kernbegrippen in de programma’s.
Kinderen met achterstanden of een grote kans op achterstanden zijn
alle kinderen met beperkingen, stoornissen, gedragsproblemen en
kinderen die in gezinnen opgroeien waar zij onvoldoende
ontwikkelingsmogelijkheden hebben. In het onderwijs geldt een
gewichtenregeling voor het opleidingsniveau van de ouders.
0,3 voor kinderen waarvan beide ouders maximaal een
opleiding op VMBO-niveau gevolgd hebben
1,2 voor kinderen waarvan een ouder maximaal
basisonderwijs gevolgd en de andere ouder maximaal een
opleiding op VMBO niveau heeft.
0 de overige kinderen.
Voor kinderen van ouders in de categorieën krijgt de school meer
geld voor een stimuleringsprogramma. Sommige gemeenten
hanteren deze regeling ook voor psz en de ko om te beoordelen of
zij voor extra subsidie in aanmerking komen. Andere gemeenten
hanteren andere toelatingscriteria voor de VVE omdat sommige
kinderen die in de regeling vallen geen extra ondersteuning nodig
hebben en kinderen die erbuiten vallen wel.
6.3 Oorzaken en gevolgen van ontwikkelingsachterstanden
Oorzaken (indicaties)
Een laag opleidingsniveau van de ouders.
Niet voldoende communicatie en interactie.
Een andere etnische achtergrond van de ouders.
Taalvaardigheid wordt beïnvloed door laag opgeleide ouders,
onvoldoende beheersen van het Nederlands en doordat thuis geen
, Nederlands gesproken wordt. Ook de rekenvaardigheid wordt
beïnvloed door opleidingsniveau ouders. Het sociale gedrag wordt
positief beïnvloed naarmate ouders meer met hun kinderen
communiceren hier is geen verschil tussen de verschillende etnische
groepen.
Uit onderzoek blijkt dat kinderen met ontwikkelingsachterstanden
weinig kennis hebben van de leefomgeving, onvoldoende
taalvaardigheden en een kleine woordenschat, hebben het vaker
moeilijk in een groep, vertonen labiel/negatief gedrag, vaker bang
en brutaal, snel afgeleid, zin doordrijven. Allochtone kinderen
hebben een grote kans op ontwikkelingsachterstanden.
Gevolgen
Kinderen meestal niet meer in staat om achterstanden
volledig in te halen.
Veel kinderen blijven onder hun eigenlijke niveau
functioneren.
Onderwijs onder niveau.
Een aantal loopt door bijkomende problemen als discriminatie,
onvoldoende stimulansen en het niet kunnen vinden van werk
nog meer schade op.
Kinderen raken gedemotiveerd, verlaten school, gaan buiten
hangen, gebruiken drugs, belanden in criminele circuit.
Als ze volwassen zijn vinden ze moeilijk werk en leveren geen
volwaardige bijdrage aan de samenleving, kost de
samenleving veel geld en de sfeer wordt aangetast. Belangrijk
dus om achterstanden te voorkomen.
6.4 Preventie van ontwikkelingsachterstanden
Om ontwikkelingsachterstanden te voorkomen en te bestrijden
worden er programma’s ingezet: zowel thuis als in de psz, ko en de
eerste twee groepen van de basisschool. Dit noemen ze VVE
programma’s. Wordt door vele gezien als een van de meest
kansrijke methoden om de welvaart te verbeteren.
Vanuit het rijk hebben basisscholen de verantwoordelijkheid om
afscheiding te voorkomen, integratie te bevorderen en
achterstanden te bestrijden. Basisscholen krijgen subsidie voor VVE
van landelijke overheid/gemeente. Gemeenten zijn verantwoordelijk
voor de voorkoming en bestrijding van achterstanden in de
voorschoolse periode, stellen met de organisaties
(consultatiebureaus, centra jeugd en gezin) en scholen de lokale
agenda voor het jeugdbeleid op. Zijn samen verantwoordelijk voor
het realiseren van doorlopende lijn in de kennis over achterstanden.
Psz, KO en scholen kunnen een gezamenlijk programma uitvoeren,
soms ook gezamenlijke scholing.
VVE programma blijkt meeste effect als kinderen minimaal 4
dagdelen per week komen. Kinderen van allochtone ouders met lage